Hoe kan je het beste de Bhagavad Gita bestuderen?

Dit is een vraag die regelmatig gesteld wordt, daarom wil ik proberen hem te behandelen in deze blog. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: er is niet één ‘beste’ manier om de Bhagavad Gita te bestuderen, er zijn er vele.

Laten we er eens naar kijken. Bedenk wel dat het niet mogelijk is om een volledig overzicht te geven, we kunnen slechts een paar aspecten behandelen.

De Bhagavad Gita is een oud Indiaas geschrift dat al eeuwen lang een grote populariteit in Oost en West geniet. Waarom? Waarschijnlijk omdat wat besproken wordt zo herkenbaar is in ons eigen leven en omdat er vele aanwijzingen in worden gegeven die je helpen om je eigen situatie beter te begrijpen en te verbeteren. Erg praktisch dus.

De Bhagavad Gita bestaat uit 18 hoofdstukken. Elk hoofdstuk bevat een volledige ‘yoga’. Yoga betekent hier een weg om verbinding te maken met je diepste wezen en van daaruit te leven. Yoga betekent ook ‘discipline’: yoga biedt je houvast en geeft aanwijzingen die je kunnen helpen om de ‘juiste’ keuzes in je leven te maken.

Je kunt ieder hoofdstuk bestuderen en ik ben ervan overtuigd dat je er aspecten in zal ontdekken die passen bij je eigen situatie. Ze te lezen zal je steun en troost brengen. Tevens zal je verschillende praktische aanwijzingen vinden die je kunt gebruiken in je leven. Maar er is meer: er zijn delen in de Bhagavad Gita die je kunt ‘begrijpen’ met je verstand, maar er zitten ook delen in die je niet kunt bevatten met je verstand. Dit zijn de zgn. mantra’s. Mantra’s zijn energievelden; het gaat niet zozeer om de taalkundige betekenis, maar om de lading. Het is een volwaardig ‘taalsysteem’ dat parallel bestaat aan het gewone taalsysteem dat wij gebruiken om informatie of kennis over te brengen. Het gebruik van mantra’s is niet voorbehouden aan de Oosterse filosofie. Iedereen gebruikt mantra’s. Wij gebruiken bijvoorbeeld de mantra ‘mamma’. ‘Mamma’ is een geladen woord. Wij hebben allerlei ervaringen, herinneringen en beelden bij onze ‘mamma’. Mijn herinneringen aan mijn ‘mamma’ zijn anders dan de herinneringen die jij hebt aan jouw ‘mamma’. We gebruiken hetzelfde woord, maar de lading kan heel anders zijn. Bovendien verandert deze lading ook gedurende ons leven. Het is een dynamisch proces. Er is niet één betekenis van de mantra, hij verandert in ons leven en groeit met ons mee.

De Gita bevat heel veel mantra’s. Hier zijn twee voorbeelden:

Het eerste voorbeeld kan je misschien nog wel met je verstand benaderen, maar als je de mantra meeneemt in je dagelijkse leven en je blijft erop ‘dobberen’ zoals een bootje op het water, zal je zien dat je steeds dieper in zakt. Mantra’s hebben veel gemeen met muziek. Je moet in trilling komen met de muziek. Het lijkt op een klankkast van een viool of cello. Die komt in trilling als de snaren worden bestreken door de musicus en daardoor ontstaat de hoorbare klank. Als je toestaat dat de mantra jou in ‘trilling’ brengt, zal je zien dat er steeds meer aspecten van de mantra tot ‘leven’ komen. Hier is zo’n mantra uit het 2e hoofdstuk van de Bhagavad Gita:

‘Je hebt het recht om te handelen, maar je hebt geen recht op de resultaten van je handelen. Laat nooit het verkrijgen van de vruchten van handelen je motief zijn. Maar wees evenmin geneigd tot niet-handelen.’

Hier kan je lang op ‘dobberen’. Deze zin heeft o.a. Beethoven diep geïnspireerd en je kunt je er iets bij voorstellen. Hij componeerde geen muziek met het oogmerk om de opdrachtgevers of toehoorders te plezieren. Hij liet zijn inspiratie vrijelijk stromen om het met de mensen te delen, maar niet om het applaus en de goedkeuring te verwerven van zijn publiek. Dat is niet altijd een gemakkelijke keuze. Als je zo wil leven moet je bij je zelf blijven en kan je geen compromis sluiten.

Hier is nog een mantra uit het 4e hoofdstuk. Iets minder gemakkelijk om met je verstand te benaderen:

‘Je moet de aard kennen van handeling (karma), speciale handeling (vikarma) en niet-handelen (akarma), want zeer diepzinnig is de weg van handeling’.

