Wat is de beste vertaling van de Bhagavad Gita?

De Bhagavad Gita is erg populair

Het is bekend dat ik erg gek ben op de Bhagavad Gita. Dit kleine Indiase geschrift zit vol praktische aanwijzingen hoe je je leven beter en harmonieuzer kan leven. De Bhagavad Gita heeft al eeuwen lang mensen uit Oost en West geïnspireerd en ik gebruik de Gita dagelijks in mijn leven.

De laatste tijd komen er steeds meer mensen die zich willen verdiepen in de Bhagavad Gita en die aan mij vragen: ‘Wat is de beste vertaling van de Bhagavad Gita?’

Wat is de beste vertaling?

Dit is een interessante vraag, die niet eenvoudig te beantwoorden is. Ik wil proberen een aantal aspecten in de blog te bespreken die je kunnen helpen om voor jou de beste vertaling te vinden. De Bhagavad Gita is oorspronkelijk in het Sanskriet geschreven. Het Sanskriet is een rijke taal met veel nuances en de woorden kunnen verschillende betekenissen hebben. Bovendien is de Gita eeuwen geleden geschreven en komt uit een heel andere cultuur dan de onze. Wij kijken met onze 21e -eeuwse ogen naar de Gita en willen de aanwijzingen graag gebruiken in ons moderne leven.

De juiste vertaling is belangrijk, maar niet voldoende

Natuurlijk is het belangrijk dat de woorden goed en juist vertaald worden uit het Sanskriet of uit een andere taal. Maar is dat voldoende? Woorden en zinnen staan niet op zichzelf. Ze komen ergens vandaan en gaan ergens naar toe. Het is net als met muziek: de woorden goed vertalen is gelijk aan de noten zuiver spelen, maar daarmee is het nog geen muziek. In de muziek zijn er passages die bestaan uit noten en maten die bij elkaar horen. Er zijn noten die het verhaal vertellen en sommige verdienen een accent omdat zij een bijzondere plaats innemen, maar er zijn ook noten ter ondersteuning. Ook noten die een onverwachte wending kunnen geven aan een muziekstuk. Het is belangrijk dat je deze passages herkent en de juiste nadruk geeft. Dat geeft ‘diepte’ aan het stuk.

Een zweem van een glimlach

Dit gaat ook op bij de bestudering van de spirituele geschriften en dus ook bij de Bhagavad Gita. Er zijn woorden in de Gita die oppervlakkig gezien niet zo bijzonder zijn en in verschillende vertalingen worden ze naar de achtergrond geschoven. Een voorbeeld in de Bhagavad Gita zie je in het begin. De prins Arjuna is ten einde raad. Hij is een groot strijder en moet een onvermijdelijke oorlog voeren. Hij weet niet meer wat zijn plicht is en zakt uiteindelijk in zijn strijdwagen in elkaar. Krishna is bij hem en leert hem hoe hij zijn taak en functie in het leven kan vinden. De passage die ik wil laten horen staat in het begin van het tweede hoofdstuk:

Mijn eigen natuur (svabhâva) is verduisterd door zelfmedelijden; ik ben verward en weet niet meer wat mijn plicht (dharma) is. Onderricht mij, bid ik U.
Zelfs al zou ik de heerschappij over een welvarend koninkrijk op aarde verkrijgen of de heerschappij over de stralenden (goden), dan nog zou ik niet weten hoe ik van deze smart, die mijn zinnen verteert, kan worden verlost.

Nadat Arjuna, de overwinnaar van zijn vijanden, Krishna, aldus had toegesproken en tot Krishna gezegd had: ik zal niet strijden, zweeg hij.
Toen richtte Krishna met een zweem van een glimlach de volgende woorden tot Arjuna, die teneergeslagen tussen de twee legers stond. (B.G. II, 7-10).

Waar ik het accent op wil leggen is op ‘met een zweem van een glimlach’.  Wat een vreemde woorden zijn dit. Arjuna is de wanhoop nabij en Krishna krijgt een ‘zweem van een glimlach’ op zijn gezicht. Met recht een hele onverwachte wending. Toch is de glimlach erg belangrijk. Doordat Arjuna niet meer verder kan, moet hij zijn steun zoeken bij Krishna. Krishna ziet nu mogelijkheden en krijgt het mandaat om Arjuna te onderwijzen. Het weglaten of naar de achtergrond schuiven van deze woorden, maakt dat de tekst een heel andere lading krijgt, ondanks het feit dat de woorden ‘met een zweem van een glimlach’ geen onderdeel zijn van het onderricht van de Bhagavad Gita.

