Een boeiend vers in de Bhagavad Gita
Zoals ik in mijn vorige blog aangaf, is het derde vers van het zesde hoofdstuk van de Bhagavad Gita een heel interessante:
Vers 6.3:
Voor de wijze (muni) die verlangt op te gaan in yoga is handeling het middel; voor hem die yoga bereikt heeft, is innerlijke rust (sama) het middel, zo wordt gezegd.
In dit vers geeft Sri Krishna een heleboel opmerkelijke aanwijzingen.
Op de eerste plaats de omschrijving van een wijze, van een muni zoals die in de oorspronkelijke taal, het Sanskriet hier wordt aangeduid. Een muni is een wijze in een hoedanigheid van stille contemplatie. Die wordt hier omschreven als iemand die er naar verlangt op te gaan in yoga. En yoga staat hier voor de vereniging met …, ja met wat? Het zou het hoogste ideaal kunnen zijn dat wij ons kunnen voorstellen. Of iets als ons diepste innerlijk. God? Misschien heeft u net als ikzelf altijd het idee gehad dat iemand die een hele weg afgelegd heeft en het doel bereik heeft dan eindelijk echt wijs geworden is.
Hier staat echter iets heel anders: hij die verlangt naar die vereniging wordt een wijze genoemd! Het hebben van dìt verlangen, het kennen van dit als zijn of haar doel, dat is wijsheid, staat er.
Vervolgens wordt aangegeven dat voor deze wijze, handelen het middel is. Dus, niet blijven zitten dromen over je ideaal, maar iets gaan doen. Kom in beweging, ga verder op weg. Ook weer niet in het wilde weg, maar op weg om ‘op te gaan in yoga’. Werd in de voorgaande hoofdstukken niet uitvoerig stil gestaan bij Karma Yoga, de yoga van handelen? Zo mooi is de opbouw in de Gita!
Het daarop volgende middel is innerlijke rust, sama. Vaak vertaald als innerlijke rust, kalmte, gelijkmoedigheid: ‘voor hem die yoga bereikt heeft, is innerlijke rust (sama) het middel’.
Yoga is dus blijkbaar iets wat innerlijke rust brengt. Die innerlijke rust lijkt in dit vers een eerste doel, maar wordt vervolgens een middel om verder te gaan. Het volgende vers werpt licht op de staat van ‘hem die yoga bereikt heeft’:
Vers 6.4:
Als een mens alle gedachten en wensen heeft opgegeven en niet gehecht is aan zintuiglijke objecten en handelingen, wordt er gezegd dat hij yoga heeft bereikt.
Zo, dat is nogal wat! Ik noemde dit soort verzen in het verleden wel eens ‘depri-verzen’. Teksten die een reactie bij mij en, zoals tijdens studiebijeenkomsten bleek, ook bij anderen reacties opriep van ‘nou dat gaat het toch nooit worden’. Ook “kom, zeg, zou je dan helemaal geen wensen meer mogen hebben?” is een veel gehoorde reactie.
Geleidelijk aan, na heel vaak herlezen, kwamen er andere gedachten op:
Als Sri Krishna in de Bhagavad Gita een weg naar bevrijding onderwijst, zal hij aangeven dat zaken die ons onvrij maken opgeruimd moeten worden. Zaken die onze vrijheid belemmeren. Hier dus gedachten en wensen die onze vrijheid in de weg staan. Zaken waar we aan vast zitten. Dat is dus heel wat anders dan in een soort slaafse houding alles maar overboord moeten gooien. Dat vraagt dus ‘levende, doorleefde kennis’ waar elders in de Bhagavad Gita aan gerefereerd wordt. Waar hebben we last van en waar willen we van bevrijd worden? Waar struikelen we op onze weg over? Dat zou dan een verstandig eerste onderzoek zijn. Toch?
Daar achter komen, vraagt om een regelmatige, stille contemplatie, de houding van een muni dus. Enkele verzen later begint Sri Krishna aanwijzingen te geven voor meditatie.
Een andere vraag die oprijst is of wat in vers 6.3 beschreven wordt, lineaire, opeenvolgende fasen zijn: eerst verlangen op te gaan, en dan bereiken, òf kan het ene moment het ene, en het andere het andere zich aandienen?
Veel vragen waar we over kunnen speculeren, maar laten we vooral niet te veel op onze eigen, persoonlijke ervaringen vooruit lopen.
Er is in dit verband een heel mooie tekst die in het Sanskriet, waar Mehdi lang geleden al eens in een blog bij stil stond[1]:
Padam, padam, pratipadam
arhati, iti, pratipadikam
Wat betekent:
Stap, stap, iedere stap
heeft in zich wat nodig is voor de volgende stap
Overwegen, onderzoeken, ervaren, beleven, doorleven, praktiseren. Stap voor stap.
In mijn volgende blogs zal ik hier verder op doorgaan.
Tot dan,
Hans Nijs
Wilt u reageren? Stuur dan een mailtje naar: fam.nijs@quicknet.nl
[1] ‘Een bijzonder sterke mantra’, 16 april 2017