Opvoeding: ‘samen met kinderen groeien’

In 2018 hebben we besloten om ons te concentreren op de kernactiviteiten van de SFM: filosofie, meditatie en retraites. Deze onderdelen zijn tegen het licht gehouden en hebben waar nodig een ‘facelift’ gekregen. Het is nog niet klaar, maar alles staat wel in de stijgers. Het is nu tijd om het volgende thema onder handen te nemen: opvoeding.

Het opvoeden en het onderwijzen van kinderen gaat gepaard met kracht, liefde en wijsheid. Binnen de SFM is er 25 jaar nagedacht over ‘wat geef je je kinderen mee zodat zij vol verlangen uitzien naar de dag van morgen?’ Dit onderzoek heeft geleid tot 4 belangrijke thema’s:

  • Het belang van de Basic trust: welke rol speelt de opvoeding bij het ontwikkelen, ondersteunen en intact houden (heel laten) van het basale vertrouwen / zelfvertrouwen?
  • Het belang van het aanreiken van idealen, schoonheid en kunst en het leren waarderen van ‘stilte’.
  • Hoe vindt een kind zijn ‘eigen lijn’ of authenticiteit in het leven en hoe kunnen ouders en het onderwijs hierbij helpen?
  • Wat is de duisternis waar steeds meer pubers en adolescenten in terecht komen en hoe kunnen we ze helpen hier goed doorheen te komen?

De komende jaren willen wij ons op deze 4 thema’s concentreren. De filosofie die wij bestuderen benadrukt steeds weer het belang van het basale vertrouwen. Het is een fundament waar je op staat gedurende je hele leven. Studie, yoga en meditatie helpen allemaal mee om dit basale vertrouwen te vergroten, intact te houden en te laten groeien. Het is niet iets statisch, het is juist heel dynamisch en moet goed worden onderhouden. Zo wordt je als mens steeds sterker. Het proces begint al bij je geboorte, maar het stopt niet, het gaat je hele leven door.

Het belang van kunst en idealen wordt in alle grote tradities onderschreven. Het voert de mens naar zijn ‘menselijke statuur’ en brengt hem in contact met een realiteit die voorbij het alledaagse gaat. Het houdt een belofte in en brengt de mens in harmonie met het grotere of hogere en tilt hem op boven zijn egocentrische wereldbeeld.

Mensen worden meer en meer gezien als instrumenten en machines. Niet voor niets wordt de arbeid die wij verrichten steeds meer geautomatiseerd en gerobotiseerd. De mens verdwijnt steeds meer naar de achtergrond. En dan te bedenken dat alle filosofieën en religies de nadruk leggen op het belang van het vinden van de ‘eigen lijn’, de authenticiteit in je leven. Als je deze eigen lijn in je leven vindt, sta je in je kracht en ben je verbonden met je eigen creativiteit. Het helpt je om een betekenisvol leven te leiden en draagt bij aan je innerlijke balans en gezondheid. Het niet vinden van deze lijn leidt tot disharmonie, bovenmatige slijtage en klachten als depressie en burn-out.

Tot slot zien we steeds meer jongeren die door een periode van grote duisternis gaan. Veelal krijgen zij het label ‘depressie’ opgeplakt en voor een deel is dat terecht. Echter, er zijn ook jongeren die door een duisternis gaan die geen depressie is. Zij hebben niet meer de ‘stippen op de horizon’ die wij vroeger hadden: een goede opleiding, een goede baan, een leuke partner en een leuk gezin, een eigen huis etc. voldoen voor deze jongeren niet meer. Er moet iets anders zijn. Omdat de omgeving waarin zij leven veelal niet begrijpt wat hier gaande is, ervaren zij een grote eenzaamheid met alle risico’s van dien. Waar depressie veelal gepaard gaat met een ‘laag energie niveau’, hebben deze jongeren juist een heel ‘hoog energie niveau’. Over het algemeen zijn ze goed te helpen. De eerder genoemde zaken: het basale vertrouwen, het hebben van een ideaal, meditatie en het vinden van de eigen lijn en vanuit deze lijn het leven vormgeven, zijn krachtige hulpmiddelen om veilig door deze periode heen te gaan.

