Innerlijke rust en handelen

In mijn vorige blog stonden we stil bij twee bijzondere verzen in de Bhagavad Gita:

Vers 6.3:

Voor de wijze (muni) die verlangt op te gaan in yoga is handeling het middel; voor hem die yoga bereikt heeft, is innerlijke rust (sama) het middel, zo wordt gezegd. (vers 6.3)

Als een mens alle gedachten en wensen heeft opgegeven en niet gehecht is aan zintuiglijke objecten en handelingen, wordt er gezegd dat hij yoga heeft bereikt. (vers 6.4)

Deze verzen blijven mij danig bezighouden. Laten we de tekst goed tot ons door laten dringen.

Om op te gaan in yoga is handelen het middel, staat er. Daarna, als je yoga bereikt hebt, wordt innerlijke rust het middel. Iemand die yoga bereikt heeft, kan dus over innerlijke rust beschikken. Door handelen. Want dat was het middel om op te gaan in yoga.

Omdat mij zoals ik al eerder aangaf er veel aan gelegen is om over een innerlijke rust te kunnen beschikken, en dan als het even kan in alle omstandigheden, maakt de handeling zoals dat hier als middel in de eerste fase bedoeld wordt, mij bijzonder nieuwsgierig.

En eigenlijk is dat wel vreemd. Vreemd omdat ik mij al een aardige tijd tijdens studiebijeenkomsten bezig heb gehouden met tal van aspecten van de karma yoga, de yoga van handeling: dat er zoveel aspecten aan handelen zitten, dat het theorie aan praktijk koppelt, dat het je een spiegel voorhoudt met betrekking tot hoe je in het leven staat, waar allemaal aan gewerkt kan worden omdat het best nog wat verfijning kan gebruiken, etc. etc.

Pas toen ik mij afgelopen zomer in Brognon op het begin van hoofdstuk zes uit de Gita ging richten, kwam het aspect van de innerlijke rust weer naar boven.

Maar hoe zat het met die innerlijke rust in de karma yoga? Heb ik in de eerdere hoofdstukken, in de uiteenzetting van de karma yoga iets gemist? Blijkbaar.

Goed, dan ga ik dat nog eens dunnetjes overdoen.

Karma is handeling, handeling in de ruimste zin van het woord: niet alleen fysieke handelingen maar ook die van spraak en geest, bewust en onbewust en yoga is, zoals al eerder vermeld: in verbinding willen komen met … met het hoogste, het mooiste dat wij ons voor kunnen stellen.

Stel dat wij yoga nu in deze context eens opvatten als het in verbinding te willen komen met de kwaliteit die omschreven kan worden als innerlijke rust, kalmte, gelijkmoedigheid en vrede. Door te doen, te handelen. Laten we eens kijken hoe ver we komen.

Ik zal beginnen met in het kort iets over de Karma Yoga in de Gita te vertellen.

Het derde hoofdstuk van de Gita heeft als titel ‘De Yoga van handeling, karma yoga’. Dit wil niet zeggen dat dit thema zich tot dit hoofdstuk beperkt. Zoals we vast nog zullen zien loopt dit thema als een rode draad door het hele onderricht van Sri Krishna. Misschien dat er vier aspecten de kern van de Karma Yoga bevatten: (1) handel in overeenstemming met je eigen natuur, (2) het niet gehecht zijn aan handeling op zich en/of de resultaten ervan, (3) het offeren van alle handelingen aan het allerhoogste en (4) het zichzelf niet zien als de doener. Dit zijn onderwerpen waar Sri Krishna in het derde hoofdstuk over spreekt. Een ander punt is nog de innerlijke houding. Maar ook daar kom ik graag nog op terug.

In mijn volgende blogs wil ik de verschillende aspecten opnieuw tegen het licht houden, maar dan met de focus op het aspect middel tot innerlijke rust.

Zin om een paar blogjes hierover mee te reizen?

U bent van harte uitgenodigd.

Ik wens u fijne feestdagen, met af en toe momenten van innerlijke vrede!

Wilt u reageren? Stuur dan een mailtje naar: fam.nijs@quicknet.nl

“Worstelen” met de Diamant Sutra

Tijdens de studiedag meditatie en pijnverwerking, afgelopen voorjaar op de Cynham, werd ik flink geraakt door herinneringen uit een pijnlijk verleden die ik bewust of onbewust ver weg had gestopt. Maar het is belangrijk te zien dat deze herinneringen mijn leven nu nog steeds beïnvloeden. Ik voelde de noodzaak om op zijn minst te gaan proberen een deel van mijn “pijn” te gaan loslaten en/of te transformeren. Om dit te bewerkstelligen heb ik de Diamant Sutra gekozen met als intentie te proberen een andere visie of invalshoek te krijgen op mijn binding met het verleden. Geen makkelijke op-dracht.

De Diamant Sutra is voor mij de eerste tekst die ik zo intensief bestudeer, hij kwam op mijn pad en ik voelde mij er toe aangetrokken omdat ook de studie van het Boeddhisme in de leerweg in mij resoneerde. Niet wetende dat ik voor een allereerste tekst wel een erg moeilijke tekst koos. Misschien ook prima. Niet gehinderd door kennis, open en nieuwsgierig betrad ik het pad van de Diamant Sutra. Ik had wel een kleine verwachting of eerder een hoop dat ik een stukje van mijn lijden, lees pijn en verdriet, los zou kunnen laten.

