Een lastig begrip: het offer
Het begrip ‘offer’ roept vaak veel weerstand op
Ik weet dat veel mensen moeite hebben en zelfs een allergie hebben ontwikkeld voor het begrip ‘offer’. Je hoeft het woord maar te noemen en ze krijgen rode vlekken in hun nek. Ik heb er al veel over geschreven en studies over gegeven. Ik denk dat ik er nog heel veel meer over moet schrijven en moet spreken voordat de weerstand een beetje wegvloeit. En dat zal ik blijven doen, want het is zo’n mooi en diep begrip. Er zijn maar weinig dingen in het leven die je leven zo’n meerwaarde kunnen geven als het ‘offer’. En bovendien wordt het door vriend en vijand gezien als één van de krachtigste spirituele disciplines voor menselijke ontwikkeling.
Meestal wordt ‘offeren’ geassocieerd met het ‘moeten’ geven
Meestal wordt ‘offeren’ geassocieerd met het ‘moeten’ geven aan iemand of aan een organisatie wat we eigenlijk, diep in ons hart, helemaal niet willen geven. Ook het idee dat iemand anders voor ons bepaald wat en wanneer en hoeveel we moeten geven, roept irritatie op.
Dit is wat niet bedoeld wordt met ‘geven’. Het gaat om de kwaliteiten die een handeling tot een ‘offer’ maakt. Laten we even de rust nemen om eens goed te kijken naar het begrip ‘offer’. Het begrip ‘offer’ komt in alle tradities voor en neemt ook in alle spirituele tradities een centrale plaats in. Het wordt gezien als iets typisch menselijks en als één van de krachtigste instrumenten voor menselijke ontwikkeling.
Wat maakt dat iets een offer wordt?
Wat maakt dat iets een offer wordt? Het zit niet in dat wat of hoeveel er geven wordt. Je kan aan de buitenkant niet goed zien of iets echt een offer is en wat de kwaliteit van het offer is. De kwaliteit van het offer zit in de innerlijke houding waarmee geofferd wordt en niet in de handeling zelf.
Er zijn vele manieren om naar het offer te kijken. Belangrijk is te beseffen dat er een diepe betekenis of doel in het offer ligt. Het is één van de diepste geheimen van de filosofie. Het offer verbindt de wereld van het individu, het afgescheiden bestaan of de microkosmos met het grote geheel, het universele of de macrokosmos. Het offer is de natuurlijke verbinding van de microkosmos met de macrokosmos en uiteindelijk versmelten de begrippen vyashti (het individu) en samashti (het geheel) of het individuele en het universele of de microkosmos en de macrokosmos met elkaar door en in het offer.
De mens is een intelligent en creatief wezen en de mens is een ‘bruggenbouwer’. Eén van de krachtigste middelen gelegen in het begrip ‘offer’. Er zijn andere manieren om de brug tussen de microkosmos en de macrokosmos te bouwen of te realiseren, maar het offer is toegankelijk voor heel veel mensen. Het is ook een methode die tijd, plaats en cultuur onafhankelijk is. Het offer kan namelijk zoveel vormen aannemen, dat je er altijd wel één vindt die bij jou past.
Guna’s en offer
Laten we nog eens op een andere manier naar het ‘offer’ kijken. Normaal gesproken beschouwen we de schepping of de wereld waarin we leven als een grote verzameling van verschillende objecten en processen. Het lijken afzonderlijke entiteiten te zijn die al dan niet in onderling verband met elkaar staan. Dit wordt vaak genoemd: ‘de wereld van namen en vormen’. Maar je kan er ook op een andere manier naar kijken. Je kan de schepping ook zien als een samenspel of interactie van verschillende krachten. Eén model dat ik erg mooi vin, is het model van de guna’s. Guna betekent ‘kwaliteit’ of ‘eigenschap’. Er worden drie guna’s herkend: sattva, rajas en tamas.
_________________________________________________________________________
Sattva: een stille, pure kracht zoals het ochtendlicht. Het brengt helderheid, kalmte en stilte en zuiver inzicht. Het voedt wijsheid, inzicht en innerlijke kracht.
Rajas: is als een brandend vuur. Het zet aan tot actie, verlengen, ambities en passie. Het is energie die aanzet tot handeling en verandering. Het zet aan tot scheppen, maar het kan zich ook voordoen als boosheid, hebzucht en geweld.
Tamas is een duisternis die terugneemt, vergeet, waar het licht lijkt te doven. Het leidt tot inertie, verwarring, niet helder kunnen denken en tot zwaarte en de dood.
________________________________________________________________________
Je kan je voorstellen dat je de filosofie van de drie guna’s ook kan loslaten op het ‘offer’. Een sattvisch offer wordt gekenmerkt doordat dat het puur en zuiver alleen gedaan wordt omdat het passend is, dient ter ondersteuning en het is volledig onzelfzuchtig. In de praktijk is het ook vaak anoniem, zodat je ego er niet aan kan blijven plakken.