Deze thema’s zullen daarom in verschillende studiedagen en retraites voor ouders en voor jongeren een belangrijke plaats krijgen.

Heb je vragen of wil je deze lijn ondersteunen, stuur een mailtje:
info@filosofieenmeditatie.nl

Op 5 april wordt een studiedag rond dit thema georganiseerd in het retraitecentrum de Cynham, Egmond aan den Hoef. Interesse? Klik hier.

Er is ook een familieretraite in ons centrum in Brognon van 5-11 juli: klik hier voor meer informatie.

Retraite: een investering in je zelf

Al jaren organiseren we retraites in ons retraitecentrum Le Domaine St. Antoine in Brognon, Noord-Frankrijk. Waarom komen de mensen naar retraites? Waarom hebben we retraites nodig? De redenen zijn verschillend, maar ze hebben alle iets met elkaar gemeen.

Het leven is druk, er is veel spanning en vaak hebben we het gevoel dat we geleefd worden door de waan van de dag i.p.v. dat we zelf regie hebben over ons leven. De eisen die we aan ons zelf opleggen, zijn bijzonder hoog: we moeten een leuke en goede partner zijn, een prima moeder of vader, we moeten een goede baan hebben, een goed sociaal leven etc. etc. Als je er naar luistert of er over nadenkt, wordt je al moe en niet zelden ook een beetje moedeloos. Hoe krijg je dit nu allemaal voor elkaar en, nog belangrijker, wil ik dit eigenlijk wel?

Als je je realiseert dat je leven voortsnelt en de dag een week wordt en de week een maand en de maand een jaar, dan is het tijd om even STOP te zeggen en de tijd en ruimte te nemen om in je eigen spiegel te kijken. En dit is nu precies waar het bij om retraite om gaat: even STOP zeggen en je zelf ‘herijken’. Het is niet een ontsnappen aan je verantwoordelijkheden, het is juist weer even nieuwe energie opdoen om die vervolgens weer te kunnen gebruiken in je dagelijkse leven. Het is een investering in je zelf.

Het is interessant om te zien dat veel mensen die een retraite hebben meegemaakt, vaak weer terugkomen. Waarom? Omdat je ontdekt dat het in het dagelijkse leven lang niet altijd gemakkelijk is om echt verbinding te maken met jezelf en voldoende energie op te doen om verder te gaan. Leven wordt niet zelden beleefd als overleven.

Retraitecentra zijn interessante plaatsen. Wat maakt een centrum tot een retraitecentrum? Er is voldoende rust en stilte. Er is veiligheid en liefdevolle zorg. Er is harmonie met de natuur en er zijn vele stille hoekjes om je even terug te trekken. Vaak, maar niet altijd, is er een dagprogramma dat je helpt om je vragen te formuleren. In onze centra is er ruimte voor meditatie, we werken een uur aan de ‘zorg voor huis en tuin’, er zijn studies, er is rust en tijd om te wandelen of te lezen of om even helemaal ‘niets’ te doen.

Het klinkt misschien erg simpel, maar de uitwerking is verbluffend. In de rust komen als vanzelf de juiste vragen op. Je krijgt een helder beeld van je leven en meestal weet je na afloop van de retraite heel goed wat je volgende stap moet zijn. Er is een oude mantra die zegt:

Stap, stap, iedere stap heeft in zich wat nodig is voor de volgende stap.

De mantra heeft mij nog nooit in de steek gelaten. Maar de mantra moet wel kunnen klinken in een omgeving die passend is en dat is in de omgeving van een retraite. Pas dan kan de mantra zich tonen en in de stilte en rust ‘toont’ de mantra wat je volgende, natuurlijke stap kan zijn.

Kortom: een retraite is één van de krachtigste hulpmiddelen om je koers in het leven te vinden en deze te houden en het is mijn wens dat meer en meer mensen tijd en ruimte vinden om regelmatig even op retraite te gaan.