De uitspraak “alle begin is moeilijk” is ook hier van toepassing. In het begin moest ik erg wennen aan de manier van spreken in de tekst. Steeds die herhalingen lieten mij mijn ongeduld zien. Na de tekst gelezen te hebben volgde het maken van een samenvatting en pas hier werd ik als het ware gedwongen om de tekst toch op zijn minst een beetje te begrijpen. Er wordt veel gebruik gemaakt van beeldspraak en ik worstel toch nog steeds een beetje met de vertaling hiervan. Soms is het snel duidelijk en andere keren helemaal niet. Maar het blijft hoe dan ook mijn eigen interpretatie en of die nu altijd even behulpzaam is voor het volledig opnemen van de tekst is de vraag. Het was dan ook wel fijn om toch af en toe te kunnen sparren met iemand anders, Mehdi in mijn geval.

Een grotere drempel was voor mij toch wel dat er voor mijn gevoel gesteld wordt dat alles wat je ervaart en denkt te zijn een illusie en niet echt is. Een gevoel van opstandigheid en ongeloof neemt dan even de overhand: “het kan gewoon niet waar zijn dat ik (ego) niet echt besta”. Hier moest ik toch wel even over nadenken, wat bedoelt Boeddha toch eigenlijk? Ik moet zeggen dat dit stukje niet echt behulpzaam was om de depressieve gevoelens die mij aan het plagen waren te beteugelen. Ik voelde me al niet zoveel waard en nu gaat Boeddha ook nog eens zeggen dat ik (ego) een illusie ben, ik besta niet eens….! Mijn depressieve gevoelens namen gedurende de zomer toe en mijn intentie de tekst te willen bestuderen veranderde daardoor.
Ik ging de studie als afleiding gebruiken en merkte dat het mij even een escape gaf als ik 100% van mijn aandacht inzette op de studie, er dan geen ruimte meer over was voor welk ander gevoel dan ook. Al snel bleek dat deze snelheid (en deze intentie) van studeren (voor mij) niet erg heilzaam was. Ik moest stoppen met studeren: te moe, te somber, geen concentratievermogen en geheugen meer, even pauze dus.

De tekst heeft een paar weken stof liggen happen voordat ik hem toch weer ging oppakken en het studeren ging daarna een stuk beter. Ofwel heb je tijdens de studie van een tekst een “vastloper”, kom je even niet verder, leg de tekst dan voor een periode even weg en kijk er later weer eens naar. Jezelf blijven pushen om de tekst NU te begrijpen heeft geen zin. Dit werkt bij dit soort studies niet. Soms moet een tekst gewoon even rijpen en hoe lang dat duurt kan niemand je vertellen.

Een andere manier van kijken naar de Diamant Sutra kan zijn het proberen te vinden van de mantra’s die erin verstopt zitten, je kijkt dan anders naar de tekst en dat kan behulpzaam zijn om toch ineens de tekst in een ander daglicht te zien. Tijdens het intensief bezig zijn met deze tekst is het toch een vreemde gewaarwording om te merken dat het “studeren” doorgaat tijdens je slaap en je ineens wakker word met een soort inzicht van “Oooo, dat bedoelde hij te zeggen!”. Zo werd ik ook eens wakker en mijn eerste gedachte was: daag jezelf eens uit door deze (gehele) sutra in één woord samen te vatten. Daarna volgde de uitdaging om elk hoofdstuk (het zijn er 32) in één woord samen te vatten. Een hele klus, maar leuk om te doen. Zo te worstelen met de tekst, steeds weer op een andere manier benaderen, en langzaam ontvouwt zich dan de Diamant Sutra.

Voor mij persoonlijk is het lastig om nu de volgende stap te kunnen nemen: het voelen van de sutra. Eens zal het me gaan lukken om het rationele denken aan te kunnen vullen met het voelen van een tekst en ik hoop dat mijn blokkade langzaam zal afnemen.

Lieve groet Alexandra Baas
vragen, opmerkingen en reacties worden gewaardeerd.
a.y.baas@online.nl

Nieuwsgierig geworden naar de Diamant Sutra? Kom dan op 1 februari naar de studiedag: Inleiding tot de Diamant Sutra of kom naar Brognon voor de studieweek met als thema de Diamant Sutra (16-22 aug).

Een boeiend vers in de Bhagavad Gita

Zoals ik in mijn vorige blog aangaf, is het derde vers van het zesde hoofdstuk van de Bhagavad Gita een heel interessante:

Vers 6.3:

Voor de wijze (muni) die verlangt op te gaan in yoga is handeling het middel; voor hem die yoga bereikt heeft, is innerlijke rust (sama) het middel, zo wordt gezegd.

In dit vers geeft Sri Krishna een heleboel opmerkelijke aanwijzingen.

Op de eerste plaats de omschrijving van een wijze, van een muni zoals die in de oorspronkelijke taal, het Sanskriet hier wordt aangeduid. Een muni is een wijze in een hoedanigheid van stille contemplatie. Die wordt hier omschreven als iemand die er naar verlangt op te gaan in yoga. En yoga staat hier voor de vereniging met …, ja met wat? Het zou het hoogste ideaal kunnen zijn dat wij ons kunnen voorstellen. Of iets als ons diepste innerlijk. God? Misschien heeft u net als ikzelf altijd het idee gehad dat iemand die een hele weg afgelegd heeft en het doel bereik heeft dan eindelijk echt wijs geworden is.

Hier staat echter iets heel anders: hij die verlangt naar die vereniging wordt een wijze genoemd! Het hebben van dìt verlangen, het kennen van dit als zijn of haar doel, dat is wijsheid, staat er.

