Een hindernis in de yoga van handeling

De yoga van handeling

De yoga van handeling is voor ons mensen een onuitputtelijke bron van inspiratie. Handelen zit in ons bloed. We zijn de hele dag bezig met de handelingen van het dagelijkse leven, maar we zijn ook een ‘lerend’ en ‘onderzoekend’ wezen en daarnaast zit een mens vol met creativiteit die zich wil uiten. Kortom: ieder mens is een ‘handelend’ wezen en juist deze handelingen kunnen worden omgetoverd tot een volledige yoga. Yoga wordt hier gebruikt in de betekenis van  ‘weg tot eenheid’ of ‘weg tot menselijke ontwikkeling’.

Er zijn vele aspecten in de yoga van handeling die het waard zijn om nader te bestuderen. Er zijn verschillende methodes om deze aspecten nader te bestuderen, maar hier wil ik opnieuw een lans breken voor de vidya-methode die we gebruiken in de videolezingen over ‘De Verborgen Kennis in de Bhagavad Gita’. Het is een krachtige meditatiemethode die verbinding maakt met kennis die voorbij de woorden en fenomenen is gelegen (als je meer wil weten over de vidya-meditatie, klik dan hier).

‘Hobbels’ op de weg van handeling

Hoewel de yoga van handeling heel toegankelijk is voor Westerse mensen en heel goed harmonieert met onze manier van denken en werken, zijn er wel een paar belangrijke ‘hobbels’ op de weg. Het gaat om beelden en ideeën die bij veel mensen weerstand oproepen en als zodanig ‘schuren’.

Eén van de belangrijkste ‘hobbels’ is het begrip ‘offer’ dat een centrale plaats inneemt in de yoga van handeling. De uitspraak, of beter gezegd de mantra die hierbij hoort is: ‘offer is de hoogste vorm van handeling’. Steeds weer krijg ik terug dat mensen moeite hebben met het begrip ‘offer’ omdat het geassocieerd wordt met ‘jezelf wegcijferen’ of ‘je te kort moeten doen’. Het wordt vaak in verbinding gebracht met een ‘assepoester-rol’ en die wil niemand op zich nemen.

Het begrip ‘offer’ in de yoga van handeling

Laten we eens kijken welke beweging we kunnen krijgen in het begrip ‘offer’.  Het Sanskriet woord dat veelal gebruikt wordt is ‘yajna’.  Hiermee worden verschillende vormen van offer aangeduid. Het denkbeeld dat hierbij hoort is dat in de schepping alles met alles verbonden is en niets op zichzelf staat. We ontvangen in ons leven heel veel: de aarde brengt het voedsel voort dat we nodig hebben om te overleven en ook de bouwstoffen voor onze huizen en de andere materiële dingen die we nodig hebben. We krijgen liefde en aandacht van onze ouders en de mensen om ons heen en we krijgen inspiratie om mooie werken uit te voeren. Als je hier eens rustig op ‘dobbert’ zal je ontdekken dat je heel veel krijgt waar je zelf niet veel voor gedaan hebt. Je krijgt veel, maar de spelregel is dat je dat wat je ontvangen hebt ook weer doorgeeft in de schepping. Zo blijft de cyclus van ontvangen en geven in tact. Als we dingen exclusief voor onszelf gaan houden en ze als het ware uit de cyclus van de schepping wegnemen, dan ziet de yoga van handeling dit als diefstal. Het is niet van jou, het behoort toe aan de gehele schepping. Je mag het gebruiken, dat is prima, maar alles wat je ontvangt moet weer teruggegeven worden aan de stroom van de schepping. Deze gedachte ligt besloten in het begrip ‘yajna’ of ‘offer’.

Het gevoel van een tekort

De reden dat wij dingen willen achterhouden komt voort uit een gevoel van een tekort. We hebben zo gauw het gevoel dat we iets tekort komen: geld, aandacht, liefde, etc. Doordat zoveel mensen dingen beginnen achter te houden, komt er een scheve verdeling. Sommige mensen hebben veel te veel terwijl vele anderen echt te weinig krijgen. De scheve verdeling tussen arm en rijk is hier voor een groot deel op gebaseerd. Het idee van een tekort werkt als een mantra: het infecteert ieder aspect van ons leven en vergiftigt ons systeem. Het begrip ‘yajna’ verwijst niet naar een alternatieve manier van leven, maar is eigenlijk een medicijn voor de venijnige ziekte die we hebzucht noemen. Dit is een mooi denkbeeld voor je meditatie: ‘offer is een medicijn voor egoïstische motieven, voor hebzucht, angst voor een tekort, etc.’ Yajna wil je juist in je kracht zetten, maar niet in een gewelddadige kracht. Het zet je in je innerlijke kracht en sluit je aan op de continue stroom van ontvangen en geven die in de schepping aanwezig is.

De drie aspecten van het woord ‘yaj’

We kunnen nog een beetje verder gaan: het woord ’yajna’ heeft een wortel die ‘yaj’ is. Deze wortel wijst drie richtingen aan. De eerste is ‘eren’ en het uiten van dankbaarheid voor…. Voor wat? Voor het feit dat je leeft, een lichaam hebt gekregen, dat er grotere krachten en machten zijn dan jijzelf die maken dat het leven voortgaat, dat er een schepping is om in en voor te leven etc.

Het tweede aspect heeft betrekking op het vinden van de juiste leefomgeving: de plek waar je woont en de mensen waarmee je mee omgaat. De plek en de omgang moet zodanig zijn dat je helemaal tot bloei kunt komen.

Het derde aspect verwijst naar ‘vrijgevigheid’.  Het is een kunst om het juiste te geven. Niet voor niets is dit één van de hoogste vormen van yajna. De kunst van het geven is vijfvoudig: je moet leren het juiste te geven, in de juiste mate, aan de juiste persoon, op de juiste tijd en op de juiste plek.

De drie aspecten of richtingaanwijzers kan je meenemen in je meditatie. Kijk wat boven komt. Yajna is niet ‘jezelf wegcijferen, kleinmaken of vernederen’. Het is een medicijn dat je verbindt met de stroom van geven en ontvangen die de gehele schepping ondersteunt en bij elkaar houdt.

Het belang van het offer in de yoga van handeling

Ik hoop dat je voelt dat ‘offer’ niet iets is om je ‘klein’ te maken, maar het je helpt om in harmonie te komen met de schepping als geheel. Het helpt je ook in die omstandigheden te komen waarin je helemaal kunt zijn wie je in werkelijkheid bent en je in een conditie komt van waaruit je met vertrouwen en een gevoel van overvloed (i.p.v. een tekort) kunt geven en op die manier helpen we eraan mee dat iedereen in harmonie kan leven.

Wil je reageren? Stuur een mailtje naar: info@filosofienmeditatie.nl

Hoe kan je met ‘de verborgen kennis in de Bhagavad Gita’ in contact komen?