Al je wil reageren op deze blog, stuur dan een mailtje naar: info@filosofieenmeditatie.nl

 

 

Handelen in overeenstemming met je eigen natuur (2)

Sri Krishna geeft aan dat het gevaarlijk is om  van de plicht van een ander te doen. Het vijfendertigste vers van het derde hoofdstuk luidt:

‘Het is beter om je eigen plicht (svadharma) te doen, hoe gebrekkig dan ook, dan de plicht van een ander uit te voeren, hoe goed men dat ook kan. Het is beter om tijdens het uitvoeren van je eigen plicht te sterven, want de plicht van een ander is vol gevaar.’

Arjuna wilde, nadat hij zich vanaf zijn jeugd op deze strijd had voorbereid, het strijdveld verlaten om verder als bedelaar door het leven te gaan.

Van moeilijkheden kunnen we in het algemeen zeggen dat ze er zijn om opgelost te worden. Op de eerste plaats door onszelf. Zij dienen zich aan en daar staan wij dan. Al dan niet voorbereid. Met alles wat ons ter beschikking staat: onze kennis, ervaringen, vindingrijkheid, creativiteit, fysieke en geestelijke vermogens. Een moeilijkheid is een mogelijkheid deze in te zetten, ze waar mogelijk uit te breiden en erin te groeien. Als we er met een grote bocht omheen gaan, gaat deze mogelijkheid aan ons voorbij.

Dat bedoelt Sri Krishna denk ik te zeggen als hij Arjuna aanspoort zijn plicht te doen, en als krijger de strijd met demonische krachten aan te gaan.

Ik leerde als kind, tiener geen eigen keuzes te maken en daar verantwoording voor te nemen. Die mogelijkheid eiste ik ook niet op. Dus deed ik wat dat betreft geen kennis en ervaring op die later goed van pas kon komen.

In plaats daarvan leerde ik om als het ware ‘de plicht van een ander te doen’: de problemen van een ander op te lossen door die ander leidend te laten zijn in wat ik wel of niet deed. Dat is, heb ik ervaren, inderdaad gevaarlijk. Daarbij sloeg ik iets wezenlijks in mijzelf over. Daardoor ontstaat schade in de eigen ontwikkeling, in het vertrouwen in ons zelf. Dat is een lastige basis om de wereld in te stappen. Gelukkig heb ik daarna en tot op heden vele herkansingen gekregen. De filosofie en meditatie en zeker de Bhagavad Gita zijn mij hierbij tot grote steun.

De plicht van een ander doen. Hier gelden ook situaties als doen wat anderen zeggen of waarvan wij denken dat zij dat willen, waar we waardering voor krijgen, zonder te checken of dat voor ons goed voelt en past bij onze diepe ware natuur. Het leert ons af onze eigen lijn te leren kennen en te volgen. Reclames spelen hier graag op in.

Zelf schrok ik toen ik  van het begrip ‘achterbank-generatie’ hoorde: kinderen die door hun ouders overal met de auto heen gebracht en van gehaald worden. Het staat voor overbeschermde kinderen en daardoor in zeker opzichte verzwakt. Ik meende er alleen maar goed aan te doen door ze als het even kon te halen en brengen, vooral met slecht weer. Dit was zeker aangenaam voor mij als voor hen, maar ook altijd goed?

Het kan zijn dat in een bepaalde fase het ene aspect of het andere meer aandacht vraagt, maar het begrip ‘eigen natuur’ draagt m.i. ook een risico in zich. Namelijk het ons louter focussen op dat wat bij ons past en de rest niet. Op ons svadharma, onze zelf-wording. Dit is belangrijk, maar het mag niet tot een ‘ikke-ikke en de rest kan stikke’ leiden. Ook Krishna hield Arjuna daaraan. Naast dat het belangrijk is je eigen svadharma te volgen, geeft hij ook regelmatig, soms meteen daarna aan dat we moeten handelen met het welzijn van de wereld, van alle schepselen voor ogen.

