Hoe gelukkig ben jij?

Tegenwoordig lijkt er wel steeds meer belangstelling te zijn en onderzoek te komen naar het begrip geluk. Was geluk vroeger vooral ‘subjectief’ en persoonlijk en een begrip dat buiten het domein van de wetenschap viel, nu zien wij hier een belangrijke kentering in. Dat geluk binnengedrongen is in het domein van de psychologie lijkt voor de hand te liggen, maar ook de economen krijgen steeds meer interesse in dit begrip.

Tot voor kort waren economen vooral geïnteresseerd in het bruto nationaal product of het bruto nationaal inkomen als indicator voor het ‘goed’ het gaat met een samenleving. Nu komen daar nieuwe indicatoren bij. Eén daarvan is het bruto nationaal geluk (BNG) dat de levenskwaliteit van mensen op een andere manier probeert uit te drukken. Het begrip is in 1972 opgesteld door koning Jigme Singye Wangchuk van Bhutan. Hij herkent vier pijlers:

  1. Bevordering van billijke en duurzame sociaaleconomische ontwikkeling
  2. Behoud en bevordering van culturele waarden
  3. Behoud van het natuurlijke milieu
  4. Goed bestuur van ondernemingen.

In zijn definitie zien we nog een hechte verbinding van de individuele mens met zijn socio-economische omgeving en met het milieu waarin hij leeft en werkt. In onze huidige tijd wordt het begrip ‘geluk’ steeds meer individueel. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat in Nederland veel kengetallen levert omtrent de economie en ons welbevinden, is ook geïnteresseerd geraakt in het begrip geluk. Het CBS stelt dat gezondheid, partner en sociale contacten een sterkere samenhang hebben met geluk dan geld. Daarnaast is het CBS begonnen met een ‘Geluksmeter’, waarbij het begrip geluk min of meer synoniem is voor ‘welzijn’.

In december 2016 werd de Brede Welzijnsindicator gelanceerd, tot stand gekomen door een samenwerking van de Rabobank, de Universiteit Utrecht en de Instituties voor Open Samenlevingen. Al deze pogingen zijn misschien nog niet volwassen genoeg om breed gebruikt te worden en de methoden zullen nog niet helemaal zuiver zijn, toch is het verheugend dat wij langzamerhand iets verder gaan kijken dan alleen naar geld.

Het probleem is dat geluk niet goed gedefinieerd is: soms bedoelen wij een comfortabel, een gezond, een plezierig of een aangenaam leven en soms wordt er weer welzijn bedoeld. Dit maakt de discussie een beetje verwarrend.

We moeten een helder beeld hebben wat wij verstaan onder geluk anders kan het najagen van het geluk wel eens in zijn tegendeel omslaan. Recent las ik het boek van Emily Esfahani-Smit ‘De Kracht van Betekenis’, dat diep ingaat op het begrip geluk en het najagen van geluk. Er zijn verschillende kanten aan het begrip geluk, terug te voeren naar de Griekse begrippen hedonia en eudaimoniaHedonia is het genieten van het goede leven; het is een leven dat gebaseerd is op genot en de afwezigheid van pijn. Het begrip eudaimonia gaat terug tot Aristoteles heeft betrekking op ‘voldoening’ en is niet zozeer een emotie of beleving, maar een manier van leven. Een manier van leven die vraagt dat je je talenten herkent, ontwikkelt en inzet in je actieve leven. Het maakt dat je je leven ‘zin’ of ‘betekenis’ geeft.

Het streven naar een aangenaam leven en je leven werkelijk zin geven, kunnen op gespannen voet met elkaar komen te staan. Genot en een aangenaam leven blijven vluchtig en veel van de factoren die ons deze beleving geven liggen buiten onze invloedssfeer. Dit maakt deze vorm van geluk onbestendig en niet zelden eindigt het in een grote teleurstelling. Zingeven of betekenis geven aan je leven ligt veel meer binnen je eigen invloedssfeer. Hier kan je voor werken en het is veel meer gericht op het welzijn van anderen of je omgeving. Uit studies blijkt dat deze laatste manier van leven uiteindelijk een diepere betekenis aan je leven geeft en meer voldoening geeft dan het nastreven van genot en het omzeilen van pijn en angst. En zo komen we toch weer terug bij de betekenis van het Bruto Nationaal Geluk van koning Wangchuk van Bhutan waar we in ieder geval kunnen leren dat het geluk van een individu altijd in harmonie moet zijn met het welzijn van anderen en zijn leefomgeving. Ik hoop dat de economen doorgaan met hun studie naar geluk en verder kijken dan alleen naar geld, maar wel gevoel krijgen voor het onderscheid tussen hedonia en eudaimonia. Dit zou van groot belang kunnen zijn voor de inrichting van onze maatschappij en hoe wij kijken naar menselijke ontwikkeling, onderwijs, arbeid en de verdeling en inzet van onze economische middelen.

Wil je reageren? Stuur een mailtje.

Auteur: Mehdi Jiwa