Een paar weken geleden zijn we begonnen met de videolezingen over ‘de verborgen kennis in de Bhagavad Gita’ en maken we gebruik van een bijzondere meditatievorm: de vidya-meditatie. In een eerdere blog ben ik uitgebreid ingegaan op de vraag ‘wat zijn vidya’s en hoe kan je ze gebruiken’(klik hier om deze blog te lezen).

Nu we een paar weken verder zijn, heb ik al veel reacties gekregen. Door de COVID-19 epidemie moet alles online. Dat heeft nadelen, maar ook voordelen. Ik krijg nu prachtige beschrijvingen per mail en daarmee nemen de deelnemers aan de videocursus en degenen die naar de video’s op YouTube hebben gekeken de moeite hun ervaringen met mij te delen. Veel dank hiervoor.

Vidya-meditatie

Hoewel we nog maar net begonnen zijn, beginnen zich al een paar zaken af te tekenen en die wil ik graag in deze blog beschrijven en met jullie delen. De vidya-meditatie leid je stap voor stap richting de diepste, tijdloze kennis en wijsheid die ‘achter en voorbij de woorden’ ligt. Dit proces is nu al in veel mails beschreven, misschien zonder dat degenen die mij de mails gezonden hebben, het zelf door hebben.

Hoe werkt de vidya-meditatie? Het is eigenlijk eenvoudig te beschrijven. Vidya betekent ‘kennis’ en de meditatievorm die erbij hoort gebruikt drie aspecten: ten eerste is het nodig om een ‘neutrale’ positie in te nemen, d.w.z. geen meningen, ideeën of conclusies te trekken. Laat alles open en kijk alleen maar toe vanuit de neutrale positie. Vervolgens is er de kunst van leren ‘dobberen op’. Je neemt een vers of een stuk tekst, leg die als het ware diep in jezelf neer en doet er verder niets mee. Kijk en ervaar wat er gedurende je meditatie of tijdens de activiteiten van de dag bovenkomt.

En opnieuw: raak het niet aan. Geen conclusies, niet denken ‘nu is het klaar’, maar gewoon blijven dobberen, net zoals een bootje op het water blijft dobberen. Het derde aspect van de vidya-meditatie is om geen bindingen aan te gaan. Niet iets willen vasthouden. Laat het zijn zoals het is en ga door met je meditatie. Interessant is om te zien dat deze meditatievorm heel gemakkelijk kan worden meegenomen in de activiteiten van de dag. Je kunt hem tijdens je meditatieoefening gebruiken, maar hij blijft als het ware ‘actief’ tijdens je gewone werkzaamheden.

Wat in de rapportages duidelijk naar voren komt, is de ontdekking dat de eerste fase van deze meditatie ‘context gebonden’ is. Hiermee wordt bedoeld dat de kennis ‘gekleurd’ is door de taal waarin het geschreven is, door de cultuur waaruit hij voortkomt en gekleurd wordt door onze eigen staat en ons begripsvermogen. Kortom: alle invloeden van tijd, plaats en omstandigheden bepalen mede de kennis. Als je de moeite neemt om te blijven dobberen en niets aanraakt merk je dat de tijdelijke elementen in de vidya beginnen te verbleken. Je houdt steeds meer een tijdloos en cultuurloos stuk kennis over. Op een gegeven moment gaat het niet meer om jouw begripsvermogen, jouw kennis en weet je ook niet meer waar deze kennis vandaan komt. Hij komt niet meer uit een bepaalde tijd of cultuur, religie of filosofie. Hij is alleen maar.

Wat is het doel van kennis?

In de videostudie over ‘vidya’s in de yoga van kennis’ hebben velen al iets geproefd van dit proces. De vidya kan je op vele manieren beginnen: je kunt je afvragen ‘wat is het doel van kennis?’, ‘wat is wijsheid?’, ‘wat is diepe, doorleefde kennis?’, etc. Allemaal goede vragen. Maar je kunt ook kiezen voor een andere route: blijf eens rusten op de uitspraak: ‘In vrede houdt lijden op omdat het onderscheidingsvermogen (buddhi) van iemand met een stille geest onmiddellijk standvastig wordt’ (B.G. II, 65)

Je meditatie kan nu de richting opgaan om te doorvoelen hoe je onderscheidingsvermogen (buddhi) standvastig wordt. Een prima benadering, maar je kan ook blijven dobberen op ‘in vrede houdt lijden op’. De eerste benadering neemt het begrip ‘onderscheidingsvermogen’ mee en afhankelijk van de cultuur of filosofie van waaruit je kijkt, kan het verschillende betekenissen hebben. Daarnaast kan je nog je eigen ideeën hebben over wat ‘onderscheidingsvermogen’ precies is. Misschien herken je zelf nog een beetje de taal van de Bhagavad Gita in deze formulering.

Een andere benadering: Waar lost de kennis in op?

De tweede benadering gaat over het ‘einde’ van de kennis; daar waar de kennis als het ware ‘oplost’.  Waarin lost het dan op? In vrede en in vrede is geen lijden. Mediteer hier eens op en kijk wat het doet. Deze uitspraak komt al dichterbij een ‘tijdloze’ en ‘cultuurloze’ uitspraak. Deze uitspraak is niet gebonden aan de Bhagavad Gita en had evengoed kunnen komen uit het Boeddhisme, Christendom, Soefisme, Sikhisme of een andere stroming. De uitspraak gaat niet meer over een speciaal mens of voor mensen in het algemeen. Het heeft ook betrekking op de natuur en de aarde zelf. Blijf maar dobberen; wees niet te snel tevreden, er is nog zoveel meer te ontdekken in deze uitspraak. Het is een bijzondere reis.

Het is verheugend dat, ondanks dat we net begonnen zijn met de studie van de vidya’s in de Bhagavad Gita, er al veel mensen zijn die iets hebben geproefd van dit mooie proces.

Ik ben heel benieuwd hoe het verder zal gaan met de videostudies. Binnenkort kom ik er zeker op terug als we meer ervaringen hebben opgedaan met deze vorm van meditatie.

Wil je de videostudies zelf een keer zien en horen? Ze staan op ons YouTube kanaal (filosofie en meditatie) en je kan ze vinden op onze pagina ‘media’.

Als je op deze blog wil reageren, stuur dan een mail naar
info@filosofieenmeditatie.nl

 

Een belangrijke meditatievorm die veel mensen niet kennen

Deze blog is een goede introductie voor de videolezingen ‘Vidya’s in de Bhagavad Gita’ die dinsdag 19 januari van start gaat.

Meditatie

De populariteit van meditatie neemt sterk toe en dat is belangrijk, zeker in een tijd met zoveel spanning en onzekerheden. Er zijn vele vormen van meditatie en ze hebben een gemeenschappelijke ‘stam’, maar ze hebben ook hun eigen, specifieke kenmerken.