Een rajasisch offer wordt gekenmerkt door een wens om er iets voor terug te krijgen. Dat kan nu of later (in het hiernamaals) zijn. Het kan iets materieels zijn, maar het kan ook aanzien, waardering of zelfs liefde zijn. Het is eigenlijk geen echt offer, maar meer een vorm van handel.
Een tamasisch offer wordt gekenmerkt door onwetendheid. Je geeft verkeerde dingen op de verkeerde tijd of aan een verkeerde persoon. Je kan denken aan ongezond of bedorven voedsel of apparatuur die gevaarlijk is. Dat zijn geen dingen om te geven.
In de praktijk zijn rajasische en tamasische vormen van offer heel vaak heel subtiel: je kan ook geven op een wijze dat je mensen afhankelijk maakt en zo hun vrijheid inperkt of afneemt. Of je geeft, maar dat brengt iemand van zijn eigen lijn (zijn svadharma) af en zo zijn er nog veel meer vormen van een offer dat eigenlijk geen offer is.
Vrijgevigheid
In de verschillende tradities zijn er vele vormen van ‘offer’ beschreven. Ik wil er hier twee behandelen. Ik hoop dat ze als inspiratie helpen om je eigen vorm van ‘offer’ te vinden in je leven. Het gaat om ‘vrijgevigheid’ en ‘dienstbaarheid’ (ook al zo’n begrip waar veel mensen allergisch op reageren). Je kan over deze twee begrippen gemakkelijk een heel boek schrijven, maar ik zal het kort proberen te houden.
Vrijgevigheid (danâ) klinkt heel eenvoudig, maar het is een ware kunst. Je denkt vaak dat als je iets geeft aan iemand dat dit vrijgevigheid is, maar het is helaas iets complexer. De kunst van het geven is vijfvoudig: je moet het juiste geven in de juiste maat, op de juiste tijd, aan de juiste persoon en op de juiste plaats of in de juiste situatie. En natuurlijk: de zuiverheid van het geven zit in de innerlijke houding en is vrij van ieder zelfzuchtig motief. Ga er maar aan staan! Geven is een kunst en je doet er een heel leven over om deze kunst in al zijn facetten te verstaan. Maar de kunst van het geven, helpt je om te ontdekken waarvoor je geboren bent en wat je taak in het leven is. Geven is niet iets bijzonders, het is juist iets heel natuurlijks en vanzelfsprekends. Als je hier ook maar even mee bezig bent, dan zal je voelen dat het geven je in harmonie brengt met een veel grotere maat.
Dienstbaarheid
Dienstbaarheid (seva) neemt in bijna alle spirituele tradities een voorname plaats in. Het omvat ook de zorg voor anderen en in de devote lijnen van de spiritualiteit wordt het gezien als een van de krachtigste disciplines. Maar het neemt ook een belangrijke plaats in in de andere scholen.
Seva is zorg hebben voor, is een uiting van liefde en respect en is gericht op verfijning. Het is niet een ‘plicht’ en je bent geen Assepoester. Het is een kunst en wel de ‘kunst van de verfijning en van de ondersteuning’. Ondersteuning in de breedste zin van het woord is seva. Schoonmaken, eten koken en andere dagelijkse handelingen kunnen ook seva zijn, maar aan seva is eigenlijk geen grens. Waarom wordt seva gezien als een van de krachtigste spirituele disciplines? Het antwoord is simpel: seva wordt beschouwd als een belangrijke manier om spirituele groei te bevorderen en de eenheid met alle wezens te erkennen.
Nog één begrip en hopelijk is ‘offer’ dan iets aantrekkelijker: prasad. Helaas opnieuw een Sanskriet begrip, maar er is geen goed Nederlands of Engels equivalent. Op zich vreemd dat voor zoveel belangrijke en mooie begrippen geen Nederlandse, Engelse of Franse woorden zijn.
Het begrip prasad
Prasad wordt meestal gebruikt voor het aanbieden van voedsel na een devoot ritueel en symboliseert de relatie van de mens met zijn schepper of met de godheid of neutraler: met de grote Creatieve Kracht die door de schepping stroomt. Het benadrukt de eenheid die er is tussen de mens of een individu en de goddelijke kracht die door de schepping stroomt. Of anders gezegd: de eenheid die er is tussen de microkosmos (de mens, het individu) en de macrokosmos (de schepping als geheel).
Het begrip prasad komt van de wortel prasâd’ dat wat letterlijk ‘helderheid’, ‘zuiverheid’ of ‘genade’ betekent. Een poëtische omschrijving van prasad verklapt één van de diepste geheimen van wat een handeling tot offer maakt: ‘prasad is dat wat uit de diepste stilte van onszelf oprijst en geschikt is om uit te delen’.
Je kan op deze woorden lang ‘dobberen’ en je zal zien dat je handelingen, ook je dagelijkse handelingen, langzaam maar zeker transformeren tot ‘offer’. En vergeet niet dat een offer niet een specifieke vorm heeft; het heeft vele vormen. Je kan steeds weer nieuwe vormen vinden die geschikt zijn voor de plaats en tijd en situatie waarin je je bevindt.