Kennis is voedsel en moet verteerd worden tot wijsheid
Tegenwoordig is er veel belangstelling voor het voedsel dat wij eten. We willen steeds vaker gezond eten en we proberen ons bewust te worden wat wij dagelijks in onze mond stoppen. Er is belangstelling voor biologische producten, we willen geen ‘E-stoffen’ meer; suiker is ongezond en vlees of te veel vlees is ook niet nodig. Het is opvallend hoe vaak en hoe veel er gesproken wordt over voedsel. Natuurlijk vind ik het ook belangrijk dat we bewuster omgaan met voedsel en verder kijken dan alleen te veel of te weinig, maar het fysieke voedsel is niet het enige voedsel dat onze aandacht behoeft.
Al in de oudheid had men door dat er verschillende vormen van voedsel zijn en dat ook informatie en kennis voedsel is voor de mens. Zoals er gezond en ongezond voedsel is, zo is er ook gezonde en ongezonde informatie en kennis voor de mens. Als we de metafoor van het voedsel bestuderen dan zien we dat voedsel veelal moet worden bewerkt alvorens wij het kunnen consumeren. Rauwe aardappels kunnen wij niet goed eten; we zouden er buikpijn van krijgen en misschien wel ziek van worden. Dit ligt niet aan de aardappels, maar ze moeten eerst gekookt of gebakken worden alvorens wij ze kunnen eten en zij kunnen bijdragen aan onze gezondheid. Dit geldt ook voor kennis: we moeten de kennis kunnen begrijpen en kunnen gebruiken in ons leven, pas dan hebben wij er iets aan en draagt het bij aan onze stabiliteit in het leven. Bepaalde kennis kan ook heel beangstigend zijn of zo complex dat wij uit balans raken en er door verward worden.
T.a.v. kennis is er een mysterieus vers in de Bhagavad Gita (B.G> XV: 14), dat het waard is om te worden bestudeerd:
Ik verteer de vier soorten voedsel omdat Ik als het levensvuur (vaisvânara) woon in het lichaam van alle levende wezens en verbonden ben met de inademing (prâna) en de uitademing (apâna).
Er is door Adi Shankara (leefde rond 800) een klein commentaar op dit vers geschreven: de vier soorten voedsel zijn likken, zuigen, kauwen en verzwelgen. De vraag is wat leert dit ons? We kunnen van dit kleine, cryptische commentaar veel leren, zeker als wij het niet alleen betrekken op ons fysieke voedsel, maar ook op kennis. Heel vaak blijven wij aan de buitenkant, nemen oppervlakkig kennis tot ons en nemen maar zelden de moeite om echt tot ‘de kern van zaak door te dringen’. Dit past bij het ‘likken’, zoals je proeft van een ijsje of een lolly. Als je kijkt naar het moderne nieuws op internet, dan zie dat we over het algemeen mar kleine stukjes willen lezen. We proeven overal even van, maar dringen niet dieper door. Als we al verder willen, dan willen we kennis die goed is uitgelegd en waar wij weinig inspanning voor hoeven te leveren om hem te begrijpen. Het moet voorgekookt zijn en het mag niet te veel inspanning van ons vragen om door te dringen tot de diepere betekenis. Dit staat voor het ‘zuigen’, zoals baby’s voedsel tot zich nemen. Het ‘kauwen’ staat voor het leveren van eigen inspanning om door te kunnen dringen tot de diepe betekenis die achter de woorden ligt. De zenmeester Hakuin zei eens: sutra’s (heilige verzen) kunnen niet met inkt op papier geschreven worden’. Het zijn niet de woorden, maar de woorden verwijzen naar dat wat voorbij de woorden ligt. Door op de woorden te ‘kauwen’ dringen wij stap voor stap dieper door. Vervolgens moeten wij de woorden leren te leven en op een gegeven moment wordt de kennis die verborgen zit in de woorden, onderdeel van ons wezen. We begrijpen de woorden niet, we worden de woorden.
Het ‘verzwelgen’ van kennis betekent dat we alle kennis, rijp en groen, waar en onwaar, voortkomend uit zuiver motieven en voortkomend uit onzuivere motieven, tot ons nemen om ze vervolgens te transformeren. Tot wat? Afhankelijk welke school of stroming die men omarmt wordt het Liefde, Kennis, Zuivere Wijsheid of iets dergelijks genoemd.
Adi Shankara’s commentaar op het mysterieuze vers uit de Bhagavad Gita moge dan klein zijn, zijn aanwijzingen zijn bijzonder praktisch en juist in deze tijd waar wij continu op zoek zijn naar de ‘gemakkelijkste’ en meest comfortabele weg in het leven, is het zo belangrijk dat wij leren te kauwen en niet alleen maar willen likken en zuigen.
Zelf even proberen? Hier is een vers waar je op kunt ‘kauwen’:
Shih-te (vondeling) veegt met de bezem in zijn hand
het stof van zijn kruin.
Maar hoe meer hij veegt,
des te meer hoopt het zich op.
Han-shan opent af en toe een sûtra.
Maar al leest hij een jaar lang,
hij krijgt het niet af.
Toen, evenmin als nu, had niemand hen nodig.
Daarom bleven zij op de Ti’en-t’ai-shan (‘Koude berg’) als onverkoopbare waar.
Wat moet er van hen terechtkomen?
Laat ons maar wachten op het oordeel van Maitreya
wanneer hij op de aarde afdaalt.
Wil je reageren op deze blog? Stuur dan een mailtje naar info@cynham.nl
Auteur: Mehdi Jiwa