Keuzes maken

Al heel vaak heb ik de nadruk gelegd op een paar begrippen uit de yoga en Vedanta-traditie die van groot belang zijn voor iedere vorm van ontwikkeling, zowel de persoonlijke als de professionele. Het zijn begrippen die wij moeilijk kunnen vertalen in het Nederlands, omdat wij er geen woorden voor hebben. Het zijn de begrippen svadharma dat wij proberen te vertalen met ‘de eigen lijn’ of eventueel ‘authenticiteit en soevereiniteit’ en svabhava dat vertaald kan worden met de ‘eigen natuur’. Hoewel wij misschien niet de juiste woorden hebben om deze begrippen eenvoudig te vertalen, wil dat nog niet zeggen dat wij niet weten dat deze begrippen bestaan, noch dat zij zeer belangrijk  zijn voor het leven van ieder mens, jong en oud.

Recent las ik opnieuw het boek “Brieven aan een jonge dichter”en de eerste brief uit 17 februari 1903 aan Franz Kappus, beschrijft de bovenstaande begrippen heel precies. In deze brief probeert Rilke de jonge schrijver/dichter te helpen bij het maken van de keus zijn leven wel of niet aan de schrijfkunst te wijden. Het is niet moeilijk om deze aanwijzingen te betrekken op ieder aspect van het leven. Het gaat hier om de ‘kunst van het keuzes maken’. We maken ons hele leven keuzes, maar in hoeverre zijn het onze keuzes en in hoeverre worden onze keuzes voor een (belangrijk) deel gemaakt door mensen uit onze omgeving? Hoe vaak kunnen we zeggen dat we ons ‘hart’ volgen? We maken vaak ‘verstandige’ keuzes, maar niet zelden gaan we aan onszelf voorbij en uiteindelijk verloochenen we onszelf, hetgeen een diep ellendig en leeg gevoel geeft dat wij maar heel moeilijk kwijt kunnen raken. Hierbij de raad van Rilke om je eigen lijn in het leven te volgen en de antwoorden diep in jezelf te zoeken:

U vraagt of Uw verzen goed zijn. U vraagt dat aan mij. U hebt dat eerder aan anderen gevraagd. U stuurt ze op naar tijdschriften. U vergelijkt ze met andere gedichten en u maakt zich ongerust als bepaalde redacties uw dichtpogingen afwijzen. Ik verzoek u bij deze (nu u mij hebt toegestaan u raad te geven) daar helemaal van af te zien. U richt uw blik op de buitenwereld, en dat nu zou u vooral niet moeten doen. Niemand kan u raad geven en helpen, niemand. Er is maar één middel. Voel uzelf aan de tand. Onderzoek de reden die u dwingt te schrijven; ga na of die reden tot in het diepst van uw hart zijn wortels uitstrekt, beken uzelf of het uw dood zou zijn als u niet meer zou mogen schrijven. En vooral dit: vraag uzelf in het stilste uur van de nacht af: moet ik schrijven? Wroet in uzelf naar een ernstig antwoord. En zo dit bevestigend luidt, zo u die serieuze vraag kunt beantwoorden met een krachtig en eenvoudig ‘ik moet’, stem dan uw leven af op die noodzaak; uw leven, zelfs het onbeduidendste en geringste ogenblik ervan, moet in het teken staan van deze aandrift en ervan getuigen. Dan komt u nader tot de natuur.

We moeten leren keuzes te maken, of misschien beter gezegd te volgen wat we diep van binnen voelen en ervaren. Natuurlijk moeten wij ons verstand gebruiken, maar daarbij niet ons ‘hart’ overschreeuwen en het gevaar lopen dat wij door angst en onzekerheid het kiezen voorbij laten gaan. Als we zo gaan leven , dan lopen we het gevaar dat de woorden van J.C. Bloem op ons leven van toepassing zullen zijn:

Toen ik jong was, bestond ik in vormen

Van het leven, dat komen zou;

Een vervoerend de wereld doorstormen,

een lied en een eindlijke vrouw.

 

Het is bij dromen gebleven;

Ik heb, wat een ander ontsteelt

Aan het immer weerbarstige leven,

Slechts als mogelijkheden verbeeld.

 

Want ik wist door een keuze verloren

Ieder ander verlokkend bestaan

Ik heb dan ook niets verkoren,

Maar het leven is voortgegaan.

(Uit J.C. Bloem, eerste drie verzen van Aanvaarding, 1945)

 

Auteur: Mehdi Jiwa