Helaas hebben wij in onze taal maar één of enkele woorden voor ‘meditatie’: natuurlijk het begrip meditatie, maar soms wordt ook ‘reflectie’ en ‘contemplatie’ gebruikt. In de Indiase traditie zijn er veel woorden die in hun hoofdbetekenis of bijbetekenis naar meditatie verwijzen. Hierbij enkele voorbeelden:

Dhyana: meditatie.
Nididhyâsana: diepe meditatie die volgt op niet aflatende, diepe reflectie.
Yoga (éénwording) heeft als bijbetekenis ‘meditatie’ evenals dharma (wet, plicht), vijnana (doorleefde kennis) en tapas (versterving, sterke discipline). Ook stotra (het zingen van mantra’s) en japa (het stil herhalen van mantra’s) worden gebruikt om meditatie aan te duiden.

Vidya- meditatie

Waar ik nu speciale aandacht voor wil vragen, is voor de ‘vidya’-vorm van meditatie. Vidya betekent meestal ‘kennis’ of ‘wetenschap’, maar het is ook een bijzondere vorm van meditatie. Deze  vorm wordt veel gebruikt om bepaalde Indiase geschriften te bestuderen, zoals de Upanishads en de Yoga Vasishtha, maar ook heel goed werkt bij het bestuderen van bepaalde boeddhistische sutra’s zoals de Hart sutra en Diamant sutra en bij werken zoals Sri Aurobindo’s Savitri en de gedichten van Johan Andreas dèr Mouw en Friedrich Rückert en vele anderen.

Hoe werkt vidya-meditatie?

Deze vorm van meditatie bestaat uit het ‘overwegen van’ of continu ‘reflecteren op’ een fenomeen of concept om vervolgens tot totale stilte (leegte) te komen en dan het fenomeen of de woorden te overstijgen. Deze vorm van meditatie doet recht aan de uitspraak: ‘sutra’s kan je niet met inkt op papier schrijven’ of zoals de componist Claude Debussy het zei: ‘muziek vind je tussen de noten’. Niet de noten zijn de muziek; de muziek ligt ‘achter’ of ‘voorbij’ de noten. Om met deze realiteit verbinding te maken (of beter nog: er mee te versmelten) is de vidya-meditatie bijzonder geschikt.

Vidya-meditatie is nauw verbonden met upâsanâ. Upâsanâ betekent: ‘aanbidding, dicht zitten bij’. Het is ook een vorm van meditatie. ‘Dicht zitten’ bij wat? Bij het hoogste Ideaal, de Geliefde, de Godheid etc. Het verschil tussen upâsanâ en vidya is dat upâsanâ primair de fysieke vorm gebruikt in de meditatie en vidya de realiteit achter of voorbij de vorm neemt voor de meditatie. Het zijn echter broertjes of zusjes van elkaar.

Vidya brengt hoofd en hart samen

Wonderlijk is dat vidya op het eerste gezicht een cognitieve, verstandelijke vorm van meditatie lijkt, maar als je hem beoefent is het een hele devote vorm. Je kunt zeggen dat vidya ‘hoofd en hart’ bij elkaar brengt. Het is voor onze eigen ontwikkeling en voor de ontwikkeling van onze maatschappij van het grootste belang dat wij ‘hoofd en hart’ als een eenheid gaan ervaren. Vandaar dat ik denk dat het een groot hulpmiddel is als wij deze vorm van meditatie beter gaan verstaan. Het zal ons en de wereld waarin we leven zeker helpen.

Als je meer wil weten over deze vorm van meditatie, kan je meedoen met een korte serie videostudies die gegeven worden over ‘de verborgen kennis in de Bhagavad Gita’ die vanaf dinsdag 19 januari van 20.00-21.30 uur wordt gegeven. Klik hier voor meer informatie.

Wil je reageren: stuur een mailtje naar info@filosofieenmeditatie.nl

Het transformerend vuur van de keuken

‘Alleen het fysieke deel van het voedsel toont zich, het spirituele deel blijft verborgen’

(Rumi)

Steeds meer mensen zijn bezig met bewuster eten. Op zich een mooie ontwikkeling. Er is een toenemende belangstelling voor natuurlijke voeding.  ‘Bio-producten’, vegetarisch en veganistisch voedsel: het zijn normale begrippen geworden. Ook zijn we ons meer bewust van toegevoegde smaakstoffen, conserveringsmiddelen en de hoeveelheid zout en suiker etc. Een prima ontwikkeling, maar het verhaal is hiermee niet af.

Waar m.i. meer aandacht voor mag zijn, is de ‘innerlijke houding’ waarmee het voedsel bereid wordt. De innerlijke houding, de bhavana, wordt gezien als één van de belangrijkste onderdelen van een handeling. De innerlijke houding waarmee de handeling wordt verricht, bepaalt of een handeling ‘mooi’, ‘fijn’ of liefdevol is.

Hier een paar woorden ter overweging die jaren geleden door Swami Shantananda Saraswati zijn gesproken:

Wij dienen een handeling niet te beoordelen naar de grootheid en de omvang daarvan of naar de mate van doeltreffendheid in het verrichten daarvan, maar naar de geest, het motief, de emotie, de bhâvanâ daarachter. Die moet zuiver zijn…….
De nadruk moet dus niet zozeer gelegd worden op het niveau van vakmanschap of doeltreffendheid, maar op de bhâvanâ.

Stel je voor dat je prachtige en gezonde ingrediënten hebt gekocht om een maaltijd te maken, maar je hebt geen zin en tijd om te koken. Als er geen aandacht is, geen liefde, dan blijf je steken op het fysieke, mechanische niveau van ‘voedsel bereiden’. Als je jezelf afvraagt hoe yoga, meditatie en spirituele oefeningen in het algemeen werken, dan zal je ontdekken dat ‘zuivere, liefdevolle aandacht’ een transformerend vermogen heeft. Het is een mooie uitspraak: ‘zuivere, liefdevolle aandacht transformeert iedere handeling tot een spirituele handeling’ en dit geldt zeker voor het koken. Zuivere, liefdevolle aandacht, transformeert het fysieke voedsel tot spiritueel voedsel. Ik denk dat iedereen wel eens het verschil heeft kunnen ervaren tussen een maaltijd die met tegenzin of boosheid is gemaakt en een maaltijd die liefdevol bereid is.

Tegenzin, onvoldoende tijd hebben en nemen om de maaltijd te maken, heeft een groot effect op de mensen die het eten. Als we kijken hoe dit werkt in onze retraitecentra waar jaarlijks veel mensen en die de maaltijden erg waarderen, komen, dan komt dat niet zozeer door de bijzondere ingrediënten of de bijzondere kookkunst van degenen die de maaltijd maken (hoewel die best goed is), maar voornamelijk door de liefde, aandacht en de tijd die genomen wordt om de maaltijd te maken.

