Waar gaat de Bhagavad Gita over? (Deel 1)

In vervolg op mijn voorgaande blogs zou een logische vraag kunnen zijn: Waar gaat die Bhagavad Gita eigenlijk over? Ik hoop dat u begrijpt dat de gehele omvang, inhoud, diepte, van een werk als de Gita niet in één of twee blogs is samen te vatten. Toch zijn er een paar aanwijzingen om in grote lijnen de inhoud weer te geven. Daar zal ik nu in deze en de volgende blog bij stil staan.

Van oude Indiase geschriften wordt gezegd dat het eerste en het laatste woord de sleutel zijn om het betreffende geschrift te openenen. Het eerste woord van de Bhagavad Gita is dharm het laatste woord mama. Dharm, dharma is een veelomvattend begrip in het Sanskriet, maar in dit verband heeft het de betekenis van ‘dat wat gedaan moet worden’. Vaak wordt dit vertaald als plicht, een woord dat vaak een negatieve gevoelswaarde heeft, maar wat hier zeker niet de bedoeling is. Mama is Sanskriet voor ‘mijn’. De Gita heeft zo betrekking op ‘mijn dharma’.

In het tweede hoofdstuk van de Gita geeft Arjuna, als de dialoog met Krishna net van start is gegaan, aan dat hij niet meer weet wat hij moet doen: ‘Mijn eigen natuur (svabhâva) is verduisterd door zelfmedelijden; ik ben verward en weet niet meer wat mijn plicht (dharma) is. Onderricht mij, bid ik U’ (vers 2.7). Deze constatering en vraag van Arjuna vormen de opening van het onderricht dat Krishna hem, en ons, gaat geven.

Op een gegeven moment ontdekte ik dat Arjuna hier in dit vers in de oorspronkelijke taal, het Sanskriet, de omschrijving ‘svabhâva’ gebruikt. Daarvan kwam ik vervolgens de volgende mooie uitleg tegen: “Svabhâva is een samengesteld woord van de wortel bhû, ‘worden’ en sva, ‘zelf’. Letterlijk dus: ‘zelfwording’. De betekenis ervan is dat elk wezen zijn eigen karakteristieke kenmerk tot uitdrukking brengt; zichzelf wordt. Dit kenmerk komt tot stand door handelen en denken, waardoor leven na leven elk wezen een eigen karakter opbouwt, dat van andere wezens verschillend is.” [1] Toen deze betekenis tot mij begon door te dringen, maakte dit grote indruk op mij.  ‘Zelfwording’ komt voort uit de verbinding met je eigen diepere zelf. Wat dient zich in jou aan, wat leeft in je, wat spreekt je aan, waar liggen je mogelijkheden, je talenten. Die basis vormt voor een groot deel datgene wat jou in dit leven te doen staat.

In mijn eigen jeugd en opvoeding lag het accent op ‘plicht’ in de zin dat er iets van mij gevraagd werd wat ik eigenlijk niet wilde, waar ik de zin niet van inzag en wat misschien niet bij mij paste. ‘Zelfwording’ werd niet aangemoedigd. Dat had flinke gevolgen: een beroepsopleiding die niet bij mij paste, talenten die niet ontwikkeld werden en het onvermogen om een passende relatie te kiezen, met een scheiding als gevolg.

En dan komen we bij een aantal begrippen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en regelmatig in de Gita terugkeren. Begrippen die alle drie met ‘sva’ beginnen ‘zelf’,  ‘eigen’, ‘mijn’:

  • sva-bhâva zelf-wording
  • sva-dharma dat wat mij / jou te doen staat
  • sva-karma de activiteiten die bij jouw dharma, jouw svadharma passen

Toen ik deze betekenissen in de Gita las, zat ik midden in een ‘wederopbouwproces’ en vormde dit zeker een bijzondere stimulans om met de studie van juist dit werk door te gaan.

Je eigen svabhâva, svadharma en svakarma volgen houdt niet in dat je alleen maar doet wat ‘leuk’ is. Het is doen wat bij je past. Daar zit een nuanceverschil tussen.

Zoals je bij svabhâva, svadharma en svakarma dingen volgt, ten uitvoering brengt, die je als het ware gegeven zijn of worden,  zo geldt dat ook voor situaties waarin je geplaatst wordt.

Om deze rol zo goed mogelijk te vervullen doet Krishna er alles aan ons aanwijzingen te geven om onze manier van kijken zo breed en precies mogelijk te maken. Dat onderricht duurt 18 hoofdstukken lang en 18 hoofdstukken diep. Want, zoals mij ooit werd voorgehouden: de Gita is geen boek wat je uitleest, je leest het. Aan de hand van toetsing en overweging in het dagelijks leven, dienen zich steeds weer nieuwe zaken aan.

Deel 2 van ‘Waar gaat de Bhagavad Gita over’ volgt binnenkort.

Vragen of opmerkingen? Stuur mij gerust een mailtje: fam.nijs@quicknet.nl

[1] De Bhagavad Gîtâ, het boek van Yoga, Stichting I.S.I.S. Den Haag blz. 100. toelichting bij 5.14.