Vervolgens wordt aangegeven dat voor deze wijze, handelen het middel is. Dus, niet blijven zitten dromen over je ideaal, maar iets gaan doen. Kom in beweging, ga verder op weg. Ook weer niet in het wilde weg, maar op weg om ‘op te gaan in yoga’. Werd in de voorgaande hoofdstukken niet uitvoerig stil gestaan bij Karma Yoga, de yoga van handelen? Zo mooi is de opbouw in de Gita!

Het daarop volgende middel is innerlijke rust, sama. Vaak vertaald als innerlijke rust, kalmte, gelijkmoedigheid: ‘voor hem die yoga bereikt heeft, is innerlijke rust (sama) het middel’.

Yoga is dus blijkbaar iets wat innerlijke rust brengt. Die innerlijke rust lijkt in dit vers een eerste doel, maar wordt vervolgens een middel om verder te gaan. Het volgende vers werpt licht op de staat van ‘hem die yoga bereikt heeft’:

Vers 6.4:

Als een mens alle gedachten en wensen heeft opgegeven en niet gehecht is aan zintuiglijke objecten en handelingen, wordt er gezegd dat hij yoga heeft bereikt.

Zo, dat is nogal wat! Ik noemde dit soort verzen in het verleden wel eens ‘depri-verzen’. Teksten die een reactie bij mij en, zoals tijdens studiebijeenkomsten bleek, ook bij anderen reacties opriep van ‘nou dat gaat het toch nooit worden’. Ook “kom, zeg, zou je dan helemaal geen wensen meer mogen hebben?” is een veel gehoorde reactie.

Geleidelijk aan, na heel vaak herlezen, kwamen er andere gedachten op:

Als Sri Krishna in de Bhagavad Gita een weg naar bevrijding onderwijst, zal hij aangeven dat zaken die ons onvrij maken opgeruimd moeten worden. Zaken die onze vrijheid belemmeren. Hier dus gedachten en wensen die onze vrijheid in de weg staan. Zaken waar we aan vast zitten. Dat is dus heel wat anders dan in een soort slaafse houding alles maar overboord moeten gooien. Dat vraagt dus ‘levende, doorleefde kennis’ waar elders in de Bhagavad Gita aan gerefereerd wordt. Waar hebben we last van en waar willen we van bevrijd worden? Waar struikelen we op onze weg over? Dat zou dan een verstandig eerste onderzoek zijn. Toch?

Daar achter komen, vraagt om een regelmatige, stille contemplatie, de houding van een muni dus. Enkele verzen later begint Sri Krishna aanwijzingen te geven voor meditatie.

Een andere vraag die oprijst is of wat in vers 6.3 beschreven wordt, lineaire, opeenvolgende fasen zijn: eerst verlangen op te gaan, en dan bereiken, òf kan het ene moment het ene, en het andere het andere zich aandienen?

Veel vragen waar we over kunnen speculeren, maar laten we vooral niet te veel op onze eigen, persoonlijke ervaringen vooruit lopen.

Er is in dit verband een heel mooie tekst die in het Sanskriet, waar Mehdi lang geleden al eens in een blog bij stil stond[1]:

Padam, padam, pratipadam

arhati, iti, pratipadikam

Wat betekent:

Stap, stap, iedere stap

heeft in zich wat nodig is voor de volgende stap

Overwegen, onderzoeken, ervaren, beleven, doorleven, praktiseren. Stap voor stap.

In mijn volgende blogs zal ik hier verder op doorgaan.

Tot dan,

Hans Nijs

Wilt u reageren? Stuur dan een mailtje naar: fam.nijs@quicknet.nl

[1] ‘Een bijzonder sterke mantra’, 16 april 2017

 

Wat mij van blijvende waarde lijkt

Ik krijg regelmatig leuke reacties op mijn blogs. Ook die vragen soms weer om een reactie. Die reacties geef ik, al kan dat niet altijd direct. In ieder geval hartelijk dank hiervoor, ik waardeer dat zeer.

Toen ik voor het eerst de Leerweg bij de SFM volgde, werd ons op een gegeven moment gevraagd te onderzoeken wat ons diepste verlangen was. Dan volgde de vraag wat dan het diepste verlangen zou zijn dat verlangen eerdere vervuld zou zijn, etc. Ik weet nog goed dat ik daar een tijd mee bezig was. Steeds kwam er iets op en veranderde dat weer, maar uiteindelijk kwam ik uit bij ‘innerlijke vrede’. Innerlijk tevreden zijn. In vrede, in harmonie zijn. En hier kom ik steeds weer op terug als deze vraag weer aan de orde komt. Ook nu weeral ik overweeg wat voor mij van blijvende waarde zou zijn.

En ik hoor sommigen onder u al denken: ja, goh, wie wil dat nou niet? Ga je daar nu een blog over schrijven? Leuk als je met pensioen bent, de kinderen de deur uit. Leuk om eens over te filosoferen, op de Cynham en in Brognon, maar zo zit het echte leven niet in elkaar.

Daar gaat het mij nu juist om. Het gaat mij niet om een innerlijke vrede in afzondering of als een idee buiten het leven van alle dag om. Het gaat om een diep verlangen dat ik een prominentere plaats in mijn dagelijks leven wil geven.

Het is misschien wel het realiseren van dat wat uitgebeeld wordt met het Chong-teken, (soms ook als ‘chu’ geschreven) dat op een wandkleed in de yogazaal in Brognon wordt uitgebeeld. Het is een teken waarin zenmeester Hakuin zijn levensuitspraak vatte: een reusachtig karakter voor ’temidden’, met het opschrift “Meditatie TEMIDDEN van activiteiten is een biljoen maal meer waard dan meditatie in stilte.”