Als je voedsel tot spiritueel voedsel wil transformeren, zal je tijd moeten vrij maken, liefde moeten voelen en zuivere aandacht moeten hebben voor de producten, het recept, het keukengerei en de uiteindelijke maaltijd. Dat maakt het verschil. Een kleine oefening kan hierbij misschien helpen: neem, als je gaat koken ook even tijd om de ingrediënten te bekijken en te voelen. Er gaat al zoveel schoonheid van de ingrediënten uit. Meestal beginnen we meteen met snijden, wassen en koken, zonder dat we werkelijk even contact hebben gemaakt met de verschillende producten. Producten die ons door de aarde zijn gegeven en die getransformeerd worden tot gezond voedsel waardoor wij in staat zijn en blijven om ons werk en onze taak in het leven uit te voeren. Daar mag best wat meer aandacht en liefde voor zijn.

Aandacht voor de kwaliteit van het voedsel is belangrijk, maar zuivere en liefdevolle aandacht transformeert zelfs de meest eenvoudige maaltijd tot spiritueel voedsel. Kook met liefde en aandacht, neem de tijd voor dit prachtige proces en ervaar de uitwerking bij jezelf en bij de mensen waarvoor je de maaltijd gemaakt hebt.

Wil je reageren? Stuur dan een mailtje naar: info@filosofieenmeditatie.nl

 

Spirituele disciplines tijdens de (gedeeltelijke) lockdown

De lockdowns en de maatregelen ter beheersing van de corona-epidemie raken ons diep. Duidelijk is dat niet alleen corona schadelijk is voor ons lichaam. Kwetsbare mensen een behoorlijke kans hebben om te overlijden aan dit virus, maar het raakt ook andere aspecten van ons welbevinden.

De mensen voelen zich in hun vrijheid beperkt en hebben minder sociale contacten. Het virus zet ons ‘normale’ leven behoorlijk op zijn kop.

Het is al lang bekend (en we kunnen het nu ook weer zien), dat deze veranderingen een negatieve invloed hebben op ons lichamelijk, geestelijk, sociaal en spiritueel leven. In deze blog vraag ik aandacht voor een paar ‘spirituele gevolgen’.

Menselijke ontwikkeling vraagt om een aantal (eenvoudige) disciplines. We moeten leren onze geest tot rust te brengen, onze aandacht te richten en ons ego mag minder dominant zijn. Meditatie, studie en concentratieoefeningen helpen en velen hebben hier al jaren ervaring mee.

Nu ons leven zo verandert en onze routines worden verstoord zien we dat meer en meer mensen moeite hebben om hun disciplines op orde te houden. Meditatie vol te houden wordt moeilijker en sombere gedachten en gevoelens nemen toe en hebben een verlammende uitwering .

Het is van het grootste belang om in balans te blijven en je te richten op ‘licht’. Hierbij drie praktische tips die je hopelijk kunnen helpen om in deze tijd op koers te blijven. Het zijn eenvoudige oefeningen, maar hun uitwerking is groot.

Tip 1: Hou je meditatie op orde

Ook als het ‘zitten’ niet gemakkelijk gaat en je snel afgeleid wordt, probeer tweemaal per dag te mediteren. Dit kan best wat korter dan je gebruikelijk doet, maar voel het ‘diepe zitten’ en de ‘diepe adembeweging’. Juist als er spanning is, zie je dat de adembeweging zich naar ‘boven’ verplaatst en dat de spanning in schouders en nek toeneemt. Het tweemaal per dag (even) ‘diep zitten’ helpt je om ook gedurende de dag ‘laag’ te blijven. Dit zal je innerlijke rust en balans ten goede komen.

Tip 2: Weet waarom je ’s ochtends opstaat

Je kunt dit op een hele natuurlijke en ontspannen manier oefenen. Vraag je iedere dag af, wanneer je wakker wordt: ‘wat wordt er van mij vandaag verwacht?’ Zorg dat je een helder beeld hebt van dat wat de dag van je vraagt en pak je taak en werk licht op. Dit helpt je om op een lichte manier, efficiënt je werkt te doen.

Tip 3: gebruik de pauze- en stilteoefening

Wordt even stil voordat je aan een nieuwe taak begint en sluit de taak ook weer af door even heel stil te worden. Voel je voeten en de verbinding met de aarde, luister naar alle geluiden en ervaar hoe ze terugvallen in de stilte die er altijd is. Hou je adem laag en ontspan je lichaam. Dat is al voldoende. Je zal zien hoeveel energie je hiermee kunt bewaren en het helpt je om positief naar de dingen te kijken.

Er zijn nog veel meer oefeningen die je kan blijven doen, ook als je thuis moet werken en beperkt bent in je sociale bewegingen. De komende tijd zal ik er nog een paar behandelen.

Als je vragen hebt of ervaringen wilt delen, stuur mij dan een mailtje: info@filosofieenmeditatie.nl

Ik wens jullie sterkte in deze tijd en blijf op koers.

De transformerende kracht van retraites

Het retraiteseizoen loopt voor ons ten einde. Een goed moment om even terug te blikken. Het was een bijzonder jaar: door de corona-epidemie konden de retraites in mei en juni niet doorgaan, de retraites van juli moesten we verplaatsen van ons centrum in Brognon (Noord-Frankrijk) naar ons retraitecentrum ‘de Cynham’ in Egmond aan den Hoef. Pas in augustus konden we weer retraites organiseren in Brognon. Wel een hele bijzondere situatie. Wij evalueren al sinds eind 2018 al onze retraites en door de omstandigheden konden we nu voor het eerst onderzoeken hoe mensen retraites beleven en beoordelen in Brognon en in Egmond aan den Hoef waar we normaliter nooit retraites van een week houden.

In het verleden hadden we al iets vreemds ontdekt: de retraites werden (en worden) over het algemeen gelijk beoordeeld: 4,7 (max. 5). Een mooi, hoog cijfer, maar hoe komt het dat alle retraites toch steeds weer hetzelfde cijfer krijgen? De programma’s zijn verschillend en de deelnemers ook (van tieners tot ouderen, van mensen die graag meedoen aan Zang, Dans en Bezinning of aan een Familieweek of meedoen aan meditatie, studie of yoga-programma’s etc.). Diverse programma’s, verschillende groepen mensen en toch min of meer dezelfde beoordeling. En dit jaar kregen we de gelegenheid om de Cynham te vergelijken met Brognon. Je raadt het al: opnieuw gelijke beoordelingen. Er is dus iets anders aan de hand. De groep respondenten is ook behoorlijk groot aan het worden: tot nu toe hebben 216 mensen de enquêtes ingevuld en testimonials achtergelaten.

We zijn dieper gaan kijken en er zijn twee dingen die boven komen drijven: de eerste factor die mensen hoog waarderen, zou je misschien het beste kunnen omschrijven als ‘zuivere, liefdevolle aandacht’. Iedereen die bij ons werkt en ondersteunt, doet dit geheel pro Deo. Niemand wordt betaald. Er is veel aandacht voor de gebouwen, het eten (vegetarisch) en het welzijn van de mensen die de centra bezoeken. Dat is één van de redenen dat mensen graag komen en terug blijven komen. Deze ‘zuivere en liefdevolle zorg’ kennen we uit bepaalde filosofische systemen, zoals de zen-traditie. Hij is op een gegeven moment bijna zintuiglijk waar te nemen. Het lijkt erop dat dit één van de factoren is die de retraites zo bijzonder maakt en bijdraagt aan het hoge beoordelingscijfer.