Dit is één van de mantra’s die in mijn leven een grote rol speelt. Al tientallen jaren ‘klinkt’ hij in mij en iedere keer ontdek ik weer nieuwe aspecten die in deze mantra besloten ligt. Iedere keer betekent dit nieuwe ontdekkingen, nieuw inzicht en grote verwondering over de diepte van deze mantra. Ik ga er nu verder niets over schrijven. Je moet het zelf ontdekken. Er zijn geen ‘goede’ of ‘verkeerde’ antwoorden op dit pad. Het is een ontdekkingsreis, die je zelf moet meemaken.

Hier nog even een paar praktische tips om de Bhagavad Gita te bestuderen:

  1. Lees de Bhagavad Gita een keer snel door. Alleen maar om te wennen aan de taal, de vreemde namen en de opbouw van de Gita.
  2. Krijg gevoel voor mantra’s, wat ze zijn en hoe ze werken. Bijna alle verzen zijn mantra’s en benader ze zoals je naar muziek zou luisteren. Niet primair willen begrijpen, maar laat de tekst in je klinken en voel de ‘trilling’ die de mantra in je teweeg brengt.
  3. Kijk naar een situatie of gebeurtenis in je eigen leven (bijvoorbeeld een privésituatie, werk gerelateerd, een gebeurtenis in je sociale leven). Lees een klein stukje (dat je aanspreekt) in de Bhagavad Gita en spiegel dat heel stil in de situatie die je voor ogen hebt. Neem de gekozen tekst eens een paar dagen (kan ook langer) mee en blijf de situatie/gebeurtenis en de tekst in elkaar spiegelen. Let op: probeer geen conclusies te trekken en geen mening te hebben omtrent hetgeen zich aandient; alleen maar blijven toekijken.
  4. Overweeg: wat is het allerbelangrijkste in mijn leven? Wat is mijn grootste ideaal? Blijf hier eens op ‘dobberen’ en kijk wat de Bhagavad Gita je te zeggen heeft en welke aanwijzingen de Bhagavad Gita je geeft om dit allerbelangrijkste of dit grootste ideaal te realiseren in je leven. Het zal je helpen om een stap te zetten en daarna een volgende stap en zo verder. Vele mensen, waaronder Gandhi, hebben op deze manier kracht en inspiratie gevonden en het heeft ze geholpen hun doel te bereiken.

Er is nog zoveel meer over te zeggen en er zijn nog zoveel andere manieren om met deze tekst om te gaan, maar voor nu zal ik het hierbij laten.

Heb je vragen of wil je reageren: stuur een mail naar: info@filosofieenmeditatie.nl

 

Bhagavad Gita: gewone kennis en hogere kennis

In de vorige blog over de Bhagavad Gita ben ik ingegaan op hoe het komt dat de Bhagavad Gita al eeuwen lang zoveel mensen heeft geïnspireerd en steun heeft gegeven. We hebben toen de eerste drie domeinen van de Gita behandeld: de Gita geeft kennis die je gemakkelijk kan gebruiken, de Gita geeft oefeningen en aanwijzingen die in het dagelijkse leven goed gebruikt kunnen worden en het geeft ook hoop. Hoop dat je verbinding kunt maken met je eigen innerlijke kracht en licht en verbinding maakt met je eigen ‘lijn’ in het leven of anders gezegd met je authenticiteit.

In deze blog zal ik ingaan op het vierde aspect: de Gita leert dat er verschillende soorten kennis en bewustzijn zijn. Normaal gesproken zijn er vier ‘bronnen’ voor kennis: directe waarneming, gevolgtrekking, aanname en (logische) redenatie. Iedereen kan deze bronnen gebruiken, maar er is meer. De Bhagavad Gita wijst erop dat er ook nog andere ‘hogere’ vormen van kennis bestaan. Echter, daar hebben de meesten van ons niet direct toegang toe. Toch is het goed om er gebruikt van te maken, maar dat vergt wel wat inspanning en training. De ‘hogere’ vormen staan bekend als: inspiratie, intuïtie, openbaring en profetie. Helaas verstaat iedereen iets anders onder deze begrippen en van alles en nog wat wordt inspiratie of intuïtie genoemd. De eerste drie zijn toegankelijk voor ons, de vierde is een bijzondere vorm die ik voor nu maar even buiten beschouwing laat.

Bepaalde mensen zijn gevoelig voor inspiratie en intuïtie. De beschrijvingen zijn tamelijk eenduidig: er wordt je iets ‘ingefluisterd’, er komen beelden of klanken (woorden, muziek) tot je, veelal in een ogenschijnlijke ongeordende vorm en je hebt het gevoel dat er een grote stroom van energie door je heen gaat. De momenten waarop dit plaats vindt, zoals bij het overgaan van slapen naar waken, in de meditatie en als je in stilte wandelt, hebben met elkaar gemeen dat je geest ‘stil’ is en het ego (ik-besef) naar de achtergrond verdwijnt. Dan, plotseling, zonder dat je hier enige grip op hebt, stroomt de energie en tonen zich beelden, denkbeelden, geluid of iets anders. Het gaat razendsnel; het lijkt wel op een explosie. Als je voor dit soort impulsen gevoelig bent of wordt, dan ga je ze steeds meer herkennen (en waarderen).

