Berichten

De yoga van meditatie in de Bhagavad Gita

Tegenwoordig is meditatie erg populair in het Westen. Het wordt gebruikt om je energiehuishouding en innerlijke balans te verbeteren. Het helpt je om beter om te gaan met stress en stress gerelateerde klachten. Wat eigenlijk gebeurt is dat op het moment dat wij uit balans zijn, somber worden en lijden aan stress, wij meditatie aangeboden krijgen om ‘beter’ te worden. Het is dus een soort ‘medicijn’.

Laten we eens kijken hoe meditatie in een aantal grote tradities gebruikt wordt. We zien grote overeenkomsten in de boeddhistische en yoga traditie van Patanjali en komen hetzelfde tegen in de Bhagavad Gita. In al deze tradities wordt de meditatie aangeboden aan mensen die een groot deel van het filosofische systeem hebben doorlopen. Er gaat heel wat aan vooraf.

De Bhagavad Gita begint met de ‘yoga van wanhoop’. Prins Arjuna staat op het punt om een leidende rol te nemen in een grote oorlog. Hij is een strijder, een generaal en heeft vele oorlogen aangevoerd. Nu weet hij niet meer wat zijn taak is en wat juist en onjuist is. Krishna staat naast hem en er ontstaat een dialoog tussen deze twee. Arjuna is wanhopig; Krishna wil hem helpen, maar op dat moment reikt hij hem niet de meditatie aan. We mogen er vanuit gaan dat Arjuna, als prins en super opgeleid man, heel goed bekend is met meditatie, maar toch wordt dit middel niet ingezet.

Krishna slaat een andere weg is. Hij geeft Arjuna kennis en besteedt maar liefst drie hoofdstukken aan de ‘yoga van handeling’. Arjuna komt uit zijn diepe put en begint vragen te stellen en wordt nieuwsgierig. Tijdens deze dialoog raakt Arjuna steeds meer geïnteresseerd in wat ‘voorbij de menselijke maat’ ligt: wat is het ‘universele plan’; welke wetten en regels gelden daar?

Krishna wil hem graag introduceren in deze universele kennis, maar weet ook dat dit niet vanuit de ‘menselijke maat’ kan. Pas nu introduceert hij bij Arjuna de ‘yoga van meditatie’.

De meditatie is hier geen techniek; het is een ‘poort’ waar je doorheen kan gaan. Om voorbij de ‘menselijke maat’ te kunnen kijken, om het ‘verhaal achter het verhaal’ te kunnen doorvoelen, moet je één ding achter je laten: je ego, je individualiteit. In de soefi-traditie is dit thema bijzonder mooi uitgewerkt. Daar heet het: ‘tot waar kun je op je sandalen gaan’? Er komt een punt waarop je je ‘sandalen uit moet doen’ en op je ‘blote voeten’ verder moet gaan. Die voeten moeten bovendien ook nog ‘schoon’ zijn. Het verhaal wil dat Mozes de berg op ging om God te ontmoeten en de Aartsengel Gabriel hem begeleidde. Op een zeker moment zei de Aartsengel Gabriel tegen Mozes dat hij niet verder kon op zijn sandalen en dat hij ze af moest binden. Ook zei hij dat hij dat hijzelf niet verder mocht en dat Mozes alleen, op zijn blote voeten, door moest gaan. Het is poëtisch omschreven. Ik hoop dat je voelt wat hier speelt: het is de poort van de meditatie. Als je door deze poort gaat, ben je in staat om een ander type kennis en bewustzijn te ervaren, namelijk het bewustzijn dat hoort bij de universele maat en niet bij de individuele maat. De regel is simpel: laat je ego achter bij de ‘poort’. Hij zal goed bewaard worden en als je terugkeert kan je hem weer komen ophalen. Echter, als je eenmaal door deze ‘poort’ gaat, keer je nimmer terug.

De ‘yoga van meditatie’ wordt beschreven in het 6e hoofdstuk dat tevens het einde is van het eerste deel van de Bhagavad Gita dat gaat over ‘de mens’. Het 7e hoofdstuk is het begin van de tweede sectie die gaat over de universele maat. Om daar toegang toe te krijgen, is de meditatie onontbeerlijk.