Daarnaast is er nog een factor die erg belangrijk is: de transformerende kracht van de Sanga. Al onze retraites volgen het format van de Sanga. Wat is een Sanga? Het is niet gemakkelijk te definiëren, maar ik zal de criteria geven die wij hanteren. Een Sanga is een groep mensen die bij elkaar komen om een bepaalde reden. In ons geval kent een Sanga 5 kenmerken:

– er moet een gemeenschappelijk focuspunt zijn (bijv. meditatie, yoga, filosofie, jezelf willen leren kennen etc.)
– de Sanga moet veilig zijn
– de Sanga moet gelijkwaardig zijn (iedereen die deelneemt is gelijkwaardig)
– een Sanga werkt altijd voor de ontwikkeling van het geheel en niet primair voor de ontwikkeling van een individu
– een Sanga mag niet te homogeen zijn. Diversiteit is noodzakelijk om te zorgen dat wij niet allemaal dezelfde ‘blinde vlek’ hebben.

Iedereen die de mysterieuze werking heeft ervaren van het deelnemen aan een Sanga, zal erkennen dat de kracht van de Sanga groter is dan de som van de kracht van de individuele deelnemers. Het mediteren, studeren of werken in een Sanga is heel anders en niet goed te vergelijken met individuele meditatie of studie. Je van tijd tot tijd even kunnen ‘onderdompelen’ in een Sanga tijdens een retraite is dan ook een  belangrijke factor die de retraites zo bijzonder maakt.

Het is niet moeilijk uit te leggen waarom een retraite zo heilzaam voor je is. Ten eerste: je kan je helemaal ontspannen. Er is geen stress. Er wordt niet geoordeeld en je bent goed zoals je bent. De ‘maskers’ die je gewoonlijk op hebt om in de grote wereld te kunnen overleven en je rollen goed te vervullen, heb je tijdens een retraite niet nodig. Die vallen dan ook na de eerste dagen gewoonlijk af en dat geeft op zich al een gevoel van bevrijding.

Ten tweede: door je open te stellen voor de oude kennis uit de grote filosofische systemen en de meditatie scholen, kan je ‘nieuwe’ dingen onderzoeken en kijken of ze van waarde voor je zijn. Nieuwe kennis, nieuwe inzichten en meer zelfkennis en zelfvertrouwen zijn eigenlijk altijd het resultaat dat je mee naar huis neemt na een retraite.

Nu onze maatschappij zo aan het veranderen is, hoor je steeds vaker dat het tijd is dat we ‘anders moeten gaan denken’. Het ‘oude denken is niet in staat om de problemen en uitdagingen die voor ons liggen op te lossen’. We moeten dus op een andere manier gaan kijken, denken en leven. Voor veel mensen een bedreigende gedachte. Hoe moet dat dan? Kan ik nog wel meekomen? Kan ik deze nieuwe tijd aan? Dergelijke vragen en angsten horen en lezen we veel. Dat we wat anders moeten, lijkt mij evident, maar het moet wel op een geweldloze manier plaatsvinden en dat is nogal een uitdaging. Retraites zijn veilig, geweldloos en er is ‘zuivere, liefdevolle zorg’. Sanga’s zijn van oudsher al aangeprezen als het instrument dat kan helpen om het ‘oude los te laten en het nieuwe tegemoet te treden’. Ik ben ervan overtuigd dat retraites en Sanga’s ons ook nu kunnen helpen om de grote veranderingen op een geweldloze manier door te  komen. Wij gaan zeker door met het organiseren van retraites en Sanga’s om het proces van ‘leren nieuw te denken en te leven’ te ondersteunen.

Wil je reageren? Stuur dan een mailtje naar: info@filosofieenmeditatie.nl

De yoga van meditatie in de Bhagavad Gita

Tegenwoordig is meditatie erg populair in het Westen. Het wordt gebruikt om je energiehuishouding en innerlijke balans te verbeteren. Het helpt je om beter om te gaan met stress en stress gerelateerde klachten. Wat eigenlijk gebeurt is dat op het moment dat wij uit balans zijn, somber worden en lijden aan stress, wij meditatie aangeboden krijgen om ‘beter’ te worden. Het is dus een soort ‘medicijn’.

Laten we eens kijken hoe meditatie in een aantal grote tradities gebruikt wordt. We zien grote overeenkomsten in de boeddhistische en yoga traditie van Patanjali en komen hetzelfde tegen in de Bhagavad Gita. In al deze tradities wordt de meditatie aangeboden aan mensen die een groot deel van het filosofische systeem hebben doorlopen. Er gaat heel wat aan vooraf.

De Bhagavad Gita begint met de ‘yoga van wanhoop’. Prins Arjuna staat op het punt om een leidende rol te nemen in een grote oorlog. Hij is een strijder, een generaal en heeft vele oorlogen aangevoerd. Nu weet hij niet meer wat zijn taak is en wat juist en onjuist is. Krishna staat naast hem en er ontstaat een dialoog tussen deze twee. Arjuna is wanhopig; Krishna wil hem helpen, maar op dat moment reikt hij hem niet de meditatie aan. We mogen er vanuit gaan dat Arjuna, als prins en super opgeleid man, heel goed bekend is met meditatie, maar toch wordt dit middel niet ingezet.

Krishna slaat een andere weg is. Hij geeft Arjuna kennis en besteedt maar liefst drie hoofdstukken aan de ‘yoga van handeling’. Arjuna komt uit zijn diepe put en begint vragen te stellen en wordt nieuwsgierig. Tijdens deze dialoog raakt Arjuna steeds meer geïnteresseerd in wat ‘voorbij de menselijke maat’ ligt: wat is het ‘universele plan’; welke wetten en regels gelden daar?

Krishna wil hem graag introduceren in deze universele kennis, maar weet ook dat dit niet vanuit de ‘menselijke maat’ kan. Pas nu introduceert hij bij Arjuna de ‘yoga van meditatie’.