Er zitten nog veel meer aspecten aan deze ‘eigen natuur’ maar dan zou ik nog verder afdwalen van mijn thema waar ik mee begon:

Stel dat wij yoga nu in deze context eens opvatten als het in verbinding te willen komen met de kwaliteit die omschreven kan worden als innerlijke rust, kalmte, gelijkmoedigheid en vrede. Door te doen, te handelen.

Ik hoop dat ik hier, ook voor u, herkenbare aspecten heb beschreven die in ons handelen, ons doen en laten, de rust, kalmte, gelijkmoedigheid en vrede kunnen bevorderen of juist verstoren.

De volgende twee uitspraken passen hier mijn inziens mooi bij:

  • ‘wees trouw aan je eigen zelf’

(de titel van een boek van Swami Krishnananda, ‘To thine own zelf be true’)

en:

  • ‘In de wereld, maar niet van de wereld’.

In mijn volgende blog zal ik stil staan bij een ander aspect van de karma-yoga, en hoe dit een rol kan spelen bij ‘het niet gehecht zijn aan handeling op zich en/of de resultaten ervan’.

Tot dan.

Wilt u reageren op deze blog? Dat kan met een mailtje naar: fam.nijs@quicknet.nl

Gemeenschappelijke bron

Hoop doet leven. De diagnose van een zware ziekte is een flinke domper, maar op een goed moment merk je ook dat je leven tot rust komt. Om op dat punt te komen, met naar alle waarschijnlijkheid nog een flinke weg te gaan, heb ik hoop nodig. Niet om beter te worden, maar dat je – zeg maar – niet op een dood spoor zit in de goede jaren. Dat laatste zullen we nooit zeker weten, maar ik – lezer die ik ben – hoop een voorbeeld te nemen aan de me­vrouw die een dag of tien voordat ze werd ge-euthanaseerd nog een boek bestelde bij de plaatselijke boekhandel, en zeer teleurgesteld was toen bleek dat het niet op voorraad was. De boekhandelaar heeft stand en land afgebeld, en was in staat om het boek bijtijds te bezorgen, en mevrouw (zo bleek) had het nog voor ze stierf gelezen.

Er is altijd nog wat te ontdekken, er zijn altijd bronnen van inspiratie. Een van de rijkste bronnen van hoop is de door veel auteurs geformuleerde overtuiging dat we als mensen onze krachten onderschatten. Jung schreef in zijn autobiografie Herinneringen, dromen, gedachten dat wij maar een klein percentage van ons brein gebruiken. De Spaanse regisseur Luis Bunuel zei: als de mens leert kijken, vliegt de wereld in brand. En in een bundel met essays over de middeleeuwse monnik Meister Eckhart kwam ik tegen dat er een kruispunt bestaat tussen het minuscule nu dat we met pijn en moeite isoleren ergens tussen het verleden en de toekomst en het “eeuwige nu” dat voor ons vrijwel onzichtbaar blijft, buiten de ervaring blijft. Eckhart laat in zijn preken verschillende malen zien wat er nodig is om dat kruispunt te vinden, vanwaar we dat “eeuwige nu” bij de genade van – tja, wat zullen we hier voor term gebruiken? – mogen integreren in het leven van alledag. Momenten van zeldzame inspiratie. Al is het maar voor even.