De meditatie wordt in de Bhagavad Gita dus niet gebruikt om iemand uit zijn benarde positie te halen. Het is zelfs maar de vraag of dat effectief zou zijn, maar het wordt gebruikt om iemand klaar te maken om op een hele andere manier naar de werkelijkheid te kijken. Dit proces wordt niet voltooid in het 6e hoofdstuk, maar gaat door in het 12e hoofdstuk. Beide hoofdstukken horen bij elkaar. Hoe dit zit? Eenvoudig: het 6e hoofdstuk is het einde van het eerste deel, de ‘menselijke maat’ van de Bhagavad Gita; het 12e hoofdstuk is het einde van de ‘universele maat’ en dan volgt de verbinding tussen beide ‘werkelijkheden’. Opnieuw is het de meditatie die het mogelijk maakt om het ‘oude’ te verlaten en het ‘nieuwe’ welkom te heten. M.a.w.: meditatie in de Bhagavad Gita (en in de boeddhistische traditie en de yoga van Patanjali) wordt gebruikt om helemaal ‘nieuw’ naar de realiteit waarin wij leven, te kunnen kijken.

Wil je reageren? Stuur een mailtje naar: info@filosofieenmeditatie.nl

Hoe kan je het beste de Bhagavad Gita bestuderen?

Dit is een vraag die regelmatig gesteld wordt, daarom wil ik proberen hem te behandelen in deze blog. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: er is niet één ‘beste’ manier om de Bhagavad Gita te bestuderen, er zijn er vele.

Laten we er eens naar kijken. Bedenk wel dat het niet mogelijk is om een volledig overzicht te geven, we kunnen slechts een paar aspecten behandelen.

De Bhagavad Gita is een oud Indiaas geschrift dat al eeuwen lang een grote populariteit in Oost en West geniet. Waarom? Waarschijnlijk omdat wat besproken wordt zo herkenbaar is in ons eigen leven en omdat er vele aanwijzingen in worden gegeven die je helpen om je eigen situatie beter te begrijpen en te verbeteren. Erg praktisch dus.

De Bhagavad Gita bestaat uit 18 hoofdstukken. Elk hoofdstuk bevat een volledige ‘yoga’. Yoga betekent hier een weg om verbinding te maken met je diepste wezen en van daaruit te leven. Yoga betekent ook ‘discipline’: yoga biedt je houvast en geeft aanwijzingen die je kunnen helpen om de ‘juiste’ keuzes in je leven te maken.

Je kunt ieder hoofdstuk bestuderen en ik ben ervan overtuigd dat je er aspecten in zal ontdekken die passen bij je eigen situatie. Ze te lezen zal je steun en troost brengen. Tevens zal je verschillende praktische aanwijzingen vinden die je kunt gebruiken in je leven. Maar er is meer: er zijn delen in de Bhagavad Gita die je kunt ‘begrijpen’ met je verstand, maar er zitten ook delen in die je niet kunt bevatten met je verstand. Dit zijn de zgn. mantra’s. Mantra’s zijn energievelden; het gaat niet zozeer om de taalkundige betekenis, maar om de lading. Het is een volwaardig ‘taalsysteem’ dat parallel bestaat aan het gewone taalsysteem dat wij gebruiken om informatie of kennis over te brengen. Het gebruik van mantra’s is niet voorbehouden aan de Oosterse filosofie. Iedereen gebruikt mantra’s. Wij gebruiken bijvoorbeeld de mantra ‘mamma’. ‘Mamma’ is een geladen woord. Wij hebben allerlei ervaringen, herinneringen en beelden bij onze ‘mamma’. Mijn herinneringen aan mijn ‘mamma’ zijn anders dan de herinneringen die jij hebt aan jouw ‘mamma’. We gebruiken hetzelfde woord, maar de lading kan heel anders zijn. Bovendien verandert deze lading ook gedurende ons leven. Het is een dynamisch proces. Er is niet één betekenis van de mantra, hij verandert in ons leven en groeit met ons mee.