Er is nog meer op te merken over de woorden en de vertalingen. Vertalingen vertellen vaak meer over de vertaler (hoe hij of zij denkt en naar de wereld kijkt) dan over de tekst zelf. Dat is geen probleem, zolang je het maar weet.

Mantra’s

In de Gita zitten ook mantra’s. Deze woorden hebben niet zozeer een taalkundige betekenis, maar zijn geladen met energie. Het gaat om de energie. Overigens is deze energie niet constant, hij zit niet alleen in de woorden, maar ook in jou en mij. Je komt in resonantie met de woorden en per persoon en per situatie is het effect verschillend. Hier is een beroemde mantra:

Ik ben het offerritueel; Ik ben het offer; Ik ben het offeren; Ik ben het offerkruid, de offerspreuk (mantra) ben Ik; ook ben Ik de geklaarde boter; Ik ben het vuur; het uitgieten van het offer ben Ik. (B.G. IX, 16).

Woorden hebben een verschillende waarde

Sommige woorden proberen de kern van de kennis uit te drukken, andere zijn een illustratie. Weer andere zijn heel erg belangrijk, maar je kijkt erover heen. Je ziet ze niet. Ik zal een voorbeeld geven:

Dit vind ik een erg mooi vers:

Hij die Mij met een toegewijd en zuiver hart een blad, een bloem, een vrucht of water offert: Ik neem het van hem aan omdat het met een zuiver hart geofferd is. (B.G. IX, 26).

Je zal misschien het met mij eens zijn dat de woorden ‘blad’, ‘bloem’, ‘vrucht’ en ‘water’ hier voorbeelden zijn. Het mag ook iets anders zijn, zolang het met ‘een zuiver hart geofferd is’. Een zuiver hart heeft het accent in de zin en dat wat je offert mag heel eenvoudig zijn.

Ruimte voor interpretatie

Soms is het nog iets moeilijker omdat je de zinnen interpreteert op een bepaalde manier. Hierdoor komen bepaalde woorden naar voren en verdwijnen andere naar achteren. Dat is niet goed of fout, dat is een kwestie van interpretatie. Een vertaling moet alleen wel de ruimte laten voor verschillende interpretaties. Hier heb je een beroemd voorbeeld:

Zij die niet hoogmoedig zijn, die vrij zijn van begoocheling, die het kwaad van wereldse gehechtheid hebben overwonnen, die steeds aan het Zelf zijn toegewijd, die de verlangens de rug hebben toegekeerd en die bevrijd zijn van de paren van tegenstellingen, zoals vreugde en pijn, bereiken Mij, het eeuwige doel. (B.G. XV, 5).

Waarschijnlijk lees je in de tekst dat je een aantal zaken te boven moet komen: hoogmoed, begoocheling, wereldse gehechtheid en de paren van tegenstellingen. Dat je je hiervan moet bevrijden, kom je in veel geschriften tegen. Maar wat je waarschijnlijk niet ziet is dat de tekst vier vormen van ontkenning gebruikt, namelijk ‘niet’, ‘overwinnen’, ‘de rug toekeren’ en ‘bevrijd worden’. Het is maar een interpretatie, maar dit vers nodigt je uit om de vier verschillende vormen van ontdekking of bevrijding te leren kennen en te gebruiken. Wanneer kan je ‘nee’ zeggen, wanneer kan je de strijd aangaan en proberen iets te overwinnen en wanneer moet je dat juist niet doen, omdat het probleem dan alleen maar groter zal worden. Dit vers leert je dat je ‘nee’ kan zeggen tegen hoogmoed en begoocheling en dat je gehechtheid kan overwinnen. Maar begeerte kan je beter de rug toekeren, want als je het aandacht geeft, groeit het. Loskomen van de ‘paren van tegenstellingen’ is niet iets dat je zelf kan doen. Je kan je wel voorbereiden, maar uiteindelijk wordt het je geven.