Zonder dat ik me uit wil spreken over het waarheidsgehalte van de opmerkingen van Jung, Bunuel en Eckhart, wil ik even stilstaan bij het effect dat ze hebben op mij. Ze geven me hoop, omdat ze uit zulke verschillende hoeken komen, uit zulke totaal verschillende culturen. Iedere keer als ik dit soort dwarsverbindingen tegenkom, word ik blij. Iedere keer is het alsof je een teken krijgt uit – wellicht – de gemeenschappelijke bron van onze zo uiteenlopende wereldbeschouwingen. Hetzelfde geldt bij de onmiskenbare gelijkenissen tussen volksverhalen, mythes en sprookjes die in alle uithoeken van de wereld worden verteld. In Indonesië bestaat een verhaal uit een onzegbaar ver verleden, over een prins die geen enkele belangstelling had voor een huwelijk, zeer tot wanhoop van zijn ouders. Tijdens een jachtpartij met vrienden, als ze pauzeren voor de maaltijd, verandert de prins tot hun grote schrik in een monsterachtige draak als hij met smaak een levensgroot ei oppeuzelt dat ze hadden gevonden in het struikgewas. Een kluizenaar wordt geraadpleegd en die vertelt de jongemannen dat de prins vervloekt is: pas wanneer er een meisje komt die hem kan liefhebben in zijn monsterachtige staat, zal hij zijn oorspronkelijke gedaante terugkrijgen. Ik hoef niet eens te vermelden dat dit verhaal goed afloopt, net zoals ik de titel van dat wereldberoemde en zo op die geschiedenis uit Indonesië lijkende verhaal uit het Frankrijk van de achttiende eeuw niet hoef te noemen, om mijn punt te maken.

Het zoeken van zulke verbanden is voor mij een rode draad in mijn leven. Het is de vreugde van de gesprekken in onze satsang, bijvoorbeeld. We praten over de Gita of over de Upanishads, en plotseling opent zich een venster op een andere wereld, andere auteurs, die als het ware hun vinger opsteken. Dit zie ik mezelf doen tot ik bij wijze van spreken geen boek meer kan vasthouden, en zelfs dan moeten er manieren zijn om rondom dat centrale punt van onvermoede krachten en vertes te blijven cirkelen. Je voelt jezelf vaak ontzettend klein worden, want je vindt maar zelden wat je zoekt, het is zaak om je over te geven aan de omstandigheden, aan de schijnbare(?) luimen van het toeval. Als je al een keer iets vindt, is het zelden datgene wat je er in al je waanwijsheid toe bracht op zoek te gaan.

Je moet geduld hebben om de inspiratie die ik bedoel mee te maken, het overkomt je, je  voelt aan dat je daar weinig aan kunt veranderen. Die enkele keer dat het mij overkomt en overkwam, geven me reden om net als de mevrouw en haar laatste boek door te gaan, sterker nog, ze geven mij het gevoel dat door de dichter Paul van Ostaijen onvergetelijk onder woorden werd gebracht:

Ik wil niets weten

Ik wil niet vragen

[…]

Ik wil bloot zijn

en beginnen

Wil je reageren: stuur een mailtje naar info@filosofieenmeditatie.nl

 

Handelen in overeenstemming met je eigen natuur (deel 1)

Welke aspecten van handelen zouden kunnen bijdragen tot innerlijke rust, kalmte, gelijkmoedigheid, vrede. Dat wil ik, zoals ik in mijn vorige blog schreef, verder onderzoeken. Dus heb ik de eerste vijf hoofdstukken nog een paar keer doorgelezen.

Om te beginnen wil ik stil staan bij het handelen in overeenstemming met je eigen natuur.

In de allereerste blog die ik voor deze site schreef, tipte ik dit thema al heel even aan:

‘Er was in de Bhagavad Gita één woordje dat in het begin al een bijzondere indruk op mij maakte:  ‘svabhava’. In het zevende vers van het tweede hoofdstuk geeft Arjuna aan dat zijn eigen natuur, zijn ‘svabhava’ verduisterd is, waarna hij Krishna vraagt hem te onderrichten en Krishna het onderricht begint dat de rest van de Bhagavad Gita duurt. Letterlijk betekent svabhava ‘zelf wording’. Zelfwording, het worden wie je werkelijk bent. Het sprak mij aan het begin van mijn Gita-studie wellicht vooral aan omdat het iets was wat in mijn jeugd weinig aandacht had gehad.  en waar zelfs Sri Krishna en Arjuna in de Gita zowaar over spraken!

Sri Krishna benadrukt verschillende malen dat de mens zijn eigen natuur (Sanskriet: svabhava) moet volgen en daarmee zijn eigen plicht (svadharma) vervullen.