Maar ja, hoe dat te realiseren? Als u nu een pasklare oplossing van mij verwacht, moet ik u helaas  teleurstellen. Wel kan ik u meenemen op mijn eigen zoektocht.Ik denk dat het op de eerste plaats belangrijk is om de herinnering aan dat diepe verlangen een prominente plaats in het dagelijks leven te gegeven, en de oplossing maar even te laten rusten.

Het is als met bijzondere, vaak heftige omstandigheden, waarbij we ineens de betrekkelijkheid van veel dingen inzien. Dat maakt dan indruk op ons. Maar zodra de omstandigheden zich weer normaliseren, lijkt het vaak dat we deze ervaring weer vergeten. We pakken de draad van ons ‘gewone’ leven weer vrijwel automatisch op. Het zou toch jammer zijn als we ons telkens bij een volgende gelegenheid weer realiseren dat we iets van ons innerlijk al weer een tijd uit het oog verloren zijn.

Je diepe wens aldus te leven, levend te houden tijdens de dagelijkse gebeurtenissen, de gesprekken, het doen van boodschappen doen, het klussen, studiebijeenkomsten, thuis, in de auto, in de stad, in het bos, bij onverwachte dingen.

Ik doe dat door meditatie, deel te nemen aan activiteiten en studiebijeenkomsten binnen de SFM, studie van de Bhagavad Gita en … er blogs over te schrijven!

In de volgende wil ik u meenemen naar een bijzonder vers in de Bhagavad Gita, vers 6.3 dat mijn inziens hier betrekking op heeft:

6.3    Voor de wijze (muni) die verlangt op te gaan in yoga is handeling het middel; voor hem die yoga bereikt heeft, is innerlijke rust (sama) het middel, zo wordt gezegd.

Als u in de gelegenheid bent zou u it vers zelf intussen kunnen overwegen.

Tot een volgende keer

Hans Nijs

(NB: Bovenaan de blogs staat altijd ‘door Mehdi Jiwa’. Dit gebeurt automatisch binnen het systeem waar we gebruik van maken en waarvoor we nog geen oplossing hebben gevonden. Mocht de auteur een ander zijn, dan staat dat altijd onderaan de blog.)

Wilt u reageren op deze blog? Mail dan naar fam.nijs@quicknet.nl

 

Op zoek naar iets van blijvende waarde

In mijn eerdere blog schreef ik over de overgang van een lang verblijf in Brognon naar het gewone dagelijkse leven.

Voor de lezer misschien aardig om te weten, dat de overgang voor mij misschien wat minder heftig is dan voor anderen, omdat ik met pensioen ben en onze kinderen hun opleiding hebben afgerond en op zichzelf wonen.

Verder ligt er, om de overgang te verlichten al zo het een en ander op mij te wachten. Zo is er een ruim aanbod van activiteiten op de Cynham, o.a. rond het thema meditatie, deelname aan de leerweg om het vernieuwde programma te ervaren, verdere deelname aan de verdiepingsgroep en dan natuurlijk voortzetting van een studiegroep Bhagavad Gita in Amstelveen.

Misschien niet helemaal oases, dan toch zeker waterputten voor onderweg.

Dan doen zich dagelijks tal van gebeurtenissen en situaties voor die als leermeester kunnen dienen. Gebeurtenissen die maken dat je kunt groeien. Soms wel erg veel en dan denk ik wel terug aan iemand in Brognon die de wens had nooit een saai leven te willen, maar die wens soms in wel erg grote overvloed vervuld zag.

Ik denk er bij dergelijke gebeurtenissen goed aan te doen, mij op één enkele hiervan tegelijk te richten en deze te onderzoeken.

Het is mij een kunst gebleken daar in een goed evenwicht mee om te gaan. Een kunst die nog zeker de nodige oefening vraagt.

In Brognon heb ik de regelmaat van 2x daags gezamenlijk een half uur mediteren als een belangrijk heilzame factor ervaren. Het leek mij een fundament van het samenzijn. Met elkaar mediteren en in een ruimte waar de afgelopen twintig jaar een bijzondere verfijnde sfeer is ontstaan is bijzonder.

Het samenzijn, de sfeer, de natuur, allemaal externe factor, die je na afloop als een herinnering mee naar huis kunt nemen. Een herinnering aan de ervaring van de meditatie zelf en de uitwerking ervan. Maar ook een herinnering die langzaam maar zeker aan kracht afneemt. Vele malen ben ik thuis begonnen de meditatie tot een dagelijkse gewoonte te maken. Even zoveel keren bleken ze na korte of lange tijd tijdelijk. Nu zit er al weer lange tijd een vast patroon in.

Is het toeval dat we juist nu op de vrijdagavonden het hoofdstuk over de yoga van meditaties op het programma stond en, zoals ik al zei, de meditatie binnen de SFM speciale aandacht krijgt? Toch een externe factor die stiekem vanuit Brognon mee naar huis is gereisd? In ieder geval wel een heel bijzondere uitnodiging om de meditatie juist nu de volle aandacht te blijven geven.

Het sluit daarbij wonderbaarlijk aan bij een thema waar ik mij dit najaar en komende winter in wil verdiepen: Is er iets, vergelijkbaar met gunstige omstandigheden zoals die in bijvoorbeeld Brognon, waar je over kunt beschikken, waar je ook bent? Iets wat altijd, overal en onder alle omstandigheden werkelijk beschikbaar is? En zo ja, kan je daar uit putten en hoe dan?