Misschien spreekt deze interpretatie je aan en kan je hem gebruiken in je leven, misschien ook niet, maar de tekst moet wel ruimte laten voor je eigen onderzoek en interpretaties.

Wat is nu de beste vertaling van de Bhagavad Gita?

Wat is nu de beste vertaling van de Bhagavad Gita? Dat is afhankelijk van je eigen staat en wat je wil of nodig hebt. Er zijn vertalingen die heel vertroostend werken, er zijn vertalingen die je uitnodigen om erop te mediteren, andere die meer je analytische denken aanspreken en weer andere die juist het devotionele aspect benadrukken. Maar het belangrijkste is dat de vertaling jou aanzet om de Bhagavad Gita te gaan gebruiken  in je dagelijks leven en er je eigen ervaringen mee op te doen. Dat is de vertaling die voor jou de ‘beste vertaling’ is.

Wil je reageren? Stuur een mailtje naar info@filosofieenmeditatie.nl

Drie manieren om naar handelen en niet handelen te kijken

(Geïnspireerd door de yoga van handeling zoals beschreven in de Bhagavad Gita)

De Bhagavad Gita kan je op veel manieren lezen

Al jaren bestuderen we op vrijdagavond de Bhagavad Gita. Het is een open studie en iedereen kan meedoen. Afgelopen keer waren we bezig met de Yoga van Handeling die in de hoofdstukken 2-5 beschreven wordt.

De Bhagavad Gita kan je op heel veel manieren lezen. De ene manier is niet beter dan de andere, maar het zijn altijd interpretaties die je laten zien dat je in verschillende realiteiten kunt leven. En wat misschien nog belangrijker is: jij bent in staat om van de ene realiteit naar de andere te ‘reizen’.

Dit wordt mooi geïllustreerd aan de hand van het volgende vers:

Je moet de aard kennen van handeling (karma), speciale handeling (vikarma) en niet-handelen (akarma); want zeer diepzinnig is de weg van handeling. (B.G. IV, 17).

Nogmaals: er is niet één juiste manier om naar dit vers te kijken, maar afhankelijk van je eigen standpunt toont de Bhagavad Gita je de realiteit die bij dat standpunt hoort. Dat is dan ook één van de belangrijkste lessen van de Bhagavad Gita: afhankelijk van je standpunt creëer je een werkelijkheid. Als je je standpunt verandert, verandert de wereld om je heen.

Laten we kijken naar hoe dat gaat aan de hand van dit vers.

De belang van de begrippen karma, vikarma en akarma in de yoga van handeling

Er worden ons drie begrippen gegeven: karma, vikarma en akarma. Meestal wordt karma met ‘handeling’ vertaald en vikarma met ‘onjuiste’ of ‘slechte handeling’. Akarma is dan ‘geen’ handeling (iets dat niet gebeurd). Dit is een prima interpretatie, alleen loop je een beetje vast met de vertaling van karma als ‘juiste handeling’, omdat het begrip ‘juist’ er niet staat. Karma betekent handeling. Bovendien wie of wat bepaalt wat ‘juist’ en ‘niet juist’ is? Dat is erg gebonden aan tijd, plaats en cultuur. Veel dingen die nu ‘juist’ zijn, waren vroeger ‘niet juist’ en omgekeerd. Ook culturen en religies verschillen behoorlijk van mening over wat ‘juist’ en ‘niet juist’ is. Kortom: als je er zo naar kijkt, leef je in een relatieve en veranderlijke wereld.

Wat gebeurt er als je vikarma vertaalt met ‘speciale handeling’?

Er zijn mensen en vertalers geweest die m.i. terecht stellen dat de Bhagavad Gita niet gaat over ‘juist’ en ‘niet juist’. Arjuna krijgt niet een rijtje mee van wat hij wel moet doen en wat hij niet moet doen. Hij krijgt onderricht om zelf te kunnen denken en zelf  beslissingen te kunnen nemen. Deze vertalers gebruiken liever een andere mogelijkheid om vikarma te vertalen, nl. ‘speciale handeling’.

