Het Ennegram en de mantra Om

Het Enneagram is een complex symbool met een grote psychologische en filosofische betekenis. De meeste mensen vinden het niet gemakkelijk om erin door te dringen en contact te maken met de kennis die erin verborgen ligt. Toch is het een groot hulpmiddel om je koers in het leven te vinden en te houden.

Er zit zoveel kennis in het Enneagram dat het onmogelijk is dit in een kort stukje tekst samen te vatten. Eén aspect wil ik wel behandelen: het Enneagram laat ons zien dat we in  ‘verschillende werelden’ kunnen leven, met elk eigen kenmerken (en mogelijkheden en onmogelijkheden).

Het Enneagram is opgebouwd uit een driehoek, een interne zespuntige figuur en een cirkel met negen punten. Samen vormen zij het Enneagram

Als je zo naar het Enneagram kijkt, valt een parallel op met de beschrijving van de meest bekende mantra in de Indiase traditie, de mantra Om. Dit mysterieuze woord laat zich niet gemakkelijk vertalen. Het kent, net als het Enneagram een ongekende diepte.

Er zijn drie belangrijke Upanishads (oude Indiase geschriften) die deze mantra bespreken: de Prashna upanishad, de Mundaka upanishad en de Mandukya upanishad. In ieder van deze upanishads wordt gewezen op de opbouw van de mantra Om, die bestaat uit de klanken A, U en M. Samen vormen zij de mantra Om, die één en ondeelbaar is. De klanken A, U en M corresponderen ook met de verschillende staten van bewustzijn: de wakende staat, de droomstaat en de diepe slaap staat. De letters corresponderen ook met de ‘drie werelden’: de A komt overeen met de fysieke wereld, de U met de mentale of subtiele wereld en de M met de causale wereld.

Wonderlijk is dat wij de wakende staat als de ‘echte’ staat, of de meest belangrijke staat van bewustzijn beschouwen, terwijl, als we kijken naar de evolutie, de evolutie bijzonder zuinig is geweest op de andere staten van bewustzijn. Waarom? Waarom is slaap zo belangrijk en waarom is er in de miljoenen jaren van de evolutie niet een andere oplossing gevonden voor het weer ‘opladen’ die veel minder gevaarlijk is dan slapen. Juist in de slaap ben je kwetsbaar voor roofdieren. Als je wilt overleven in een wereld waar ‘het recht van de sterkste’ geldt, dan zou je toch liever niet willen slapen: veel  te gevaarlijk.

Toch is de natuur heel zuinig geweest op slaap en alle wezens hebben slaap nodig. Studie van het Enneagram laat zien dat de driehoek correspondeert met de wakende slaap, de interne zespuntige figuur met de droomstaat en de cirkel met de diepe slaap staat. In de wakende staat wordt ‘slechts’ een derde (3 van de 9 punten) gebruikt, in de droomstaat zes en in de diepe slaap worden alle negen punten gebruikt. Wat betekent dit? De upanishads leren, bij de behandeling van de mantra Om, dat wij drie bewustzijnsstaten hebben en in drie werelden leven (fysiek, mentaal en causaal) en als die als één en ondeelbaar worden gezien en beleefd, dat we dan ons  volledige leven leiden. Dan kan je alle mogelijkheden die je gegeven zijn, gebruiken. Dan ben je niet meer aan het overleven, maar leef je een volwaardig en betekenisvol leven.

Het Enneagram toont hoe je de drie aspecten tot één geheel kunt smeden, evenals de upanishads dit doen met de bestudering van de mantra Om. Het is niet zo moeilijk om te ontdekken dat het Enneagram en de mantra Om een opvallende gelijkenis met elkaar hebben.

Als je interesse is gewekt om het Enneagram beter te leren kennen en te zien wat het belang hiervan is voor je eigen leven, dan raad ik je aan om je in te schrijven voor onze retraite van 4-10 augustus in het retraitecentrum in Brognon, Noord-Frankrijk. Kijk hier voor meer informatie en opgave.

Als je vragen of opmerkingen hebt, stuur mij dan een mailtje.