Ik heb er al veel over gelezen. Ooit beschouwde ik een goed, met filosofische werken, gevulde boekenkast als een mooie ‘pensioenvoorziening’. Dat blijkt nu echter maar ten dele te waar te zijn. De vraag die meer en meer knaagt is hoe ik die wijsheden een plaats in het leven van alledag geef. Iets waarover ik ook kan beschikken als de situatie er om vraagt en er even geen boeken met mooie teksten in de buurt zijn.

In mijn volgend blog meer over zoektocht naar de praktische invulling hiervan.

Tot dan.

Hans Nijs

Wil je reageren, stuur een mailtje: fam.nijs@quicknet.nl

Waarom ik iedere ochtend weer voor de poëzie opsta

Gedichten kunnen me bang maken. Dichters weten soms zo goed doel te treffen met hun woordkeus of met het ritme van hun regels, dat ik hun tekst na een enkele lezing al weg moet leggen. De emoties die het gedicht oproept zijn zo sterk, dat ik ze even een plek moet geven. Er zit een belofte in de tekst, of een subtiel maar juist daardoor angstaanjagend dreigement. Soms allebei:

Tyger Tyger, burning bright,
In the forests of the night;
What immortal hand or eye,
Could frame thy fearful symmetry?

William Blake (1757-1827), die deze regels schreef, gaat in de volgende strofen door met vragen stellen, een beproefd retorisch middel om zo dicht mogelijk te benaderen wat eigenlijk niet valt uit te drukken en als lezer onderga je dat ook (klik hier om het hele gedicht te lezen). Je komt in gedachten steeds dichter bij de plek of het moment waar de tijger – en wat voor een – voor de eerste keer zijn ogen opent, omdat hij leeft. Er staat geen woord teveel of te weinig, maar onwillekeurig deins je een beetje terug. Stel je voor dat die tijger, als hij ontwaakt, jou in de gaten krijgt.

Toch ben ik waarschijnlijk de enige niet, als ik dat ook – ergens – een hele spannende, om niet te zeggen: aantrekkelijke gedachte vind. Wat het zo aantrekkelijk maakt is alleen niet het visioen van die tijger, dat is toevallig het onderwerp van dit gedicht. Wat het zo aantrekkelijk maakt is de mogelijkheid die bestaat om dat ex-periment mee te maken, om het gedicht van Blake te lezen en te ontdekken dat de woorden die hij kiest een kracht hebben waardoor ze boven zichzelf uitstijgen. Er is niets ingewikkelds aan, het zijn bijna altijd hele eenvoudige woorden die Blake gebruikt, maar het is alsof die woorden een energie hebben waaraan je geen weerstand kunt bieden. Wie het hele gedicht hardop leest, zal merken dat het ook een kwestie is van ritme, van een bepaalde beat die in de tekst zit en die elke keer opnieuw, bij elke lezing, in volle glorie die tijger laat zien.

Het gedicht biedt een opening, een spiegel. Als de woorden boven zichzelf uitstijgen, zien we in een flits het andere. Dat andere, die ander, kan weerzinwekkend zijn of van een wonderbaarlijke schoonheid. In dat weerzinwekkende of wonderbaarlijke gaat een essentie schuil, dat voel je als lezer met een zekerheid die je niet kunt uitleggen. De woorden stijgen boven zichzelf uit, en het enige wat je rest is om ze te herhalen, liefst hardop. De wereld opent zich. Voorwaar, zeggen de dichters van die wonderbaarlijke upanishads, ‘dit is Dat’. Die drie woordjes kunnen me elke keer weer blij maken, ik ben er ondersteboven van.

De connectie tussen de dichter en de woorden, tussen de lezer en de woorden, is wat mij al een leven lang iedere ochtend voor de poëzie doet opstaan. Hier krijg ik een bevestiging van wat misschien wel het meest wezenlijke is voor de mens: zijn vermogen om met woorden het mysterie van deze wereld te benaderen. Zijn vermogen om het onzegbare, het oneindige in zichzelf te vermoeden, en soms – maar dat moet je wel durven – om het op papier te zetten.

Frank van Dixhoorn

Wil je reageren: stuur een mailtje naar info@filosofieenmeditatie.nl

 

Leren mediteren: wat kan online en wat niet?

De afgelopen tijd krijg ik steeds meer verzoeken voor een online cursus meditatie. Ik heb mij hier in het verleden tegen verzet, maar ondertussen neemt de vraag toe. De afgelopen maanden was ik bezig met het schrijven van het boek ‘Meditatieoefeningen’. Het is nu klaar en ligt bij de uitgever.

De vraag die ik probeerde te beantwoorden was: als je een boek schrijft over meditatieoefeningen, waarom zou dat dan ook niet online kunnen? De oefeningen moet je natuurlijk zelf ‘doorleefd’ hebben. Je moet zelf veel hebben geoefend en je moet hebben ervaren dat de oefeningen ‘nuttig’ zijn. Dan kan je erover schrijven, maar waarschijnlijk kan je ze dan ook online aanbieden. En zo ontstond de online cursus. Uiteindelijk resulteerde dit in tien lessen waarin verschillende aspecten van de meditatie ter lering aangeboden worden. De thema’s die zich hiervoor lenen zijn o.a. ‘wat is meditatie?’, de voorbereidende oefeningen, ‘diep’ leren zitten en je bewust worden van de adembeweging, het gebruik van de meditatie om meer energie te krijgen en beter om te kunnen gaan met stress, het toekijken op de stroom van gedachten en gevoelens en je bewust worden van de stroom hieronder, de stroom van je diepe wensen, verlangens en motieven. Bij dit laatste wordt het een beetje moeilijker. Het is belangrijk dat je de mogelijkheid hebt om je persoonlijke ervaringen te kunnen delen en je vragen te kunnen stellen. Tegenwoordig kan dit voor een deel per mail. Kortom: so far, so good. Het wordt nog een beetje ingewikkelder als het gaat om de ‘kunst van het loslaten’, het ‘dobberen op je grote vragen’ en de meditatie toe te passen in de activiteiten van het dagelijks leven.