Deze benadering brengt het vers heel dicht bij je. Wanneer is een handeling een ‘speciale’ handeling? Wie bepaalt dat? Voel diep, neem het mee in je meditatie en mogelijk ontdek je dat je het zelf bent die iets ‘speciaal’ of ‘niet speciaal’ maakt. De mens is een creatief wezen. Door iets ‘speciaal’ te maken, krijgt het waarde voor je. Je kan dit doen in bijzondere situaties, bijvoorbeeld bij een huwelijk. Dat is heel speciaal. Of bij de geboorte van je kind, dat is ook heel speciaal. Ook de rituelen in een kerk, tempel of moskee zijn misschien speciaal voor je. Maar je kan ook het koken en de dagelijkse handelingen heel speciaal maken. Dit past bij de uitspraak: Zen is de religie van de dagelijkse handelingen’.

Ook dat wat niet gebeurt krijgt een grote betekenis. Als bepaalde woorden niet gesproken worden of bepaalde dingen niet gebeuren, kan dat soms meer indruk maken dan woorden of dingen die wel gesproken worden of gebeuren. Als je bij iemand bent waar je veel van houdt, maar die zegt niet dat hij of zij ook van jou houdt, kan dat hard aankomen.

Deze manier van kijken naar dit vers legt een grote verantwoordelijkheid bij jezelf neer: als je in een mooiere, harmonieuzere, eerlijker wereld wil leven, transformeer dan handelingen in speciale handelingen en beschouw dat wat niet gebeurt als gelijkwaardig aan dat wat wel plaatsvindt. Je zal zien dat je wereld onmiddellijk mee verandert.

Een derde benadering van het vers

En dan is er nog een derde interpretatie mogelijk. Deze komt voort uit de titels die horen bij de hoofdstukken 3-5. Het derde hoofdstuk draagt veelal de titel: ‘de yoga  van handeling’. Het vierde hoofdstuk heet: ‘de yoga van afstand doen van handeling door kennis’ en het vijfde hoofdstuk heet: ‘het afstand doen van handeling’.

De titels verwijzen naar hoe ‘doen’ overgaat en oplost in ‘niet doen’. Als we met deze bril op naar het vers kijken, dan kan je zien dat het over een transformatie gaat. Handeling wordt speciale handeling en het begrip ‘handeling’ verdwijnt uiteindelijk. ‘Doen’ wordt ‘niet doen’.

In het vijfde hoofdstuk zit een erg belangrijk vers dat zegt:

De kenner van de waarheid denkt altijd: “ik doe waarlijk helemaal niets” (naiva kincit karomi iti), hoewel hij ziet, hoort, voelt, ruikt, eet, zich voortbeweegt, ademt, slaapt, spreekt, loslaat of aanpakt, de ogen opent of sluit. (B.G. V, 8-9)

‘Ik doe waarlijk helemaal niets’: wie kan deze woorden spreken?

Wie kan deze woorden spreken? Voor wie gelden deze woorden? Zijn dit hele speciale mensen? De woorden staan in het eerste deel van de Bhagavad Gita. Dit deel gaat over ‘de mens’. We mogen ervan uitgaan dat dit binnen het bereik van de ‘gewone mens’ ligt.

Dit transformatie proces kennen we eigenlijk al. Als de liefde er is, verdwijnt het gevoel van werk of doen. Je wordt als het ware meegevoerd door de stroom van de liefde. Dit is één van de kernbegrippen in het soefisme. Het ‘doen’ verdwijnt, doordat het gevoel van afgescheidenheid verdwijnt of anders gezegd, door dat ‘ik’ verdwijnt. Dit proces wordt prachtig beschreven in de yoga van toewijding of de yoga van de liefde: de bhakti yoga.

Niet één van bovengenoemde interpretaties is de juiste. Het is een manier van kijken en leven. Je voelt waarschijnlijk wel aan dat hoe de wereld zich aan je toont, mede wordt bepaald door het standpunt dat je inneemt. Hier heb je een mantra die je mee kan nemen in je meditatie: ‘standpunt creëert een realiteit’. Weet dat jijzelf de sleutel in handen hebt. Je zou kunnen zeggen dat je kan kiezen in welke werkelijkheid je wil leven. De Bhagavad Gita is niet een boek dat voor iedereen gelijk is. Hoewel de letters van de tekst niet veranderen, zal de Bhagavad Gita zich aan je presenteren, al naar gelang het standpunt dat je inneemt.