Mehdi Jiwa

Twee benaderingen van de Meditatie

Nu meditatie steeds bekender wordt in ons deel van de wereld en steeds meer wordt gewaardeerd, is het misschien goed om even stil te staan bij de verschillende benaderingen of uitgangspunten van de verschillende methodes. Ruwweg kan je stellen dat er twee benaderingen zijn die in verschillende methodes gebruikt worden. Voordat we verder gaan, moeten we ons goed realiseren dat de ene benadering niet beter is dan de andere, maar dat beide hun plaats hebben. Om de twee benaderingen goed te kunnen begrijpen, is het van belang dat we even stil staan bij de verschillende lichamelijke centra die van belang zijn bij de meditatie.

Klassiek zouden we ze als volgt kunnen afbeelden:

Drie centra in ons lichaam zijn van belang: het hoofd, de zetel van onze geest, het hart en een centrum in onze buik/bekken. Daarnaast is er vierde centrum dat afgebeeld kan worden boven het hoofd.

De betekenis van de centra wordt in de grote tradities op verschillende manieren beschreven. Een selectie van de meest voorkomende omschrijvingen is weergegeven in de bovenstaande figuur.

De vraag is nu hoe de meditatie kan worden benaderd. Ruwweg zijn er twee benaderingen: één die vanuit het hoofd (de geest) de meditatie opbouwt en één die vanuit de onderbuik/ bekken de meditatie opbouwt. De methodes die in het Westen gebruikt worden, gaan meestal uit van de eerste benadering: de geest staat centraal en is ‘in de lead’. Het proces  van de meditatie start met het ontspannen van het lichaam en het toezien op de gedachten en gevoelens, gevolgd door het verstillen van de geest en zo door. Tijdens dit proces maak je als vanzelf contact met je diepe ambities, gevoelens, motieven etc. die toegedicht worden aan het hartcentrum. Parallel aan dit proces is het ‘zich openstellen voor het hogere bewustzijn’ waarbij je gevoelig wordt voor de fijne van het bewustzijn die wij kennen als intuïtie en inspiratie. Schematisch kunnen we het als volgt voorstellen:

Hoewel deze benadering aan veel methodes en systemen ten grondslag ligt en in de praktijk goed werkt, kleven er een paar risico’s aan die m.n. in onze huidige tijd aandacht behoeven. Omdat bij deze methode de geest zo’n centrale rol vervult, is het gevaar niet denkbeeldig dat ons ego aan de haal gaat met de meditatie. Gedachten als ‘ik mediteer en ben mij aan het ontwikkelen’,  of ‘ik mediteer en het gaat goed met mij’, etc. komen gemakkelijk op.

De tweede benadering gaat uit van het ‘zich vestigen in de kracht die diep in jezelf aanwezig is’, nl. het ‘diep zitten’. Vanuit de verbinding met deze diepe kracht, wordt het hartcentrum geraakt en vervolgens het hoofd en het hogere bewustzijn. Het begint allemaal met verbinding maken met je diepe, innerlijke fundament. Schematisch kunnen we het als volgt weergeven:

Beide benaderingen hebben hun waarde, maar het is nuttig om ze beide te overwegen in de context van de plaats en tijd waarin wij leven. In een samenleving waarin ons hoofd zo ‘vol’ is, kan het nuttig zijn om meer aandacht te geven aan de benadering van de meditatie die opgebouwd wordt vanuit de innerlijke kracht die diep in ons aanwezig is. Bovendien kan meditatie op zichzelf niet voorkomen dat ons ego groeit en is het daarom wellicht ook verstandig om niet primair vanuit het hoofd te mediteren, maar vanuit de diepe kracht die in ons aanwezig is.

Zie ook de video op YouTube.

Als je vragen of opmerkingen hebt: stuur mij een mailtje:

info@filosofieenmeditatie.nl

Mehdi Jiwa

De Bhagavad Gita in de Mahabharata

In mijn vorige blogs heb ik in grote lijnen iets geschetst over het avontuur dat ik met de Bhagavad Gita door de jaren heen beleefd heb. Voordat ik verder ga wil ik in deze blog in het kort iets over de context van dit geschrift vertellen.

De Bhagavad Gita is oorspronkelijk in het Sanskriet, een oud-Indiase taal, geschreven. Bhagavad Gita betekent letterlijk Het lied van de Heer. De Heer is hier Sri Krishna die in dit gedicht Arjuna onderricht. Heer wordt hier, net als andere woorden waarmee Krishna aangeduid wordt, met een hoofdletter geschreven uit diepe eerbied voor Krishna of dat waar Krishna voor staat.  Voor sommigen geeft dat onaangename associaties met het Christendom, maar daar heb ik geen last van. De Bhagavad Gita wordt ook wel kortweg met Gita aangeduid en dat zal ik ook doen omdat dat het leesgemak ten goede komt. De Gita vormt een onderdeel van het grote Indiase epos de Mahabharata.