Maar als we verder willen gaan met de meditatie, waar is dan het punt dat je elkaar niet meer kunt ‘bereiken’ met een boek, online instructies of per email? Mensen zijn verschillend, ze hebben verschillende dingen meegemaakt in het leven en iedereen maakt zijn/haar eigen proces door. Meditatie kan helpen, maar het vraagt wel maatwerk. Hoewel er gezegd wordt dat ‘je meditatie niet van een ander kunt leren, maar dat je het zelf moet ervaren’, is het ook zo dat je wel hulp en steun kunt gebruiken bij dit ‘zelf leren’. Dit wordt m.n. belangrijk als je tijdens de meditatie in contact komt met pijn, verdriet en trauma. Meditatie kan je goed helpen om de bindingen die je met deze zaken bent aangegaan, los te leren laten. Met recht is dit een bevrijding, maar het vraagt vaak persoonlijke begeleiding en de meditatieoefeningen hiervoor moeten met zorg worden gekozen. Er is hier niet zo iets als ‘één oplossing voor alle problemen’. Als je dit domein wilt betreden, dan moet je contact hebben met degene die jou begeleidt. Om dit traject goed te kunnen doorlopen, moet er van beide kanten voldoende vertrouwen zijn en de begeleider moet over voldoende ervaring beschikken. Op dit punt zullen boeken je niet kunnen helpen, online werkt evenmin en ondersteuning per email werkt maar heel beperkt.

Al met al is een online cursus prima, maar er moet wel een vervolg worden aangeboden. Dit kan in de vorm van studiedagen en retraites gewijd aan meditatie. Bovendien is het belangrijk dat er tijdens de meditatieretraite voor wie dat wil, een persoonlijk meditatieprogramma gemaakt kan worden. Vandaar dat we deze studiedagen en meditatieretraites ook zullen aanbieden in 2020, waarbij tevens ruimte is om een persoonlijk meditatieprogramma te maken zodat je de stappen die nodig zijn ook echt kunt zetten. De online cursus is dan ook nadrukkelijk een eerste stap, maar heeft zo zijn grenzen die aandacht vragen.

De onlinecursus Meditatie gaat live per 15-11-2019. Omdat we willen weten of de cursus ‘doet wat hij moet doen’, stellen we de cursus in eerste instantie open voor maximaal 20 deelnemers. De feedback die we krijgen zullen we verwerken om de cursus nog beter te maken. Voor deelnemers aan deze eerste serie vragen wij slechts € 80,- (donatie) voor de cursus en het boek Meditatieoefeningen krijg je gratis (normaal € 17,50).
Om je aan te melden, stuur je een mailtje naar
meditatie@filosofieenmeditatie.nl. Binnenkort kan je je ook aanmelden via de  website. Als de cursus vol is, kunnen we je op een wachtlijst plaatsen. Je krijgt dan vanzelf bericht als de volgende serie gaat beginnen (waarschijnlijk rond februari/maart 2020).

Mehdi Jiwa

Wil je reageren op deze blog, stuur dan een mailtje.

Wat maakt de retraites zo bijzonder?

We naderen het einde van het retraiteseizoen en het is goed om even achterom te kijken en te zien hoe de retraites dit jaar zijn gewaardeerd. Opnieuw, net als in 2018, zijn ze hoog gewaardeerd, gemiddeld met 4,7 uit 5. Wat opvalt is dat alle retraites ongeveer gelijk zijn beoordeeld, onafhankelijk van het programma dat aangeboden werd. De spreiding was heel gering 4,5-4,8. Dit geeft te denken. Schijnbaar is er iets anders dan het programma dat aangeboden wordt, dat de retraite voor zoveel mensen bijzonder maakt (in totaal hebben wij 134 evaluaties ontvangen vanaf augustus 2018). We weten al lang dat retraites iets bijzonders doen met mensen, maar we hebben nooit onze vinger kunnen leggen op wat dat bijzondere is.

De wetenschap komt ons nu te hulp. Recent kreeg ik het boek van Stephen W. Porges, de polyvagaal-theorie in handen[1]. Dr. Porges is psychiater en heeft veel onderzoek gedaan naar de werking van het autonome zenuwstelsel. Dit zenuwstelsel werkt voor een groot deel onafhankelijk van ons centrale zenuwstelsel (de hersenen en ruggenmerg) en is via de orthosympaticus betrokken bij reacties van ons lichaam op onveilige situaties en bereid ons voor op vecht en vluchtreacties (hoge bloeddruk, snelle hartslag, snelle ademhaling, toename van glucose in het bloed etc.) en via de parasympathicus betrokken bij reacties die geassocieerd worden met een veilige situatie en herstelmechanismen voor het lichaam (langzame hartslag en ademhaling, vertering van voedsel etc.) activeert. Dr. Porges heeft veel onderzoek gedaan naar welke factoren betrokken zijn bij tot rust brengen van de orthosympaticus (geassocieerd met onveiligheid) en stimulering van de parasympathicus (geassocieerd met veiligheid). Centraal staat inderdaad de ervaring van veiligheid. Wat gebeurt er als we ons onveilig voelen? We zijn alert, op onze hoede voor het onverwachte, onze mimiek wordt strak, we verliezen vaak het oogcontact met anderen, de intonatie van onze stem wordt vlakker en onze sociale interactie wordt minder. Als we ons veilig voelen gebeurt het omgekeerde: we voelen ons ontspannen, rustig, onze stem wordt kleurrijker met veel verschillende intonaties, er is oogcontact tijdens het spreken met anderen, onze mimiek is levendig en er is een grote variatie in sociale interacties. Wat bevordert het gevoel van veiligheid? Er zijn vele factoren die dit kunnen bewerkstellingen, maar belangrijk zijn bijvoorbeeld dat er weinig onverwachte dingen gebeuren, geen harde en zeer hoge en lage geluiden zijn, weinig sterke prikkels en schrikeffecten.

