De Nieuwe Mens gespiegeld in de Bhagavad Gita deel I
Enige tijd geleden zijn wij begonnen met lezingencyclus getiteld ‘De Nieuwe Mens gespiegeld in de Bhagavad Gita’ (voor actuele data: zie agenda). Het idee achter deze lezingen is dat wij leven in een sterk veranderende tijd waarin vele lang bestaande zekerheden verdwijnen. Hierdoor ontstaan onzekerheid, angst en het verliezen van een richting in het leven, waaruit dan weer een toenemende intolerantie, protectionisme en verzet tegen nieuwe ontwikkelingen voortvloeien.
De vraag die voor ons ligt is of de Bhagavad Gita, die al zo veel mensen richting en steun in hun leven heeft gegeven, ook nu van toepassing is en specifiek voor onze huidige tijd met zijn vele onzekerheden aanwijzingen heeft die wij kunnen gebruiken om onze koers te vinden en te houden. Ik ben oprecht van menig dat de Gita heel veel heeft bij te dragen, vandaar deze lezingencyclus. Nu er al een aantal zijn gehouden, is er steeds meer vraag naar de teksten van de lezingen. Er wordt aan gewerkt om ze in boekvorm uit te geven, maar dat zal nog wel even duren. Vandaar dat ik al vast stukjes zal publiceren middels deze blog. Het gaat niet lukken om de lezingen in hun geheel te plaatsen, maar enkele stukjes eruit lukt wel. Hier volgt een stukje van de lezing ‘Volg je hart, maar gebruik je hoofd: ontdek, ontwikkel en gebruik je talenten’.
De Bhagavad Gita begint net voor het uitbreken van een grote oorlog. Twee rivaliserende clans uit één familie staan tegenover elkaar en iedere poging om het conflict te vermijden of vreedzaam op te lossen, heeft gefaald. De oorlog is onafwendbaar en prins Arjuna, een geweldige legeraanvoerder met veel ervaring in de kunst van het oorlog voeren, is in een staat van opperste vertwijfeling. Hij weet niet meer wat zijn taak is: een oorlog voeren tegen eigen familieleden staat hem dermate tegen dat hij de handdoek in de ring wil gooien. De Gita is een dialoog tussen Arjuna en Sri Krishna, de manifestatie van het goddelijke. Deze dialoog brengt, zoals wij zullen zien, nieuwe mogelijkheden om uit dit dilemma te komen, tevoorschijn.
Het eerste hoofdstuk van de Gita beschrijft de wanhoop van Arjuna. Het proces wordt gedetailleerd beschreven. Arjuna bevindt zich in zijn strijdwagen en Krishna vervult de rol van wagenmenner. Arjuna vraagt aan Krishna om zijn strijdwagen naar het midden van het strijdperk te rijden waar hij kan overzien wie aan welke kant opgesteld staat en wie tegen wie gaat strijden. Hier wordt hij overmand door zijn wanhoop en zakt ineen. Arjuna houdt een vlammend betoog, vol normen en waarden die in zijn tijd vigeerden, waarom het niet goed zou zijn als deze oorlog zou plaatsvinden en hij wil geen partij zijn in deze, in zijn ogen, onjuiste oorlog. Opvallend is dat Krishna in dit hoofdstuk niets zegt en alleen luistert.
We mogen er van uit gaan dat Arjuna hier een ethiek volgt die gangbaar was in zijn tijd en in zijn land. Hij probeert redelijke argumenten aan te dragen om de oorlog niet te hoeven voeren. Hij put zich uit om uit zijn eigen systeem alles te halen wat mogelijk is, doch hij faalt. De rede, de logica, de ethiek etc. kunnen niet tot de kern van de zaak doordringen. Pas in het begin van het 2e hoofdstuk geeft Arjuna het op: hij kan niet verder en spreekt de legendarische woorden:
Arjuna zei:
O Madhusûdana (doder van Madhu), hoe kan ik mijn pijlen afschieten op Bhîshma en Drona, die zo eerbiedwaardig zijn? Het zou beter zijn in deze wereld van aalmoezen te leven dan deze edele leraren te doden en van de met bloed doordrenkte geneugten van de wereld te genieten. Wij weten ook niet of het beter zou zijn dat wij hen overwinnen of zij ons. Wij zouden niet meer willen leven als we de zonen van Dhritarâshtra, die hier in slagorde staan opgesteld, zouden doden. Mijn eigen natuur (svabhâva) is verduisterd door zelfmedelijden; ik ben verward en weet niet meer wat mijn plicht (dharma) is. Onderricht mij, bid ik U.
Bhagavad Gita II: 4-7
Het bovenstaande proces is belangrijk in de context van ‘de ontwikkeling van de nieuwe mens’. Als wij geconfronteerd worden met een situatie die onze kern, onze integriteit raakt, en wij voelen dat wij op een punt komen dat wij niet meer verder kunnen, dan zal de eerste reactie zijn dat wij al onze vaardigheden en intelligentie inzetten om tot een oplossing te komen. In heel veel gevallen zal dit nuttig blijken te zijn, maar er zijn situaties die niet meer ‘vanuit ons eigen systeem’ zijn op te lossen. We moeten dan ‘iets totaal anders’ vinden. Dit proces wordt ook wel beschreven als ‘jumping the curve’.
Het proces dat in het eerste en in het begin van het tweede hoofdstuk beschreven wordt, is ook van toepassing op het grote veranderproces van de ‘oude naar de nieuwe mens’. De grote verandering is pas mogelijk als wij tot het besef zijn gekomen dat de verandering niet mogelijk is vanuit de oude paradigma’s en processen. Pas als dit inzicht is gekomen (en niet eerder dan dit moment), is er een wezenlijke verandering mogelijk. De tweede stap is: innerlijk helemaal stil worden en overgave aan…. Aan wat? Het kan op veel manieren geformuleerd worden, maar in ieder geval aan Dat wat voorbij ons eigen ego en individualiteit gaat. In een religieuze context kan het God of het goddelijke genoemd worden, in een meer filosofische context kan het aangeduid worden met de term ‘een hoger bewustzijn’.
Deel 2 van blog wordt binnenkort gepubliceerd.
Vragen of opmerkingen? Stuur een mail. dat wordt gewaardeerd.
Auteur: Mehdi Jiwa