De meditatie is hier geen techniek; het is een ‘poort’ waar je doorheen kan gaan. Om voorbij de ‘menselijke maat’ te kunnen kijken, om het ‘verhaal achter het verhaal’ te kunnen doorvoelen, moet je één ding achter je laten: je ego, je individualiteit. In de soefi-traditie is dit thema bijzonder mooi uitgewerkt. Daar heet het: ‘tot waar kun je op je sandalen gaan’? Er komt een punt waarop je je ‘sandalen uit moet doen’ en op je ‘blote voeten’ verder moet gaan. Die voeten moeten bovendien ook nog ‘schoon’ zijn. Het verhaal wil dat Mozes de berg op ging om God te ontmoeten en de Aartsengel Gabriel hem begeleidde. Op een zeker moment zei de Aartsengel Gabriel tegen Mozes dat hij niet verder kon op zijn sandalen en dat hij ze af moest binden. Ook zei hij dat hij dat hijzelf niet verder mocht en dat Mozes alleen, op zijn blote voeten, door moest gaan. Het is poëtisch omschreven. Ik hoop dat je voelt wat hier speelt: het is de poort van de meditatie. Als je door deze poort gaat, ben je in staat om een ander type kennis en bewustzijn te ervaren, namelijk het bewustzijn dat hoort bij de universele maat en niet bij de individuele maat. De regel is simpel: laat je ego achter bij de ‘poort’. Hij zal goed bewaard worden en als je terugkeert kan je hem weer komen ophalen. Echter, als je eenmaal door deze ‘poort’ gaat, keer je nimmer terug.

De ‘yoga van meditatie’ wordt beschreven in het 6e hoofdstuk dat tevens het einde is van het eerste deel van de Bhagavad Gita dat gaat over ‘de mens’. Het 7e hoofdstuk is het begin van de tweede sectie die gaat over de universele maat. Om daar toegang toe te krijgen, is de meditatie onontbeerlijk.

De meditatie wordt in de Bhagavad Gita dus niet gebruikt om iemand uit zijn benarde positie te halen. Het is zelfs maar de vraag of dat effectief zou zijn, maar het wordt gebruikt om iemand klaar te maken om op een hele andere manier naar de werkelijkheid te kijken. Dit proces wordt niet voltooid in het 6e hoofdstuk, maar gaat door in het 12e hoofdstuk. Beide hoofdstukken horen bij elkaar. Hoe dit zit? Eenvoudig: het 6e hoofdstuk is het einde van het eerste deel, de ‘menselijke maat’ van de Bhagavad Gita; het 12e hoofdstuk is het einde van de ‘universele maat’ en dan volgt de verbinding tussen beide ‘werkelijkheden’. Opnieuw is het de meditatie die het mogelijk maakt om het ‘oude’ te verlaten en het ‘nieuwe’ welkom te heten. M.a.w.: meditatie in de Bhagavad Gita (en in de boeddhistische traditie en de yoga van Patanjali) wordt gebruikt om helemaal ‘nieuw’ naar de realiteit waarin wij leven, te kunnen kijken.

Wil je reageren? Stuur een mailtje naar: info@filosofieenmeditatie.nl

Hoe kan je het beste de Bhagavad Gita bestuderen?

Dit is een vraag die regelmatig gesteld wordt, daarom wil ik proberen hem te behandelen in deze blog. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: er is niet één ‘beste’ manier om de Bhagavad Gita te bestuderen, er zijn er vele.

Laten we er eens naar kijken. Bedenk wel dat het niet mogelijk is om een volledig overzicht te geven, we kunnen slechts een paar aspecten behandelen.

De Bhagavad Gita is een oud Indiaas geschrift dat al eeuwen lang een grote populariteit in Oost en West geniet. Waarom? Waarschijnlijk omdat wat besproken wordt zo herkenbaar is in ons eigen leven en omdat er vele aanwijzingen in worden gegeven die je helpen om je eigen situatie beter te begrijpen en te verbeteren. Erg praktisch dus.

De Bhagavad Gita bestaat uit 18 hoofdstukken. Elk hoofdstuk bevat een volledige ‘yoga’. Yoga betekent hier een weg om verbinding te maken met je diepste wezen en van daaruit te leven. Yoga betekent ook ‘discipline’: yoga biedt je houvast en geeft aanwijzingen die je kunnen helpen om de ‘juiste’ keuzes in je leven te maken.

Je kunt ieder hoofdstuk bestuderen en ik ben ervan overtuigd dat je er aspecten in zal ontdekken die passen bij je eigen situatie. Ze te lezen zal je steun en troost brengen. Tevens zal je verschillende praktische aanwijzingen vinden die je kunt gebruiken in je leven. Maar er is meer: er zijn delen in de Bhagavad Gita die je kunt ‘begrijpen’ met je verstand, maar er zitten ook delen in die je niet kunt bevatten met je verstand. Dit zijn de zgn. mantra’s. Mantra’s zijn energievelden; het gaat niet zozeer om de taalkundige betekenis, maar om de lading. Het is een volwaardig ‘taalsysteem’ dat parallel bestaat aan het gewone taalsysteem dat wij gebruiken om informatie of kennis over te brengen. Het gebruik van mantra’s is niet voorbehouden aan de Oosterse filosofie. Iedereen gebruikt mantra’s. Wij gebruiken bijvoorbeeld de mantra ‘mamma’. ‘Mamma’ is een geladen woord. Wij hebben allerlei ervaringen, herinneringen en beelden bij onze ‘mamma’. Mijn herinneringen aan mijn ‘mamma’ zijn anders dan de herinneringen die jij hebt aan jouw ‘mamma’. We gebruiken hetzelfde woord, maar de lading kan heel anders zijn. Bovendien verandert deze lading ook gedurende ons leven. Het is een dynamisch proces. Er is niet één betekenis van de mantra, hij verandert in ons leven en groeit met ons mee.

De Gita bevat heel veel mantra’s. Hier zijn twee voorbeelden:

Het eerste voorbeeld kan je misschien nog wel met je verstand benaderen, maar als je de mantra meeneemt in je dagelijkse leven en je blijft erop ‘dobberen’ zoals een bootje op het water, zal je zien dat je steeds dieper in zakt. Mantra’s hebben veel gemeen met muziek. Je moet in trilling komen met de muziek. Het lijkt op een klankkast van een viool of cello. Die komt in trilling als de snaren worden bestreken door de musicus en daardoor ontstaat de hoorbare klank. Als je toestaat dat de mantra jou in ‘trilling’ brengt, zal je zien dat er steeds meer aspecten van de mantra tot ‘leven’ komen. Hier is zo’n mantra uit het 2e hoofdstuk van de Bhagavad Gita:

‘Je hebt het recht om te handelen, maar je hebt geen recht op de resultaten van je handelen. Laat nooit het verkrijgen van de vruchten van handelen je motief zijn. Maar wees evenmin geneigd tot niet-handelen.’

Hier kan je lang op ‘dobberen’. Deze zin heeft o.a. Beethoven diep geïnspireerd en je kunt je er iets bij voorstellen. Hij componeerde geen muziek met het oogmerk om de opdrachtgevers of toehoorders te plezieren. Hij liet zijn inspiratie vrijelijk stromen om het met de mensen te delen, maar niet om het applaus en de goedkeuring te verwerven van zijn publiek. Dat is niet altijd een gemakkelijke keuze. Als je zo wil leven moet je bij je zelf blijven en kan je geen compromis sluiten.

Hier is nog een mantra uit het 4e hoofdstuk. Iets minder gemakkelijk om met je verstand te benaderen:

‘Je moet de aard kennen van handeling (karma), speciale handeling (vikarma) en niet-handelen (akarma), want zeer diepzinnig is de weg van handeling’.