De bestudering van de Bhagavad Gita helpt ons om ontvankelijk te worden voor deze ‘krachten’. Hoe doet de Bhagavad Gita dit? Op verschillende plaatsen in dit boek wordt hierover geschreven, maar het wordt prachtig samengevat in hoofdstuk 2 in de verzen 55-58. In deze vier verzen wordt een ‘geheim’ onthuld. Wat zou je moeten leren? Hier volgt een lijstje:

– leer je wensen en verlangens tot rust te brengen
– leer je terug te trekken en verbinding te maken met je diepste, innerlijke kern
– blijf stabiel, ook bij tegenslag
– hunker niet naar genot en ga geen bindingen aan en blijf neutraal
– let op: angst en woede zijn bewustzijnsvernauwers en stoten je, zelfs als je het niet wil, uit je balans
– Zorg voor een stabiele meditatie. Al het bovenstaande valt je heel natuurlijk toe als je meditatie een integraal onderdeel (een fundament) is van je leven.

Als je dit zou leren, wordt je automatisch, d.w.z. zonder een verdere ‘eigen’ inspanning gevoelig voor impulsen die ‘van buiten’ lijken te komen en je energie ‘inblazen’. Dit proces is de basis van alle vormen van wat genoemd wordt, ‘hogere’ vormen van kennis. Hoe dieper je je kunt terugtrekken en stiller je geest wordt, hoe gevoeliger je wordt voor deze vormen van kennis. Uiteindelijk worden ze je ‘dagelijks brood’ en wil je niets anders meer. Dit is wat je hoort van mensen die om welke reden dan ook, gevoelig zijn voor inspiratie: ‘dit is het belangrijkste, allermooiste, in mijn leven’.

In deze tijd van de corona epidemie is het van het grootste belang dat wij niet verzanden in de ‘duisternis’ en ons blijven richten op  ‘licht’. Daarom hebben we de komende weken video meetings rond de Bhagavad Gita georganiseerd. De meetings zijn op dinsdagavond van 20.00-21.00 uur. Als je mee wil doen, stuur een mailtje, dan krijg je de link toegestuurd.

Het adres is: info@filosofieenmeditatie.nl

 

 

 

Hoe komt het dat de Bhagavad Gita zoveel mensen steun en troost heeft geven (en nog steeds geeft)?

In deze tijd van de corona epidemie is het van het grootste belang dat wij niet verzanden in de ‘duisternis’ en ons blijven richten op ‘licht’. Daarom hebben we de komende weken video meetings rond de Bhagavad Gita georganiseerd. De meetings zijn op dinsdagavond van 20.00-21.00 uur. Als je mee wil doen, stuur een mailtje, dan krijg je de link toegestuurd.

Hierbij alvast een tekst ter overweging:

Het is inderdaad merkwaardig dat de Bhagavad Gita, een belangrijk Indiaas geschrift al eeuwen lang zoveel mensen steun en troost biedt, ook aan hen die helemaal niet uit de Indiase traditie komen en ook aan mensen die niet of nauwelijks bezig zijn met religie. Ook in het Westen is de Bhagavad Gita erg populair. Het is misschien wel een van de meest vertaalde geschriften. Hoe komt dit?

Ik denk dat dit voornamelijk komt omdat de Bhagavad Gita vier domeinen bestrijkt: het geeft kennis, en aanwijzingen en oefeningen die je in de praktijk van het dagelijks leven kunt gebruiken, het bestuderen van de Bhagavad Gita doet hoop groeien en leidt je naar een andere vorm van kennis die voorbij onze ‘gewone’ kennis gaat. Bovendien doet de Bhagavad Gita dit op een manier die niet gebonden is aan een bepaalde cultuur en religie. Het gaat over de essentie van de mens, wie ben je? Waarom leef je? Wat is je ‘taak’ in dit leven? Hoe verhoudt de individuele (de menselijke) maat zich tot de universele maat en welke wetten gelden op beide niveau’s?

De Bhagavad Gita beschrijft een dialoog tussen de prins Arjuna en Sri Krishna die hier de universele, goddelijk maat vertegenwoordigt. Het is een dialoog tussen de mens en God. Arjuna staat op het punt een grote oorlog te voeren, en heeft veel twijfels of dit wel juist is. Hij weet eigenlijk niet meer wat zijn taak in het leven is en is hierdoor helemaal verward. Het is een thema dat niet alleen Arjuna raakt, maar waar veel mensen, uit iedere cultuur en tijd, mee te maken krijgen.