Hiermee wijst hij op het optimaal gebruiken en ontwikkelen van de vermogens en kwaliteiten die je hebt meegekregen. Blijf vooral authentiek zouden we nu zeggen. Voorts wijst hij er twee maal op dat je niet de plicht van iemand anders moet vervullen. Hij waarschuwt er zelfs voor dat dat ‘vol gevaar’ is (vers 3.35). ‘Plicht’ komt vaak beladen over, als iets wat je helemaal niet wilt, maar je van buitenaf opgelegd wordt. In de context hier staat het voor dat wat jou te doen staat. Het dient zich aan en past heel natuurlijk bij je diepste wezen.

Heel subtiel wordt tussen twee verzen over de eigen natuur 3.33 en 3.35 een vers ingelast dat gaat over begeerte en afkeer: ‘laat niemand onder de heerschappij van deze twee komen, want ze zijn obstakels op de weg’. Zo!  Sri Krishna wijst er heel subtiel op dat het volgen van de eigen natuur voorbij gaat aan wat wij ‘aangenaam’ en ‘niet aangenaam’ vinden. Dat wil niet zeggen dat het daarom niet aangenaam mag zijn, maar essentie van svabhava en svadharma ligt daar voorbij, zit dieper. Ik denk dat in dit verband een citaat uit de Katha Upanishad op zijn plaats is:

Sreya, het goede, is één ding, en volkomen anders, voorwaar, is preya, het aangename. Hoewel zij tot verschillende doeleinden voeren, houden ze beide de mens in de boeien. Het goede overkomt hem die het goede aanvaardt, maar wie het aangename kiest, mist het doel. (I,ii,1)

Uit mijn eigen leven is mijn beroepskeuze hiervan een duidelijk voorbeeld geweest. Na de MULO moest ik een vervolgopleiding kiezen. Ik had eigenlijk geen idee maar had een buurjongen die veel met radio’s knutselde en er alles van wist. Ik had er ook eens een opengemaakt. Zo een met van die  gloeilampen en heel veel meer erin. Als ik daar nou ook verstand van zou hebben. Dat zou toch wel heel knap zijn! Dus ging ik naar de Middelbare Technische School om elektrotechniek te studeren. Dat werd een vijf jarige marteling. Vond de vakken en praktijk verschrikkelijk, maar haalde het uiteindelijk het diploma. Tijdens mijn stages wist ik het zeker: dit ging het voor mij niet worden. Toen moest ik in militaire dienst. Daar hoorde ik van vrienden andere dingen, deed een schriftelijke cursus psychologie en ging een opleiding sociaal werk doen. Vanaf dat moment ging alles haast vanzelf. Alle vakken waren interessant, ik had meteen een betaalde stageplek en heb nooit meer getwijfeld. Ik volgde mijn svadharma. Vanaf dat moment was er een zeker-weten, een diepe blijvende rust, een rust van zeker weten over mij gekomen. Een soort thuiskomen.

De bewegende geest was hier even rustig en er was een soort herkenning van dat wat wel en dat wat niet past. Het is een innerlijke rust, kalmte, vredigheid die ontstaat door het herkennen wat in harmonie met je eigen natuur is. Verbinding kunnen maken met dit diepe weten wordt zo een belangrijk kompas is de lijn van het handelen. Ik hoop dat u dat op de een of andere manier herkent. Het is inmiddels een manier van onderzoeken waar ik mij meer en meer op richt.

Als ik de eerste hoofdstukken van de Gita herlees, herken ik vele aanwijzingen die gegeven worden om dit te bevorderen. Ook over andere zaken die hier bij horen. Zij passen mooi in het onderzoek dat ik begonnen ben: Welke aspecten van handelen zouden kunnen bijdragen tot innerlijke rust, kalmte, gelijkmoedigheid, vrede.

In mijn volgende blog zal ik hier nog even op doorgaan, onder andere op de waarschuwing die gegeven wordt dat het vervullen van de plicht van een ander vol gevaar is. Een naar mijn idee ook zeer waardevolle aanwijzing.

Graag tot dan.

Wilt u reageren? Stuur dan een mailtje naar: fam.nijs@quicknet.nl.