Zomer in Brognon
Het was mij gegeven deze zomer gedurende een lange tijd in ons retraitecentrum in Brognon door te brengen. Een heel bijzondere ervaring, waarvan ik jullie in enkele blogs deelgenoot wil maken.
Mijn opzet was hier deels ter ondersteuning aanwezig te zijn en mij verder te wijden aan een studie van het zesde hoofdstuk van de Bhagavad Gita, ‘De yoga van meditatie’. Dit mede omdat ik hierover in het najaar een aantal studieavonden in ons studiecentrum in Amstelveen organiseer.
Na een intensieve gezinsweek meende ik dat het ondersteunende deel er wel voor een groot deel op zou zitten en dat ik mij verder aan mijn ‘eigen’ studie-programma zou gaan wijden.
Dat pakte echter iets anders uit dan ik mij had voorgenomen. De stapel boeken met de nodige commentaren op de Bhagavad Gita, die ik voor mijn studie had meegenomen kreeg bijzonder weinig aandacht.
Daar ging een voorgeschiedenis aan vooraf.
Tijdens bijeenkomsten eerder dit jaar had ik het thema van de ‘paren van tegenstellingen’ aangesneden dat in de Bhagavad Gita regelmatig voorbij komt. En dan met name het aspect dat het er niet zozeer om gaat wat je leuk vindt, maar dat je doet wat gedaan moet worden. Dat we zoveel energie kwijt raken door steeds te proberen te organiseren wat we leuk vinden en te vermijden wat we niet leuk vinden.
Dat klinkt wel aardig, maar bleek mij in de praktijk toch regelmatig lastiger dan verwacht om bestaande, ingesleten patronen om te buigen.
Ik had mij voorgenomen dit aspect als aandachtspunt mee te nemen voor deze weken en daar uit het negende vers van het zesde hoofdstuk van de Gita de ‘vooringenomenheid ten aanzien van wie dan ook te laten vallen’ aan toe te voegen.
Opmerkelijk genoeg kostte het geen enkele moeite om zeker gedurende eerste weken hier op een aangename manier invulling aan te geven. Het niet alleen maar doen wat leuk is maar doen wat gedaan moet worden was gewoon leuk. Uit verschillende reacties kon ik opmerken dat dat ook voor anderen op de een of andere manier merkbaar was. Heel opmerkelijk in deze weken was mijn relatief goede fysieke conditie, terwijl ik anders over een regelmatig zeer beperkte energie beschik als gevolg van een chronische ziekte.
Deze effecten namen in de loop der tijd wat af. Dit had zeker te maken met het feit dat ik aan enkele intensieve studieprogramma’s deelnam.
Natuurlijk zijn er voor deze bijzondere ervaring veel externe factoren aan te wijzen: de afwezigheid van de hectiek van het dagelijks leven in een drukke omgeving, de fijne sfeer die er in Brognon aanwezig is, de stilte, rust, harmonie, ’s morgens en ’s middags met elkaar mediteren, gezonde, vegetarische voeding etc. etc.
Ook het feit dat ik hier al best een tijdje mee bezig ben zal meespelen.
Maar toch …
Verval ik nu, nu ik thuis ben weer in de oude patronen in afwachting van het moment dat ik volgend jaar weer naar Brognon kan?
Laten we eens kijken welke factoren aan deze ervaring hebben bijgedragen. Zijn er hiervan die in de hectiek van het dagelijks leven in stand gehouden kunnen worden? En is er een relatie met dat wat Sri Krishna daarover in de mij zo aan het hart gelegen Bhagavad Gita zegt?
In mijn volgende blog neem ik u verder mee in dit onderzoek hierover.
Hans Nijs
Wilt u reageren? Dat kan: fam.nijs@quicknet.nl