Krishna begint met te luisteren en zegt in eerste instantie niets. Vervolgens spreekt hij Arjuna aan in een taal en met argumenten die Arjuna gewend is: ‘je moet niet zo laf zijn’; ‘het is je taak’; ‘als je wegloopt, wat zullen de anderen daar wel niet van zeggen’?, enz. Maar vervolgens gaat hij op een andere manier verder: ‘alles wat geboren wordt, zal eens vergaan en sterven. Het leven is tijdelijk en alles wat wij waarnemen, is tijdelijk’. Het is hetzelfde thema dat Boeddha gebruikt in zijn leer en dat bekend staat als de Drie Kenmerken van het Bestaan: één daarvan is ‘de tijdelijkheid van het bestaan’. Het drama is dat wij proberen de tijdelijkheid op te rekken tot eeuwigdurend: we willen blijven leven, mooie dingen mogen niet voorbijgaan en geliefde mensen mogen niet sterven. Ons bezit moet als maar groter worden en mag niet verdwijnen enz. Teleurstelling en verdriet zijn onvermijdelijk het gevolg van een dergelijke levenshouding.

De Bhagavad Gita toont ons dat het niet zinvol is om het onvergankelijke, eeuwige en oneindige te zoeken in de wereld die gebonden is aan tijd en plaats. Daar moet je het niet zoeken. Maar waar dan wel? Als we het onvergankelijke echt willen vinden, zullen we ons leven moeten veranderen en verbinding moeten maken met een andere vorm van kennis en bewustzijn. We zullen allereerst een aantal dingen moeten leren. De belangrijkste zijn: leer wat je svadharma, je eigen lijn, je diepste authenticiteit is en volg die in je leven. Leer vervolgens je eigen natuur kennen (svabbhava) en volg ook die en tot slot: vind het werk dat bij je svadharma hoort en voer dat uit op een manier die past bij je eigen natuur. Deze drie: het volgen van je eigen lijn en je eigen natuur en het doen van je eigen werk, verbinden je met je eigen kern.

Vervolgens biedt de Bhagavad Gita je vele oefeningen die je op een andere manier doen leven. Bijvoorbeeld: je hebt ‘recht’ op het werk, maar niet op de ‘vruchten’ of resultaten ervan. En: het gaat om de zuivere intentie waarmee je iets doet en niet om het resultaat. Werk en handelingen komen in een heel ander licht te staan als je leeft vanuit je eigen authentieke kern. Deze kern is een ‘rots’ en als je daarop gaat ‘staan’, hoeft je steeds minder steun te zoeken bij tijdelijke dingen die buiten je zelf gelegen zijn. Je kan van deze dingen gebruik maken, je kan van ze genieten, maar je kan ze ook weer loslaten, zonder uit balans te raken.

Dit te leren, is al een groot goed in het leven. Maar er is meer: we moeten niet alleen stoppen met het tijdelijke ‘op te rekken’ tot het tijdloze, maar we zouden ook moeten weten wat het is dat niet gebonden is door tijd en plaats. Dat wat niet verandert en niet vergaat. Nadat de Bhagavad Gita je erop gewezen heeft dat steun zoeken in de tijdelijke wereld je uiteindelijk pijn en verdriet zal bezorgen en vervolgens gewezen heeft op een veel sterker fundament, dat je in je zelf kunt vinden en vele aanwijzingen en oefeningen heeft gegeven om op een andere manier te gaan te leven, toont de Bhagavad Gita tevens dat er een andere vorm van kennis en bewustzijn bestaat die onze bekende manier van kennis vergaren en ons ‘gewone’ bewustzijn te boven gaat. De belofte wordt gedaan dat de mens zich verder kan ontwikkelen en dat er nog heel veel is te ontdekken in dit leven.
De Bhagavad Gita geeft ons dus kennis, vele aanwijzingen en oefeningen en het geeft hoop. Volgende keer zal ik een stukje schrijven over de ‘hogere’ kennis waartoe de Bhagavad Gita ons uitnodigt. Het is dichterbij en minder moeilijk dan je denkt!

Wil je reageren of deelnemen aan de meetingen op disdagavond: stuur dan een mailtje naar: info@filosofieenmeditatie.nl

‘De hoogste vorm van handelen’

U heeft nog een stukje van mij tegoed

In eerdere blogs schreef ik over mijn onderzoek naar welke aspecten van het handelen bijdragen tot innerlijke rust. In dat kader is er nog tenminste één aspect waar ik nog niet over geschreven heb. En dat is offeren. Een aspect dat nu zo actueel is.

Regelmatig zie ik tijdens de Gita-studies gezichten wat verstrakken als het woord offeren ter sprake komt.

Het is misschien nuttig om te beginnen onze concepten over dit begrip af te schudden om er nog eens opnieuw naar te kijken.

Offeren wordt in de context van de Karma Yoga ‘de hoogste vorm van handelen’ genoemd.

Dit wordt m.i. op prachtige wijze beschreven in deze paar verzen in de Bhagavad Gita:

3.9    Tenzij handelingen uitgevoerd worden als offer (yajna), is de wereld gebonden door handeling. O zoon van Kuntî, verricht daarom je handeling als offer, vrij van gehechtheid.

3.10  Nadat Prajâpati in het begin de mensheid en het offer tezamen had geschapen, zei Hij tot de mens: hierdoor zul je je vermenigvuldigen; moge dit de hoorn des overvloeds zijn.