Dit is één van de mantra’s die in mijn leven een grote rol speelt. Al tientallen jaren ‘klinkt’ hij in mij en iedere keer ontdek ik weer nieuwe aspecten die in deze mantra besloten ligt. Iedere keer betekent dit nieuwe ontdekkingen, nieuw inzicht en grote verwondering over de diepte van deze mantra. Ik ga er nu verder niets over schrijven. Je moet het zelf ontdekken. Er zijn geen ‘goede’ of ‘verkeerde’ antwoorden op dit pad. Het is een ontdekkingsreis, die je zelf moet meemaken.

Hier nog even een paar praktische tips om de Bhagavad Gita te bestuderen:

  1. Lees de Bhagavad Gita een keer snel door. Alleen maar om te wennen aan de taal, de vreemde namen en de opbouw van de Gita.
  2. Krijg gevoel voor mantra’s, wat ze zijn en hoe ze werken. Bijna alle verzen zijn mantra’s en benader ze zoals je naar muziek zou luisteren. Niet primair willen begrijpen, maar laat de tekst in je klinken en voel de ‘trilling’ die de mantra in je teweeg brengt.
  3. Kijk naar een situatie of gebeurtenis in je eigen leven (bijvoorbeeld een privésituatie, werk gerelateerd, een gebeurtenis in je sociale leven). Lees een klein stukje (dat je aanspreekt) in de Bhagavad Gita en spiegel dat heel stil in de situatie die je voor ogen hebt. Neem de gekozen tekst eens een paar dagen (kan ook langer) mee en blijf de situatie/gebeurtenis en de tekst in elkaar spiegelen. Let op: probeer geen conclusies te trekken en geen mening te hebben omtrent hetgeen zich aandient; alleen maar blijven toekijken.
  4. Overweeg: wat is het allerbelangrijkste in mijn leven? Wat is mijn grootste ideaal? Blijf hier eens op ‘dobberen’ en kijk wat de Bhagavad Gita je te zeggen heeft en welke aanwijzingen de Bhagavad Gita je geeft om dit allerbelangrijkste of dit grootste ideaal te realiseren in je leven. Het zal je helpen om een stap te zetten en daarna een volgende stap en zo verder. Vele mensen, waaronder Gandhi, hebben op deze manier kracht en inspiratie gevonden en het heeft ze geholpen hun doel te bereiken.

Er is nog zoveel meer over te zeggen en er zijn nog zoveel andere manieren om met deze tekst om te gaan, maar voor nu zal ik het hierbij laten.

Heb je vragen of wil je reageren: stuur een mail naar: info@filosofieenmeditatie.nl

 

Bhagavad Gita: gewone kennis en hogere kennis

In de vorige blog over de Bhagavad Gita ben ik ingegaan op hoe het komt dat de Bhagavad Gita al eeuwen lang zoveel mensen heeft geïnspireerd en steun heeft gegeven. We hebben toen de eerste drie domeinen van de Gita behandeld: de Gita geeft kennis die je gemakkelijk kan gebruiken, de Gita geeft oefeningen en aanwijzingen die in het dagelijkse leven goed gebruikt kunnen worden en het geeft ook hoop. Hoop dat je verbinding kunt maken met je eigen innerlijke kracht en licht en verbinding maakt met je eigen ‘lijn’ in het leven of anders gezegd met je authenticiteit.

In deze blog zal ik ingaan op het vierde aspect: de Gita leert dat er verschillende soorten kennis en bewustzijn zijn. Normaal gesproken zijn er vier ‘bronnen’ voor kennis: directe waarneming, gevolgtrekking, aanname en (logische) redenatie. Iedereen kan deze bronnen gebruiken, maar er is meer. De Bhagavad Gita wijst erop dat er ook nog andere ‘hogere’ vormen van kennis bestaan. Echter, daar hebben de meesten van ons niet direct toegang toe. Toch is het goed om er gebruikt van te maken, maar dat vergt wel wat inspanning en training. De ‘hogere’ vormen staan bekend als: inspiratie, intuïtie, openbaring en profetie. Helaas verstaat iedereen iets anders onder deze begrippen en van alles en nog wat wordt inspiratie of intuïtie genoemd. De eerste drie zijn toegankelijk voor ons, de vierde is een bijzondere vorm die ik voor nu maar even buiten beschouwing laat.

Bepaalde mensen zijn gevoelig voor inspiratie en intuïtie. De beschrijvingen zijn tamelijk eenduidig: er wordt je iets ‘ingefluisterd’, er komen beelden of klanken (woorden, muziek) tot je, veelal in een ogenschijnlijke ongeordende vorm en je hebt het gevoel dat er een grote stroom van energie door je heen gaat. De momenten waarop dit plaats vindt, zoals bij het overgaan van slapen naar waken, in de meditatie en als je in stilte wandelt, hebben met elkaar gemeen dat je geest ‘stil’ is en het ego (ik-besef) naar de achtergrond verdwijnt. Dan, plotseling, zonder dat je hier enige grip op hebt, stroomt de energie en tonen zich beelden, denkbeelden, geluid of iets anders. Het gaat razendsnel; het lijkt wel op een explosie. Als je voor dit soort impulsen gevoelig bent of wordt, dan ga je ze steeds meer herkennen (en waarderen).

De bestudering van de Bhagavad Gita helpt ons om ontvankelijk te worden voor deze ‘krachten’. Hoe doet de Bhagavad Gita dit? Op verschillende plaatsen in dit boek wordt hierover geschreven, maar het wordt prachtig samengevat in hoofdstuk 2 in de verzen 55-58. In deze vier verzen wordt een ‘geheim’ onthuld. Wat zou je moeten leren? Hier volgt een lijstje:

– leer je wensen en verlangens tot rust te brengen
– leer je terug te trekken en verbinding te maken met je diepste, innerlijke kern
– blijf stabiel, ook bij tegenslag
– hunker niet naar genot en ga geen bindingen aan en blijf neutraal
– let op: angst en woede zijn bewustzijnsvernauwers en stoten je, zelfs als je het niet wil, uit je balans
– Zorg voor een stabiele meditatie. Al het bovenstaande valt je heel natuurlijk toe als je meditatie een integraal onderdeel (een fundament) is van je leven.

Als je dit zou leren, wordt je automatisch, d.w.z. zonder een verdere ‘eigen’ inspanning gevoelig voor impulsen die ‘van buiten’ lijken te komen en je energie ‘inblazen’. Dit proces is de basis van alle vormen van wat genoemd wordt, ‘hogere’ vormen van kennis. Hoe dieper je je kunt terugtrekken en stiller je geest wordt, hoe gevoeliger je wordt voor deze vormen van kennis. Uiteindelijk worden ze je ‘dagelijks brood’ en wil je niets anders meer. Dit is wat je hoort van mensen die om welke reden dan ook, gevoelig zijn voor inspiratie: ‘dit is het belangrijkste, allermooiste, in mijn leven’.