De Gita bevat heel veel mantra’s. Hier zijn twee voorbeelden:

Het eerste voorbeeld kan je misschien nog wel met je verstand benaderen, maar als je de mantra meeneemt in je dagelijkse leven en je blijft erop ‘dobberen’ zoals een bootje op het water, zal je zien dat je steeds dieper in zakt. Mantra’s hebben veel gemeen met muziek. Je moet in trilling komen met de muziek. Het lijkt op een klankkast van een viool of cello. Die komt in trilling als de snaren worden bestreken door de musicus en daardoor ontstaat de hoorbare klank. Als je toestaat dat de mantra jou in ‘trilling’ brengt, zal je zien dat er steeds meer aspecten van de mantra tot ‘leven’ komen. Hier is zo’n mantra uit het 2e hoofdstuk van de Bhagavad Gita:

‘Je hebt het recht om te handelen, maar je hebt geen recht op de resultaten van je handelen. Laat nooit het verkrijgen van de vruchten van handelen je motief zijn. Maar wees evenmin geneigd tot niet-handelen.’

Hier kan je lang op ‘dobberen’. Deze zin heeft o.a. Beethoven diep geïnspireerd en je kunt je er iets bij voorstellen. Hij componeerde geen muziek met het oogmerk om de opdrachtgevers of toehoorders te plezieren. Hij liet zijn inspiratie vrijelijk stromen om het met de mensen te delen, maar niet om het applaus en de goedkeuring te verwerven van zijn publiek. Dat is niet altijd een gemakkelijke keuze. Als je zo wil leven moet je bij je zelf blijven en kan je geen compromis sluiten.

Hier is nog een mantra uit het 4e hoofdstuk. Iets minder gemakkelijk om met je verstand te benaderen:

‘Je moet de aard kennen van handeling (karma), speciale handeling (vikarma) en niet-handelen (akarma), want zeer diepzinnig is de weg van handeling’.

Dit is één van de mantra’s die in mijn leven een grote rol speelt. Al tientallen jaren ‘klinkt’ hij in mij en iedere keer ontdek ik weer nieuwe aspecten die in deze mantra besloten ligt. Iedere keer betekent dit nieuwe ontdekkingen, nieuw inzicht en grote verwondering over de diepte van deze mantra. Ik ga er nu verder niets over schrijven. Je moet het zelf ontdekken. Er zijn geen ‘goede’ of ‘verkeerde’ antwoorden op dit pad. Het is een ontdekkingsreis, die je zelf moet meemaken.

Hier nog even een paar praktische tips om de Bhagavad Gita te bestuderen:

  1. Lees de Bhagavad Gita een keer snel door. Alleen maar om te wennen aan de taal, de vreemde namen en de opbouw van de Gita.
  2. Krijg gevoel voor mantra’s, wat ze zijn en hoe ze werken. Bijna alle verzen zijn mantra’s en benader ze zoals je naar muziek zou luisteren. Niet primair willen begrijpen, maar laat de tekst in je klinken en voel de ‘trilling’ die de mantra in je teweeg brengt.
  3. Kijk naar een situatie of gebeurtenis in je eigen leven (bijvoorbeeld een privésituatie, werk gerelateerd, een gebeurtenis in je sociale leven). Lees een klein stukje (dat je aanspreekt) in de Bhagavad Gita en spiegel dat heel stil in de situatie die je voor ogen hebt. Neem de gekozen tekst eens een paar dagen (kan ook langer) mee en blijf de situatie/gebeurtenis en de tekst in elkaar spiegelen. Let op: probeer geen conclusies te trekken en geen mening te hebben omtrent hetgeen zich aandient; alleen maar blijven toekijken.
  4. Overweeg: wat is het allerbelangrijkste in mijn leven? Wat is mijn grootste ideaal? Blijf hier eens op ‘dobberen’ en kijk wat de Bhagavad Gita je te zeggen heeft en welke aanwijzingen de Bhagavad Gita je geeft om dit allerbelangrijkste of dit grootste ideaal te realiseren in je leven. Het zal je helpen om een stap te zetten en daarna een volgende stap en zo verder. Vele mensen, waaronder Gandhi, hebben op deze manier kracht en inspiratie gevonden en het heeft ze geholpen hun doel te bereiken.

Er is nog zoveel meer over te zeggen en er zijn nog zoveel andere manieren om met deze tekst om te gaan, maar voor nu zal ik het hierbij laten.

Heb je vragen of wil je reageren: stuur een mail naar: info@filosofieenmeditatie.nl

 

Portfolio Items