3.11  Moge jij hierdoor de goden voeden en mogen de goden jou voeden. Door elkaar te voeden zul je het hoogste goed (sreyas) verkrijgen.

3.12  Als de goden gevoed zijn door het offer, zullen zij al je wensen vervullen. Hij die geniet van wat hem door de goden (deva’s) is geschonken zonder hen iets terug te geven, is waarlijk een dief.

Hier kunnen heel veel woorden aan besteed worden, maar laat ik proberen het eenvoudig te houden.

In mijn blog ‘Filosofie en virussen’ gaf ik al aan dat goddelijke kwaliteiten als antistoffen dienen tegen demonische kwaliteiten. De Vedanta traditie kent een scala aan goden, die allemaal een aspect van het Goddelijke vertegenwoordigen. Het voeden van de goden, de deva’s, kan dan ook gezien worden als het voeden van goddelijke kwaliteiten.

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar niet-goddelijke kwaliteiten zijn mij niet vreemd. Een ware levenskunst is denk ik deze niet te voeden, maar de aandacht te richten op de goddelijke kwaliteiten die we allemaal in ons dragen. Laten we deze laten bloeien zoals de hele natuur in deze lente ons op dit moment in vele vormen voorhoudt.

Offeren wordt vaak gezien als jezelf wegcijferen, jezelf opofferen. In zeker opzicht is dat ook zo. Offeren heeft te maken met het zich voegen in een groter geheel. ‘Het grote gaat voor het kleine’ is een uitspraak die daar bij past. Het is de belangrijkste spelregel die we de deelnemers van de jaarlijkse gezinsweek in Brognon telkens voorhouden. En het is bijzonder te zien hoe deze regel dan van jong tot oud zonder er veel woorden aan vuil te maken, altijd weer begrepen wordt. Een blijkbaar heel natuurlijk iets. Het zowel voor het innerlijk als voor het geheel voor rust en kalmte.

Wanneer we werkelijk feeling hebben met een groter geheel, als we ons daarmee verbonden voelen, valt ‘offeren’ helemaal niet zwaar, maar is het een heel natuurlijk, vanzelfsprekend gegeven. Het voelt dan zelfs pijnlijk als iemand daar in de thuissituatie, in Brognon, werk, familie vriendenkring, samenleving, en noem maar op, tegenin gaat.

We herkennen dat denk ik allemaal als het nu gaat om afstand te houden, tekorten die ontstaan door hamsteren, de verdeling van mondkapjes etc. etc.

Uiteindelijk zal blijken dat door te offeren, ook wij als onderdeel van het grote geheel gevoed worden.

Ik wens u dat u ondanks alles van de lente zult genieten.

Uw reactie op deze blog is welkom. U kunt daarvoor een mailtje sturen naar: hans8nijs@gmail.com

Filosofie en virussen

We leven op dit moment in de ban van het corona-virus. Er is een hoop over te doen. Tal van maatregelen zijn en worden genomen om de schade te beperken. Terwijl ik in Brognon, Frankrijk in een volledige ‘lockdown’ zit, is in Nederland gekozen voor een aanpak waarbij mogelijk een groepsimmuniteit bewerkstelligd wordt, een ‘beschermenden muur’ om kwetsbare groepen.

Deze aanduidig roept bij mij het beeld van een parallel met activiteiten binnen de SFM op, in onze studie en retraite centra. Daarbij denk ik aan het bestrijden van virussen die er al waren vóór het corona-virus zich aandiende: mentale virussen. Virussen die de mensheid al sinds onheuglijke tijden plagen: egoïsme, hebzucht, woede, angst, gebondenheden etc. etc.

Ik kreeg de afgelopen tijd artikelen en filmpjes toegezonden met de boodschap dat dit virus ook een positief effect zal hebben. U kent ze vast ook. We zullen er van leren, het zal ons bewust maken van onze onderlinge verbondenheid, van onze onderlinge verantwoordelijkheden, het zal uiteindelijk in ieder geval uiteindelijk beter worden dan het was. Ik hoop het van harte, maar ben daar eerlijk gezegd niet zo optimistisch over.

Er zijn meer ernstige crisissen geweest. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de krediet-crisis. Het zou ons leren waar een schaamteloze zucht zich naar meer, meer en nog meer, toe leidde. Een harde les. Het zou helemaal veranderen.

De crisis was echter nauwelijks meer voelbaar, of daar stak het eerdere mechanisme alweer de kop op. En zo duiken steeds weer dezelfde virussen de kop op.

De gevolgen van de gebeurtenissen waar we op dit moment getuige van zijn, zullen met hun de economische gevolgen niet zomaar overwaaien denk ik. Maar een wezenlijke verandering?

Ik hoop het van harte, maar denk dat daar meer voor nodig is.