Terug nu naar de retraites. Wat gebeurt er tijdens een retraite? Alle retraites die wij organiseren, hebben gemeen dat er weinig prikkels zijn. Natuurlijk is er een mooi programma (voldoende cognitieve prikkels en materiaal om over na te denken). Er is een vaste dagroutine. Er is meditatie in een stille ruimte met een vertrouwde sfeer. Er zijn studies met veel onderlinge interactie. Er is respect voor elkaar en geen agressie. Er is lekker eten, je hoeft je nergens zorgen om te maken. ’s Avonds is er napraten en iets drinken bij de openhaard etc. Heel veel factoren die geassocieerd zijn met veiligheid. De othosympaticus komt tot rust en de parasympaticus geeft steeds meer signalen af van veiligheid. De deelnemers gaan zich ontspannen, worden vaak in het begin moe en nemen wat extra rust en alles is verder oké. Alle seinen komen op ‘groen’ te staan. Als we dit beeld volgen, is ook te begrijpen waarom een retraite pas echt effectief wordt als we meerdere dagen verblijven in het retraitecentrum. Het duurt even voordat het gevoel van veiligheid wordt opgebouwd en alle seinen op groen komen te staan. De ervaring leert dat een week een goede maat is.

Onafhankelijk van het programma (het cognitieve deel) wordt er tijdens een retraite het gevoel van veiligheid opgebouwd. De neurofysiologie en neuropsychologie geven ons een wetenschappelijke onderbouwing voor het heilzame effect van een retraite. De verandering in ortho- en parasympatische activiteit is waarschijnlijk een goede verklaring voor het feit dat zoveel mensen de retraite als heilzaam en aangenaam ervaren. Wij zijn ervan overtuigd dat het aangeboden programma ook erg belangrijk is, maar het gevoel van veiligheid is een belangrijke succesfactor. Een stimulans om door te gaan met het organiseren van retraites !

Mehdi Jiwa

Wil je reageren? Stuur een mailtje: info@filosofieenmeditatie.nl

[1] S.W. Porges. De polyvagaal-theorie en de transformerende ervaring van veiligheid. Uitgeverij Mens!, Eerserveen, Nederland, 2019

Vervolg op een zomer in Brognon

Stilte, rust, harmonie en aandacht. Dit zijn kenmerken van de sfeer die in Brognon worden  aangetroffen. Zij maken deze plek voor velen een oase om weer tot zichzelf te komen, weer bij te tanken om daarna weer de reis door het ‘gewone’ dagelijkse leven te vervolgen.

In mijn vorige blog schreef ik al dat ik dit afgelopen zomer op een bijzondere wijze kon beleven omdat het mij gegeven was gedurende een langere tijd in deze oase te vertoeven. Na deze mooie ervaring wil ik stil staan bij de factoren die hieraan hebben bijgedragen. En of die in de hectiek van het dagelijkse leven in stand gehouden kunnen worden.

Kijkend naar het Indiase epos de Mahabharata, dat het conflict tussen twee takken van een koninklijke familie beschrijft en waarvan de Bhagavad Gita een onderdeel, zo niet de spil is, zien we iets gebeuren dat een zekere overeenkomst met een retraite heeft. Dat is wanneer de Pandava’s, de vijf broers, ‘de goeden’ in het conflict zich voor een periode van twaalf jaar in ballingschap moeten begeven. Ze laten alles achter: bezittingen, familie, vrienden, onderdanen. En zo trekken ze de bossen in. Daar zijn ze op zichzelf aangewezen. Ze spreken en discussiëren veel met elkaar over wezenlijke zaken, waarvan in het epos uitvoerig verslag wordt gedaan. Soms worden ze belaagd door hun vijandige neven, maar ze ontmoeten ook vele wijzen die hun raad geven. Steeds weer als de broers tegen de oudste onder hen, die de leiding heeft, in opstand komen, en tot de aanval willen overgaan om hun neven een les te leren, geeft deze aan dat ze daarvoor nog niet klaar zijn. Ze beschikken nog niet over die kracht die ze nodig zullen hebben.

Alles achter laten, de stilte van de natuur opzoeken, spreken over wezenlijke zaken, samen studeren, in veel situaties leermomenten ontdekken als dat zij onze leraren zijn …. Zo bezien kunnen we in het verlengde van het voorgaande wel over Brognon spreken als over een verbanningsoord, zij het in een luxe versie.

Aan het einde van zo’n retraite keren we weer terug naar het dagelijkse leven. Net zoals in de hierboven beschreven ballingschap gebeurde, kunnen we ons afvragen in hoeverre we tijdens de retraite ‘voldoende kracht’ hebben verzameld om het ‘gewone’ dagelijks leven weer het hoofd te kunnen bieden.
Een week, enkele weken zijn wellicht over het algemeen kort om ons in die mate kwaliteiten eigen te maken, dat zij een blijvende kracht of energie kunnen zijn waarover wij na afloop kunnen beschikken. Dit is althans mijn ervaring. In mijn volgende blog zal ik iets schrijven over hoe ik deze kracht, energie de komende tijd denk te gaan onderhouden.