De Mahabharata is een z.g. raamvertelling. Dat betekent dat binnen het hoofdverhaal veel andere verhalen worden verteld om bepaalde aspecten te illustreren. Het hoofdverhaal van de Mahabharata begint feitelijk als de aarde de schepper om hulp smeekt omdat ze door demonische krachten overweldigd wordt en dit niet meer dragen kan. De demonische krachten drongen zelfs in de koninklijke lijnen binnen om hun invloed te doen gelden. Daarop vraagt de schepper de goddelijke krachten op de aarde onder de mensen geboren te laten worden om de demonische krachten te verdrijven: Dharma – zo’n Sanskriet begrip waar ik het over had – dat in deze  context wil zeggen:  ‘de eeuwige wet die alle schepselen ondersteunt’ moet hersteld worden[1]. Op dit begrip kom ik in een volgend blog nog zeker terug.

Midden in de Mahabharata vindt dan ook een enorme strijd plaats. En hoe merkwaardig (of toch niet?): net voor de strijd losbarst, op het strijdveld, midden tussen de twee legers in, begint het onderricht waarvan in de Gita verslag wordt gedaan.

De Gita wordt wel de ziel en de Mahabharata, het lichaam van de vertelling, genoemd. Het is voor de bestudering van de Gita niet noodzakelijk eerst de Mahabharata te kennen. Mijn ervaring is wel dat doordat ik vele delen van de Mahabharata ken, de Gita als het ware meer kleur, en ja meer ‘body’ voor mij heeft gekregen.

Over hoe oud de Mahabharata en de Gita precies zijn, zijn de geleerden het niets eens. Over het algemeen gaat men uit van zo’n drie- tot vierduizend jaar.

In ieder geval werd het epos in eerste instantie mondeling overgedragen en pas later opgeschreven. Eerst op palmbladeren, later op papier. De Mahabharata bestond in eerste instantie uit zo’n 20.000 verzen. In de loop der tijd werd het aangevuld. Het totale epos in de meest uitgebreide vorm bestaat uit meer dan 100.000 verzen. De Gita bestaat uit 700 of 701 verzen. Het verschil ontstaat door het wel of niet meetellen van een openingsvers van het dertiende hoofdstuk, waarvan sommigen menen dat het later is toegevoegd. Voor de inhoud maakt dit echter geen verschil.

De verzen van de Gita zijn in telegramstijl geschreven. Waarschijnlijk omdat het zo eenvoudiger was ze uit het hoofd te leren toen ze nog niet opgeschreven werden. Daarbij bevat het Sanskriet-woorden die niet één op één te vertalen zijn naar een andere taal. Het zijn eerder begrippen die in hun context in verschillende werken ook nog van betekenis kunnen verschillen.

Zo. Nu heb ik u misschien wel helemaal ontmoedigd om nog iets met de Gita te ondernemen. Dat is niet de bedoeling en zeker niet nodig.

Het oudste nog beschikbare commentaar op de Gita is van Adi Sankara (788-820), die als de voornaamste verspreider van de Advaita Vedanta, de non-dualistische Vedanta-leer, wordt beschouwd. Daarna zijn er vele commentaren verschenen. Door de Engelse overheersing en de daarmee gepaard gaande invoering van het Engels in India zijn veel vertalingen van de verzen, al dan niet voorzien van commentaar, in het Engels verschenen en soms in het Nederlands vertaald.

In mijn volgende blogs zal ik ook aandacht aan verschillende begrippen en commentaren besteden.

Volgende blog: Het begin van dit onderricht.

Hans Nijs

Vragen of opmerkingen? Stuur mij gerust een mailtje: fam.nijs@quicknet.nl

[1] Een volledige Engelstalige versie van de Mahabharata, die van K.M. Ganguli, is vrij beschikbaar op internet: http://www.sacred-texts.com/hin/maha/. Dit stukje staat beschreven in Boek 1, Adi Parvan, hoofdstuk LXIV.