Als we een wezenlijke verandering tot stand willen brengen, zijn dit de virussen, of beter gezegd de antistoffen van deze virussen die aandacht behoeven. En dan het liefst in tijden dat het ons mee zit, zodat we er iets aan hebben in tijden dat het ons tegenzit. Dat we in deze tijden een groepsimmuniteit opbouwen voor de kwetsbaren, diegenen met een lage resistentie tegen deze virussen.

Dat doen we door met elkaar antistoffen tegen deze virussen te ontwikkelen. Antistoffen die we allemaal in meerdere of mindere mate kunnen ontwikkelen. In de Bhagavad Gita wordt er een hele reeks van opgenoemd: Vreesloosheid, zuiverheid van het hart, volharding in de yoga van kennis, vrijgevigheid, zelfbeheersing en offervaardigheid, studie van de geschriften, discipline, oprechtheid, geweldloosheid, waarheidslievendheid, vrij zijn van toorn, verzaking, vrede, vrij zijn van laster, mededogen voor alle wezens, zonder begeerten, zachtmoedigheid, bescheidenheid, standvastigheid, kracht, verdraagzaamheid, geestkracht, zuiverheid, vrij zijn van haat en trots (16.1 – 16.3). Ze worden goddelijke kwaliteiten genoemd.

Ik noemde dit in de tijd dat ik begon met mijn Gita-studie de depri-verzen. Ze somden allerlei kwaliteiten op waar ik zeker in tekort schoot! Later werden zij een wake-up call voor mij. Dit waren zaken die interessant waren om energie in te steken. Niet bedoeld om onszelf omlaag te halen Nu zou ik ze in d ebeschreven context antistoffen noemen. Antistoffen die ieder van ons bezit en verder kan ontwikkelen om daarmee met anderen een groepsimmuniteit voor de virussen te vormen, die de samenleving vaak haast onzichtbaar, in kleiner of groter verband schade toebrengen. Het is een continu proces.

Dit is mijn inziens een manier om naar het programma van de SFM te kijken. Wij zetten ons daarmee in voor het ontwikkelen van dergelijke antistoffen en een groepsimmuniteit in. Daar zijn we niet de enigen in. Laten we hier onder alle omstandigheden op onze eigen wijze mee doorgaan!

Ik wens u ondanks alles kalmte en een goede tijd.

Uw reactie op deze blog is welkom. U kunt daarvoor een mailtje sturen naar: hans8nijs@gmail.com

Waarom is het delen van vragen en ervaringen zo belangrijk?

Er is zoveel onrust in de wereld, zoveel angst en onzekerheid, dat het gemakkelijk is je koers kwijt te raken en uit balans te raken. Juist nu is het belangrijk om je te richten op de universele, tijdloze wetten en principes die je tot steun zijn in het leven. Hetzelfde geldt voor de meditatie, die je helpt om innerlijk in balans te blijven en deze balans te versterken.

Nu wij door de corona epidemie niet meer bij elkaar kunnen komen voor onze bijeenkomsten en meditaties, zijn we overgeschakeld naar het online contact houden. Dit kan de kracht van de bijeenkomsten, die ‘groter is dan de som der delen’, niet vervangen, maar het kan toch steun geven.
Er is echter één ding dat essentieel is bij deze manier van contact houden en dat is het blijven delen van je vragen en ervaringen. Waarom is dit zo belangrijk? Natuurlijk is het voor mij, die probeert materiaal te vinden dat geschikt is om online te delen, fijn om te weten wat er speelt. Ik kan daar bij materiaal voor de volgende keren op inspelen. Maar er is een belangrijker ding. Het zit in een heel eenvoudig principe: ‘eigen’ vragen en eigen ervaringen zijn altijd gezaghebbend! Jij hebt het tenslotte zo beleefd en je vragen spelen op dit moment in jouw leven een rol. Het zijn vragen en ervaringen die van ‘binnenuit’ komen. Het zijn geen technische vragen of ervaringen van anderen die je deelt, het zijn jouw vragen en ervaringen.

Het gaat erom dat je deze vragen en ervaringen voor je zelf probeert te formuleren. Deze poging is op zich al een groot hulpmiddel omdat aan de vraag en de ervaring die je probeert te formuleren, een herinnering vast zit. Er zit een verhaal achter en dit verhaal klinkt door in de vraag of de ervaring. De herinnering die bij het formuleren wordt opgeroepen, is eigenlijk de magische factor, niet het eventuele antwoord en de reacties die je krijgt. Het is een hele grote kracht om in verbinding te blijven met je ‘eigen’ verhaal. Dit staat bekend als het in verbinding blijven met de ‘context’ van waaruit de vraag of de ervaring voortkomt. Aan de ene kant is er input in de vorm van tekst, een video en vragen. Er zijn geen goede of verkeerde antwoorden, maar het proces werkt zo dat je door de vragen te beantwoorden, je je weer even bewust wordt van waar je zelf staat en waar je geest naar uit gaat (en waar je vandaan komt). Hetzelfde geldt voor het bestuderen van een stukje tekst: het zal bepaalde ervaringen (en herinneringen) bij je oproepen en dat helpt je om je bewust te worden van de grote kracht die altijd in je aanwezig is.