Aan het einde van een retraite-week wordt, als die door de SFM georganiseerd is, bij de afsluiting gevraagd naar wat men zoal van de week mee naar huis neemt.
Dan klinken vaak vormen van herinneringen aan opgedane ervaringen tijdens de week, goede voornemens voor het invoeren of hernieuwen van bepaalde disciplines en nog veel meer.
Zaken waarvan we wensen en hopen dat we ze na de retraite-periode vorm kunnen geven en kunnen onderhouden.

Nou, die had ik ook na afloop van mijn verblijf daar:
Op de eerste plaats: zien hoe stilte, rust en harmonie ook in het dagelijks leven buiten Brognon beter bewaard kunnen blijven.
Vervolgens mijn gewoonte om te studeren door vele, overigens boeiende, commentaren van met name de Bhagavad Gita te vertalen en te lezen, om te buigen naar mij te laten inspireren door het dagelijks leven, en daar lering uit te trekken. Dat voltrok zich in de eerste weken dat ik daar was haast vanzelf. Verschillende gesprekken die ik over deze vorm van studie had deden mij besluiten deze verandering in mijn leven voort te zetten.

Hierbij zal ik mij zeker laten inspireren door woorden uit de Bhagavad Gita, de vertaling ervan in het dagelijks leven en omgekeerd.

Deze zaken zullen mij wellicht de komende tijd een positief, inspirerende tijd geven. Ik hou u op de hoogte. En u begrijpt het al: wordt in een volgend blog vervolgd. Tot dan.

Hans Nijs

Wilt u reageren:fam.nijs@quicknet.nl 

Zomer in Brognon

Het was mij gegeven deze zomer gedurende een lange tijd in ons retraitecentrum in Brognon door te brengen. Een heel bijzondere ervaring, waarvan ik jullie in enkele blogs deelgenoot wil maken.

Mijn opzet was hier deels ter ondersteuning aanwezig te zijn en mij verder te wijden aan een studie van het zesde hoofdstuk van de Bhagavad Gita, ‘De yoga van meditatie’. Dit mede omdat ik hierover in het najaar een aantal studieavonden in ons studiecentrum in Amstelveen organiseer.

Na een intensieve gezinsweek meende ik dat het ondersteunende deel er wel voor een groot deel op zou zitten en dat ik mij verder aan mijn ‘eigen’ studie-programma zou gaan wijden.

Dat pakte echter iets anders uit dan ik mij had voorgenomen. De stapel boeken met de nodige commentaren op de Bhagavad Gita, die ik voor mijn studie had meegenomen kreeg bijzonder weinig aandacht.

Daar ging een voorgeschiedenis aan vooraf.

Tijdens bijeenkomsten eerder dit jaar had ik het thema van de ‘paren van tegenstellingen’ aangesneden dat in de Bhagavad Gita regelmatig voorbij komt. En dan met name het aspect dat het er niet zozeer om gaat wat je leuk vindt, maar dat je doet wat gedaan moet worden. Dat we zoveel energie kwijt raken door steeds te proberen te organiseren wat we leuk vinden en te vermijden wat we niet leuk vinden.

Dat klinkt wel aardig, maar bleek mij in de praktijk toch regelmatig lastiger dan verwacht om bestaande, ingesleten patronen om te buigen.

Ik had mij voorgenomen dit aspect als aandachtspunt mee te nemen voor deze weken en daar uit het negende vers van het zesde hoofdstuk van de Gita de ‘vooringenomenheid ten aanzien van wie dan ook te laten vallen’ aan toe te voegen.

Opmerkelijk genoeg kostte het geen enkele moeite om zeker gedurende eerste weken hier op een aangename manier invulling aan te geven. Het niet alleen maar doen wat leuk is maar doen wat gedaan moet worden was gewoon leuk. Uit verschillende reacties kon ik opmerken dat dat ook voor anderen op de een of andere manier merkbaar was. Heel opmerkelijk in deze weken was mijn relatief goede fysieke conditie, terwijl ik anders over een regelmatig zeer beperkte energie beschik als gevolg van een chronische ziekte.

Deze effecten namen in de loop der tijd wat af. Dit had zeker te maken met het feit dat ik aan enkele intensieve studieprogramma’s deelnam.

Natuurlijk zijn er voor deze bijzondere ervaring veel externe factoren aan te wijzen: de afwezigheid van de hectiek van het dagelijks leven in een drukke omgeving, de fijne sfeer die er in Brognon aanwezig is, de stilte, rust, harmonie, ’s morgens en ’s middags met elkaar mediteren, gezonde, vegetarische voeding etc. etc.

Ook het feit dat ik hier al best een tijdje mee bezig ben zal meespelen.

Maar toch …

Verval ik nu, nu ik thuis ben weer in de oude patronen in afwachting van het moment dat ik volgend jaar weer naar Brognon kan?

Laten we eens kijken welke factoren aan deze ervaring hebben bijgedragen. Zijn er hiervan die in de hectiek van het dagelijks leven in stand gehouden kunnen worden? En is er een relatie met dat wat Sri Krishna daarover in de mij zo aan het hart gelegen Bhagavad Gita zegt?

In mijn volgende blog neem ik u verder mee in dit onderzoek hierover.

Hans Nijs

Wilt u reageren? Dat kan: fam.nijs@quicknet.nl