Concentratie, Meditatie en Samâdhi

Meditatie is erg belangrijk in het leven. Dat het behulpzaam is bij het tot rust brengen van de geest en dat dit veel energieverlies voorkomt, is langzamerhand algemeen bekend. Het helpt ook de geestelijke en lichamelijke balans te versterken en wordt gebruikt als techniek om stress te verminderen en beter aan te kunnen.

Deze toepassingen kunnen bereikt worden door de meditatie als techniek een plaatsje te geven in je leven en je aan te leren om regelmatig, liefst enige keren per dag, voor kortere of langere tijd te mediteren. Het effect is al snel merkbaar. Toch is er nog een hele andere wereld van de meditatie te ontdekken die achter de techniek gelegen is. De oude meesters zeiden niet voor niets dat meditatie die niet geïntegreerd wordt in de activiteiten van het dagelijks leven, weinig waarde heeft. Er is nog zoveel meer te ontdekken als we de eenvoudige discipline van meditatie uitbreiden naar de activiteit van alledag. Hoe dat moet? Om deze vraag te beantwoorden moeten we kijken hoe meditatie in de verschillende systemen verankert is en wat er mee bedoeld wordt. Meditatie is onlosmakelijk verbonden met concentratie aan de ene kant en aan de ander kant met een begrip als ‘samâdhi’. De begrippen hebben een gemeenschappelijke basis, maar er zijn ook verschillen.

Met concentratie wordt meestal bedoeld een eenpuntige gerichtheid. Hierdoor is de geest gericht op één object en verbleken de andere objecten. Zij worden als het ware vergeten.

Met meditatie worden verschillende zaken aangeduid. Meditatie in relatie met concentratie is een staat waarin de stroom van concentratie continu wordt. Je rust als het ware in je meditatie en kijkt alleen maar toe. Je bent je bewust van wat zich aandient, echter zonder daar verdere gedachtes en gevoelens over te hebben; je raakt ze als het ware niet aan. Er zijn ook methodes waarbij het toekijken zelf centraal staat, zonder de eenpuntige concentratie op een bepaald object. Dat kan, mits je als toekijker stil blijft en alleen maar de stroom gadeslaat. Je bent je bewust van de stroom, die als maar stroomt, terwijl de gedachten en gevoelens (de objecten) zelf vervagen. Het subtiele verschil tussen beide methodes kan je misschien het beste als volgt omschrijven: het is als het gadeslaan van een stromend beekje of rivier: je ziet de blaadjes en de takjes stromen op het oppervlak. Je hebt er geen oordeel of gedachten over. Het zien komen en gaan van de blaadjes en de takjes verbindt je met het stromen van het beekje of de rivier. De andere methode is dat je je bewust bent van het stromen van het beekje en de rivier. Je besteedt geen aandacht aan de blaadjes en de takjes; je bent je er nauwelijks van bewust. Dit kan genoemd worden: ‘het stromen, zonder voorbij stromen’.

Deze laatste methode is over het algemeen moeilijker dan de eerste. Het vraagt een behoorlijke training om in deze staat te kunnen verblijven. Meestal houden mensen het maar een paar minuten vol. Echter, door training kan deze staat van stille observatie verlengd worden. Veel scholen en methodes bevelen echter een object voor de concentratie en meditatie aan. Dit object kan een klank of een beeld zijn, maar het kan ook de ademhaling zijn. Het kan zelfs het diepe, stille zitten zijn. Een stil centrum van waaruit je in stilte kunt observern wat zich aandient. Dit is waarom veel systemen oorspronkelijk concentratie, meditatie en samâdhi als één geheel behandelen.

Deze stille observatie kan je meenemen in de activiteiten van het dagelijks leven. Door dit stille toekijken zul je merken dat jezelf onderdeel wordt van de handeling, of anders gezegd, het gevoel van ‘ik’ en de handeling als twee verschillende entiteiten, vervaagd. Deze vervaging gaat door tot dat er één realiteit is waarin de verschillende objecten onderdeel zijn geworden van één ‘zijn’. De grote meesters uit Oost en West hebben steeds weer benadrukt dat deze staat essentieel is. Zolang er nog ‘meditatiemomenten’ bestaan en ‘niet-meditatie momenten’, is er feitelijk geen sprake van meditatie. Meditatie is een continue flow van waarneming, aanwezigheid, bewustzijn of hoe je het maar noemen wilt. Continue flow is het essentiële kenmerk van de meditatie en hierin verschilt het van concentratie.