Het is een wonderlijk proces, dat je heel eenvoudig zelf kan ervaren. Om dit proces te ervaren is het echter wel nodig om interactief te blijven en je vragen en ervaringen te delen. Het is niet gemakkelijk om in deze turbulente tijd op koers te blijven. We moeten met elkaar in verbinding blijven. Het kan ook online, maar de voorwaarde is dat je je vragen en ervaringen blijft delen. Ik hoop dat je blijft volhouden en op koers blijft. Blijf mij mailtjes sturen. Het zal je zeker helpen.

Mehdi Jiwa

Mail: info@filosofieenmeditatie.nl

Spirituele disciplines in crisistijd

Iedere crisis, ook de huidige corona-crisis, wordt gekenmerkt door een toename van angst en onzekerheid. Angst en onzekerheid geven veel opwinding en onrust in onze geest. Naast dat dit ons veel energie kost, vernauwt het ook ons bewustzijn. Agressie, voordeel en onverdraagzaamheid liggen op de loer. We zien het nu om ons heen: Chinezen worden scheef aangekeken, Italianen, Europeanen enz. Niet alleen burgers worden minder sociaal en minder tolerant, staatshoofden doen vrolijk mee aan het spel.

Maar daarnaast is er ook een andere beweging: mensen worden zich weer meer bewust van de noden van anderen en gaan elkaar met van alles en nog wat helpen.

Twee bewegingen: welke zal uiteindelijk het sterkste zijn? Als de druk groter wordt en de crisis dieper, zal de eerste beweging waarschijnlijk sterker worden. Hoe krijgen we de tweede beweging sterker? Essentieel is dat we zelf in balans blijven en onze innerlijke rust bewaren. Dat maakt dat we met een open blik kunnen kijken naar wat er nodig is in onze omgeving en hoe wij daar een bijdrage aan kunnen leveren.

Spirituele disciplines, zoals concentratie- en meditatieoefeningen en oefeningen die horen bij de karma-yoga (de yoga van handeling), worden meestal opgepakt in tijden van maatschappelijke rust. Waren ze vroeger misschien een soort ‘luxe’, nu zijn ze van levensbelang. Bewaar de innerlijke rust en je innerlijke balans, dan kan je met een stille geest kijken naar wat nodig is. Zorg voor elkaar en ondersteun waar je kan. Dat vraag energie en incasseringsvermogen. Je kan je ogen niet sluiten voor wat er om je heen gebeurt en je zult niet alleen mooie dingen zien, maar ook verdrietige. Dat vraagt nogal wat van je. Vandaar een warm pleidooi om je disciplines op orde te houden:

– Mediteer en deel je vragen en ervaringen. Je kunt mij altijd mailtjes sturen.

– Voed je geest met mooie dingen: lees dagelijks een paar kleine stukjes uit boekjes die je mooi vindt en die je positieve gedachten en gevoelens geven.

– Reserveer tijd om mensen te bellen en te spreken met mensen die angstig of eenzaam zijn.

– Help waar je kunt. Een mooie discipline is om voedsel te maken voor anderen en uit te delen. Zowel degene die het maakt als de ontvanger zijn hiermee geholpen.

– Voor degene die de Leerweg en Studiegroepen volgen: we kunnen elkaar even fysiek niet ontmoeten, maar online gaan we door. Lees de studies, gebruik de oefeningen en deel je ervaringen per mail. Zo blijf je op het licht gericht en niet op de duisternis.

Spirituele disciplines zijn geen last, ze helpen je om je hoofd boven water te houden, ook in moeilijker tijden. Zorg dus dat je voldoende tijd hebt voor deze disciplines. Hierdoor blijf je zelf beter in balans en kan je meer voor anderen betekenen.

Nogmaals : heb je vragen of wil je je ervaringen delen? Stuur mij dan een mail: info@filosofieenmeditatie.nl

Mehdi Jiwa

 

Handelen in vrijheid

Uit het derde vers van het zesde hoofdstuk van de Bhagavad Gita begreep ik dat handelen een middel was om innerlijke rust te bereiken, om vervolgens met dat als middel het pad te vervolgen:

Voor de wijze (muni) die verlangt op te gaan in yoga is handeling het middel; voor hem die yoga bereikt heeft, is innerlijke rust (sama) het middel, zo wordt gezegd. (vers 6.3)

Er zouden in de voorgaande hoofdstukken dus aanwijzingen moeten staan om tot die innerlijke rust, sama te komen. Met dat in gedachte ging ik de voorgaande hoofdstukken nog eens lezen.

Handelen in overeenstemming met de eigen natuur leek mij een eerste aspect dat hiertoe bijdraagt.

Verder wordt er in deze hoofdstukken veel aandacht besteed aan ‘het niet gehecht zijn aan handelingen op zich en/of de resultaten ervan’. En, zoals ik al eerder opmerkte, gaat het om handelen in de ruimste zin van het woord: niet alleen fysieke handelingen maar ook die van spraak en geest.