In deze tijd van de corona epidemie is het van het grootste belang dat wij niet verzanden in de ‘duisternis’ en ons blijven richten op  ‘licht’. Daarom hebben we de komende weken video meetings rond de Bhagavad Gita georganiseerd. De meetings zijn op dinsdagavond van 20.00-21.00 uur. Als je mee wil doen, stuur een mailtje, dan krijg je de link toegestuurd.

Het adres is: info@filosofieenmeditatie.nl

 

 

 

Hoe komt het dat de Bhagavad Gita zoveel mensen steun en troost heeft geven (en nog steeds geeft)?

In deze tijd van de corona epidemie is het van het grootste belang dat wij niet verzanden in de ‘duisternis’ en ons blijven richten op ‘licht’. Daarom hebben we de komende weken video meetings rond de Bhagavad Gita georganiseerd. De meetings zijn op dinsdagavond van 20.00-21.00 uur. Als je mee wil doen, stuur een mailtje, dan krijg je de link toegestuurd.

Hierbij alvast een tekst ter overweging:

Het is inderdaad merkwaardig dat de Bhagavad Gita, een belangrijk Indiaas geschrift al eeuwen lang zoveel mensen steun en troost biedt, ook aan hen die helemaal niet uit de Indiase traditie komen en ook aan mensen die niet of nauwelijks bezig zijn met religie. Ook in het Westen is de Bhagavad Gita erg populair. Het is misschien wel een van de meest vertaalde geschriften. Hoe komt dit?

Ik denk dat dit voornamelijk komt omdat de Bhagavad Gita vier domeinen bestrijkt: het geeft kennis, en aanwijzingen en oefeningen die je in de praktijk van het dagelijks leven kunt gebruiken, het bestuderen van de Bhagavad Gita doet hoop groeien en leidt je naar een andere vorm van kennis die voorbij onze ‘gewone’ kennis gaat. Bovendien doet de Bhagavad Gita dit op een manier die niet gebonden is aan een bepaalde cultuur en religie. Het gaat over de essentie van de mens, wie ben je? Waarom leef je? Wat is je ‘taak’ in dit leven? Hoe verhoudt de individuele (de menselijke) maat zich tot de universele maat en welke wetten gelden op beide niveau’s?

De Bhagavad Gita beschrijft een dialoog tussen de prins Arjuna en Sri Krishna die hier de universele, goddelijk maat vertegenwoordigt. Het is een dialoog tussen de mens en God. Arjuna staat op het punt een grote oorlog te voeren, en heeft veel twijfels of dit wel juist is. Hij weet eigenlijk niet meer wat zijn taak in het leven is en is hierdoor helemaal verward. Het is een thema dat niet alleen Arjuna raakt, maar waar veel mensen, uit iedere cultuur en tijd, mee te maken krijgen.

Krishna begint met te luisteren en zegt in eerste instantie niets. Vervolgens spreekt hij Arjuna aan in een taal en met argumenten die Arjuna gewend is: ‘je moet niet zo laf zijn’; ‘het is je taak’; ‘als je wegloopt, wat zullen de anderen daar wel niet van zeggen’?, enz. Maar vervolgens gaat hij op een andere manier verder: ‘alles wat geboren wordt, zal eens vergaan en sterven. Het leven is tijdelijk en alles wat wij waarnemen, is tijdelijk’. Het is hetzelfde thema dat Boeddha gebruikt in zijn leer en dat bekend staat als de Drie Kenmerken van het Bestaan: één daarvan is ‘de tijdelijkheid van het bestaan’. Het drama is dat wij proberen de tijdelijkheid op te rekken tot eeuwigdurend: we willen blijven leven, mooie dingen mogen niet voorbijgaan en geliefde mensen mogen niet sterven. Ons bezit moet als maar groter worden en mag niet verdwijnen enz. Teleurstelling en verdriet zijn onvermijdelijk het gevolg van een dergelijke levenshouding.

De Bhagavad Gita toont ons dat het niet zinvol is om het onvergankelijke, eeuwige en oneindige te zoeken in de wereld die gebonden is aan tijd en plaats. Daar moet je het niet zoeken. Maar waar dan wel? Als we het onvergankelijke echt willen vinden, zullen we ons leven moeten veranderen en verbinding moeten maken met een andere vorm van kennis en bewustzijn. We zullen allereerst een aantal dingen moeten leren. De belangrijkste zijn: leer wat je svadharma, je eigen lijn, je diepste authenticiteit is en volg die in je leven. Leer vervolgens je eigen natuur kennen (svabbhava) en volg ook die en tot slot: vind het werk dat bij je svadharma hoort en voer dat uit op een manier die past bij je eigen natuur. Deze drie: het volgen van je eigen lijn en je eigen natuur en het doen van je eigen werk, verbinden je met je eigen kern.

Vervolgens biedt de Bhagavad Gita je vele oefeningen die je op een andere manier doen leven. Bijvoorbeeld: je hebt ‘recht’ op het werk, maar niet op de ‘vruchten’ of resultaten ervan. En: het gaat om de zuivere intentie waarmee je iets doet en niet om het resultaat. Werk en handelingen komen in een heel ander licht te staan als je leeft vanuit je eigen authentieke kern. Deze kern is een ‘rots’ en als je daarop gaat ‘staan’, hoeft je steeds minder steun te zoeken bij tijdelijke dingen die buiten je zelf gelegen zijn. Je kan van deze dingen gebruik maken, je kan van ze genieten, maar je kan ze ook weer loslaten, zonder uit balans te raken.

Dit te leren, is al een groot goed in het leven. Maar er is meer: we moeten niet alleen stoppen met het tijdelijke ‘op te rekken’ tot het tijdloze, maar we zouden ook moeten weten wat het is dat niet gebonden is door tijd en plaats. Dat wat niet verandert en niet vergaat. Nadat de Bhagavad Gita je erop gewezen heeft dat steun zoeken in de tijdelijke wereld je uiteindelijk pijn en verdriet zal bezorgen en vervolgens gewezen heeft op een veel sterker fundament, dat je in je zelf kunt vinden en vele aanwijzingen en oefeningen heeft gegeven om op een andere manier te gaan te leven, toont de Bhagavad Gita tevens dat er een andere vorm van kennis en bewustzijn bestaat die onze bekende manier van kennis vergaren en ons ‘gewone’ bewustzijn te boven gaat. De belofte wordt gedaan dat de mens zich verder kan ontwikkelen en dat er nog heel veel is te ontdekken in dit leven.
De Bhagavad Gita geeft ons dus kennis, vele aanwijzingen en oefeningen en het geeft hoop. Volgende keer zal ik een stukje schrijven over de ‘hogere’ kennis waartoe de Bhagavad Gita ons uitnodigt. Het is dichterbij en minder moeilijk dan je denkt!

Wil je reageren of deelnemen aan de meetingen op disdagavond: stuur dan een mailtje naar: info@filosofieenmeditatie.nl