In de concentratie en in de meditatie blijft er vaak een bepaalde dualiteit bestaan: je neemt waar en bent je dus op een bepaalde manier bewust van jezelf en van het waarnemen. Langzaamaan vervaagd dit onderscheid echter en uiteindelijk kom je ‘achter’ dit toekijken terecht. Het lijkt wel alsof je door een spiegel stapt. Eerst kijk je naar het beeld in de spiegel. Je hebt geen mening over hetgeen je waarneemt, maar er is op de een of andere manier een spiegel en een object en er is waarneming. Als echter de waarnemer en het waarnemen in de diepe, continue flow van concentratie, die wij meditatie noemen, verdwijnen en er alleen maar een ‘zijn’ of ‘aanwezigheid’ blijft bestaan, dan spreken we over diepe concentratie of samâdhi. Het begrip samâdhi wordt tot nu toe meestal buiten beschouwing gelaten. We denken dat het iets is voor diegene die vergevorderd zijn in de meditatie. Hierdoor maken we het nodeloos moeilijk, terwijl, net als concentratie en meditatie, samâdhi een heel natuurlijk proces of natuurlijke staat is. Het punt is dat wij deze staat wel regelmatig meemaken, maar niet als zodanig herkennen. Het is waar dat deze momenten over het algemeen maar kort zijn, maar desalniettemin zijn ze er wel. Als we ze beter zouden herkennen en ze gaan waarderen, dan zullen we ze gemakkelijker gaan herkennen en zullen ze vaker voorkomen en bovendien langer gaan duren.

Wat is het belangrijkste kenmerk van de samâdhi? Het is een staat (net als meditatie) van continue, diepe concentratie, maar het karakteristieke is dat het ego verdwijnt. Vandaar dat samâdhi vaak behandeld wordt samen met de diepe slaap, een bewustzijnsstaat waarin het ego ook gedurende enige tijd verdwenen is. Er zijn wel verschillen: in de diepe slaap is er duisternis, terwijl de samâdhi een ongekende helderheid heeft. In het ‘gewone’ leven komen deze momenten regelmatig voor, bijvoorbeeld als we geconfronteerd worden met iets heel moois. Even vallen we stil; even is er geen ‘subject of object. We komen deze momenten ook tegen bij het inslapen en wakker worden. Als deze momenten herkend en gewaardeerd worden, ontwikkelen we als vanzelf een bepaalde gevoeligheid en herkennen we ze steeds vaker. Dit zijn de korte momenten van samâdhi. Door ze te herkennen, nemen ze in frequentie en duur toe. Je moet het niet zien als iets heel verhevens. Het is een natuurlijk proces. Net als meditatie: iedereen mediteert, maar herkent veelal niet het proces. Het is ongeordend, er zit meestal geen systeem in, waardoor de effectiviteit niet al te groot is.

Concentratie, meditatie en samâdhi horen bij elkaar en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Net zoals concentratie de activiteiten in het dagelijks leven nodig heeft om zich te ontwikkelen, zo geldt dat ook voor meditatie. Het is misschien een ‘eyeopener , dat dit ook geldt voor samâdhi. Alle drie zijn het natuurlijke processen die niet alleen in de meditatieruimte thuis horen, maar juist bedoeld zijn om de mens in verbinding te brengen met zijn werkelijke natuur en zich te laten herinneren wat zijn natuurlijke staat is, namelijk puur licht. Deze herinnering is de enige mogelijkheid om te stoppen met het leven vanuit een tekort. Materiële zaken, hoeveel we er ook van kunnen verwerven in ons leven, zijn niet in staat om dit gevoel van een tekort weg te nemen. Alleen de verbinding met je eigen natuurlijke staat is hiertoe in staat. Dit is wat alle yoga- en filosofische scholen ons voorhouden. Essentieel hierbij is dat we niet denken dat meditatie en samâdhi ver van ons af staan. Het is een natuurlijke staat die wij allen verder kunnen ontwikkelen. Ontdek het in de gewone activiteiten van alledag, dan zal het zich uitbreiden en verder ontwikkelen.

Mehdi Jiwa

Heb je vragen of wil je een opmerking maken? Stuur een mailtje naar:

info@filosofieenmeditatie.nl