Handelen in overeenstemming met je eigen natuur (deel 1)
Welke aspecten van handelen zouden kunnen bijdragen tot innerlijke rust, kalmte, gelijkmoedigheid, vrede. Dat wil ik, zoals ik in mijn vorige blog schreef, verder onderzoeken. Dus heb ik de eerste vijf hoofdstukken nog een paar keer doorgelezen.
Om te beginnen wil ik stil staan bij het handelen in overeenstemming met je eigen natuur.
In de allereerste blog die ik voor deze site schreef, tipte ik dit thema al heel even aan:
‘Er was in de Bhagavad Gita één woordje dat in het begin al een bijzondere indruk op mij maakte: ‘svabhava’. In het zevende vers van het tweede hoofdstuk geeft Arjuna aan dat zijn eigen natuur, zijn ‘svabhava’ verduisterd is, waarna hij Krishna vraagt hem te onderrichten en Krishna het onderricht begint dat de rest van de Bhagavad Gita duurt. Letterlijk betekent svabhava ‘zelf wording’. Zelfwording, het worden wie je werkelijk bent. Het sprak mij aan het begin van mijn Gita-studie wellicht vooral aan omdat het iets was wat in mijn jeugd weinig aandacht had gehad. en waar zelfs Sri Krishna en Arjuna in de Gita zowaar over spraken!
Sri Krishna benadrukt verschillende malen dat de mens zijn eigen natuur (Sanskriet: svabhava) moet volgen en daarmee zijn eigen plicht (svadharma) vervullen.
Hiermee wijst hij op het optimaal gebruiken en ontwikkelen van de vermogens en kwaliteiten die je hebt meegekregen. Blijf vooral authentiek zouden we nu zeggen. Voorts wijst hij er twee maal op dat je niet de plicht van iemand anders moet vervullen. Hij waarschuwt er zelfs voor dat dat ‘vol gevaar’ is (vers 3.35). ‘Plicht’ komt vaak beladen over, als iets wat je helemaal niet wilt, maar je van buitenaf opgelegd wordt. In de context hier staat het voor dat wat jou te doen staat. Het dient zich aan en past heel natuurlijk bij je diepste wezen.
Heel subtiel wordt tussen twee verzen over de eigen natuur 3.33 en 3.35 een vers ingelast dat gaat over begeerte en afkeer: ‘laat niemand onder de heerschappij van deze twee komen, want ze zijn obstakels op de weg’. Zo! Sri Krishna wijst er heel subtiel op dat het volgen van de eigen natuur voorbij gaat aan wat wij ‘aangenaam’ en ‘niet aangenaam’ vinden. Dat wil niet zeggen dat het daarom niet aangenaam mag zijn, maar essentie van svabhava en svadharma ligt daar voorbij, zit dieper. Ik denk dat in dit verband een citaat uit de Katha Upanishad op zijn plaats is:
Sreya, het goede, is één ding, en volkomen anders, voorwaar, is preya, het aangename. Hoewel zij tot verschillende doeleinden voeren, houden ze beide de mens in de boeien. Het goede overkomt hem die het goede aanvaardt, maar wie het aangename kiest, mist het doel. (I,ii,1)
Uit mijn eigen leven is mijn beroepskeuze hiervan een duidelijk voorbeeld geweest. Na de MULO moest ik een vervolgopleiding kiezen. Ik had eigenlijk geen idee maar had een buurjongen die veel met radio’s knutselde en er alles van wist. Ik had er ook eens een opengemaakt. Zo een met van die gloeilampen en heel veel meer erin. Als ik daar nou ook verstand van zou hebben. Dat zou toch wel heel knap zijn! Dus ging ik naar de Middelbare Technische School om elektrotechniek te studeren. Dat werd een vijf jarige marteling. Vond de vakken en praktijk verschrikkelijk, maar haalde het uiteindelijk het diploma. Tijdens mijn stages wist ik het zeker: dit ging het voor mij niet worden. Toen moest ik in militaire dienst. Daar hoorde ik van vrienden andere dingen, deed een schriftelijke cursus psychologie en ging een opleiding sociaal werk doen. Vanaf dat moment ging alles haast vanzelf. Alle vakken waren interessant, ik had meteen een betaalde stageplek en heb nooit meer getwijfeld. Ik volgde mijn svadharma. Vanaf dat moment was er een zeker-weten, een diepe blijvende rust, een rust van zeker weten over mij gekomen. Een soort thuiskomen.
De bewegende geest was hier even rustig en er was een soort herkenning van dat wat wel en dat wat niet past. Het is een innerlijke rust, kalmte, vredigheid die ontstaat door het herkennen wat in harmonie met je eigen natuur is. Verbinding kunnen maken met dit diepe weten wordt zo een belangrijk kompas is de lijn van het handelen. Ik hoop dat u dat op de een of andere manier herkent. Het is inmiddels een manier van onderzoeken waar ik mij meer en meer op richt.
Als ik de eerste hoofdstukken van de Gita herlees, herken ik vele aanwijzingen die gegeven worden om dit te bevorderen. Ook over andere zaken die hier bij horen. Zij passen mooi in het onderzoek dat ik begonnen ben: Welke aspecten van handelen zouden kunnen bijdragen tot innerlijke rust, kalmte, gelijkmoedigheid, vrede.
In mijn volgende blog zal ik hier nog even op doorgaan, onder andere op de waarschuwing die gegeven wordt dat het vervullen van de plicht van een ander vol gevaar is. Een naar mijn idee ook zeer waardevolle aanwijzing.
Graag tot dan.
Wilt u reageren? Stuur dan een mailtje naar: fam.nijs@quicknet.nl.