SFM: Jumping the Curve
Verslag van “jumping the curve” Brognon, 2 september 2018
Vanaf begin 2018 werd het voor mij pas duidelijk dat er fundamentele veranderingen op tilt waren binnen de SFM. Eind 2017 deed het verhaal immers de ronde dat er binnen het bestuur een discussie liep over een ‘revitalisering’. Dit verbaasde eigenlijk niemand omdat na de start van de organisatie inmiddels zo’n 25 jaar was verlopen en deelnemers en organisatie ook gewoon ouder waren geworden. Dat dit op zich voor nieuwe en jongere deelnemers een belemmering zou gaan vormen, was ook ieder wel duidelijk. Anderzijds zou een wijziging mogelijk ook een verlies van een inmiddels vertrouwde aanpak gaan betekenen. Voor mij zelf was het “nieuwe”, het hóe van die vitalisering ook onbekend.
Mehdi gaf wel in diverse toespraken aan dat we nu snel aan de slag moesten om de aansluiting niet te gaan missen, dus het gevoel van urgentie werd wel aangeduid. Hij had zelf in zijn werken met veelal jongere groepen onder de motto’s ” ontwikkel jezelf”, ” next step” en “jumping the curve” een andere doelgroep leren kennen en gemerkt dat er, ook binnen de kaders van de filosofische aanpak van de kernthema’s van de Stichting SFM, aansluiting gevonden kon worden en er ook een nieuw elan kon ontstaan. Ook bleken die wat jongere participanten hun tijd te willen besteden om de SFM verder te helpen, bijvoorbeeld met het opzetten van een verbeterde website en social media.
Als deelnemers begrepen wij wel dat daar fors over werd gediscussieerd binnen het bestuur, maar heel veel kwam daarover niet naar buiten, behalve toen begin 2018 werd gestart met een zogeheten “verdiepingsgroep”. Deelnemers aan verschillende werkgroepen werden via een circulaire opgeroepen om daarin te participeren.
Voor een deel van de deelnemers aan de Leerweg waren de issues overigens lang niet zo manifest aanwezig, want het liep toch immers best lekker. Op de Cynham, in Amstelveen en in Brognon was een gesmeerde organisatie aanwezig en alles liep toch als een Zwitsers uurwerk?
Wel constateerden wij dat de weekenden door steeds minder mensen werden bijgewoond.
Tijdens de verdiepingsweek in Brognon is diepgaand gediscussieerd over dat gevoel aan gemis aan vuur en commitment die bij de start van de Stichting nog in zo ruime mate aanwezig was, de levende “tapas” werd toen ten diepste gevoeld, gaf energie en verbond de mensen.
Tijdens de week in Brognon werd het voor mij voor het eerst duidelijk dat er dus twee kernproblemen waren die thans aangepakt worden. De eerste heeft te maken met een noodzakelijke verjonging om de continuïteit van de organisatie te borgen, en dat zal iedereen aanspreken. Het tweede kernprobleem is de vervlakking en die heeft meer met de inhoud van het tweede deel van de leerweg te maken. Vandaar dat gesproken wordt over een “verdieping”. Rondom deze kernproblemen is de wereld ook in die 25 jaar sterk veranderd. Hierbij moeten we vooral denken aan de opkomst van internet en social media naast de maatschappelijke acceptatie van meditatie, mindfulness etc. Ook de opkomst van een geheel nieuwe generatie die fundamenteel lijkt af te wijken qua interesses, spanningsboog etc.van de bestaande doelgroep vergt een andere aanpak.
Deze combi van factoren heeft geleid tot het opnieuw nadenken over de opzet van de organisatie en inrichting van het curriculum/leerweg.
In Brognon is ook nagedacht over het begrip Hestia (Huis en haard), dus de gastvrijheid die wij voor deelnemers van de groepen en gasten willen uitstralen, maar ook de consequenties die dit heeft voor de deelnemers van de groepen in het gemeenschappelijk dragen van de uitvoerende taken die met de infrastructuur te maken hebben.
Uiteraard probeert het bestuur de noodzakelijke vernieuwing in doelgroepen en aanpak te combineren met het behoud van het goede dat thans door velen wordt ervaren, maar er komen ook grenzen in zicht.
Voor het goede begrip: die keuzes zijn nog niet uitgekristalliseerd en het is juist daarom dat we met een aantal mensen nadenken om het bestuur optimaal te helpen om die keuzes te formuleren. De groep in Brognon was breed samengesteld, een afspiegeling van het gemiddelde van de bestaande groep deelnemers.
Langzaam zien we dus de nieuwe phoenix uit de as rijzen en dat kost tijd. Dit proces vergt ook energie en commitment van de deelnemers binnen de organisatie. Anderzijds is het vooral ook een experiment dat we met vertrouwen tegemoet zien.
Mehdi en het bestuur hebben ons toegezegd tijdig te communiceren over de mogelijke gevolgen, zodat daarna iedereen daarover rustig kan nadenken. Wel is duidelijk dat jaarlijks met alle deelnemers een evaluatiegesprek gevoerd zal worden om wederzijds de verwachtingen en aandachtspunten te inventariseren.
Hoop dat jullie met deze blog weer even zijn bijgepraat , wordt vervolgd…….
Mees Hartvelt