Laten we, voordat we verder bij de Gita te rade gaan, eerst eens kijken wat we er zelf al van weten. Wanneer verstoort gehechtheid aan handeling bij ons de innerlijke rust, kalmte, gelijkmoedigheid en vrede?

Ik heb bij dit soort vragen de gewoonte de vraag zoals hierboven te formuleren en hem mij enkele malen per dag te herinneren en er even bij stil te staan. En als er iets te binnen schiet, of er iets voorvalt dat hier mee van doen heeft, dit te noteren. Altijd heel verrassend.

Er sprong rond deze vraag ook weer een heleboel in het visnet om zo maar te zeggen. Ik pak er maar een uit:

Al heel lang weet ik dat ik mij weinig echte rust gun. Mijn energie bevindt zich door een chronische ziekte regelmatig op een laag pitje en dan doe ik het wat rustiger aan of ‘neem even rust’. Ja, fysiek. Maar dan spookt er van alles door mijn hoofd. Wat ik dan straks als eerste ga doen en hoe dan. Wat er allemaal nog ligt te wachten. Wat die gezegd of gedaan heeft … Even op de mobiel of tablet kijken. Ogenschijnlijk zit ik rustig, maar echte rust …? Dit is een vorm van gehechtheid. Niet alles even los kunnen laten, niet vrij zijn. Echte rust is even uit de stroom stappen iets te willen, iets te moeten. Niet allen fysiek, maar ook mentaal. Gewoon even te-vrede kunnen zijn, kunnen rusten in wat is. Niet induttend, maar heel aanwezig. Alleen maar getuige zijn. Even alleen maar zijn. Het klinkt eenvoudig, maar in de praktijk is het vaak lastiger.

Observeren wat er gebeurt, regelmatig beoefenen van de stilteoefening zoals wij die binnen de SFM kennen en meditatie brengen dit echter zeker binnen bereik.

Dan hebben we nog de vruchten van onze handelingen. Hoe gehecht zijn we daar aan? Hoe vrij zijn we daar van?

Denken over een probleem, dat dan wel het antwoord móét opleveren, ‘we moeten er uitkomen, en wel nù’. Een klusje dat wel af moet. Als we iets doen, moeten we er wel iets aan hebben. Het moet wel ergens goed voor zijn etc. etc. Allemaal voorbeelden hiervan. We kennen het vast allemaal.

Als ik de eerste hoofdstukken van de Gita er op nasla, vallen mij een paar dingen op.

  • Handelen wordt aangemoedigd, niet het stil in een hoekje gaan zitten
  • Ongehechtheid in handelen wordt regelmatig gekoppeld aan een gedisciplineerde geest, of iets dat daaruit voortvloeit, zoals het voorbij gaan aan de paren van tegenstellingen.
  • Het handelen als een offer wordt regelmatig geprezen.

Aan ‘hoofd in de wolken, handen in de zakken’ hebben we niet veel, kon Swami Sivananda, stichter van de Divine Life Society in Rishikesh zeggen.

Discipline is niet voor iedereen een prettig woord. Wanneer we meer zicht krijgen op de mate hoe onvrij we zijn omdat onze geest meer voor ons bepaalt dan ons lief is en we zelf meer invloed op onze koers willen hebben en diepere rust willen ervaren, zal discipline een nuttig hulpmiddel blijken.

Zelf kan ik er intens van genieten om met deze verschillende aspecten van handelen te experimenteren. En dan vooral in de hiervoor zo bijzonder geschikte omgeving van ons retraitecentrum in Brognon. In de week ‘De transformerende kracht van aandacht’ doen we dat weer in een ontspannen sfeer met elkaar. Een aanrader! Klik hier voor meer informatie over deze week.

Het offer wordt wel de hoogste vorm van handeling genoemd. Als we hier bij stil staan zal blijken dat dit deze tijd een heel actueel item is. Meer hierover in mijn volgende blog.

Wilt u reageren op deze blog? Dat kan met een mailtje naar: fam.nijs@quicknet.nl

Filosofie als fundament

Velen zien filosofie als een weinig praktische hobby: oude mannen die onder het genot van een sigaar en een glas whisky bediscussiëren tot welk -isme een bepaald standpunt behoort. Leuk, maar de schoorsteen moet ook roken.

Veel van de besproken filosofen hebben echter één ding gemeen: ze zijn naar de diepten van hun wezen afgedaald om daar te zoeken naar datgene wat voor hun niet-onderhandelbaar was, datgene waar ze écht voor stonden. De letterlijke betekenis van filosofie is  liefde voor wijsheid, en dát is wat zij hadden. Door die liefde waren ze bereid om zichzelf diepgaand te onderzoeken, wat ze daarbij ook zouden tegenkomen.

Onder de drukte van alledag, de meningen die je daarover hebt, de emoties die je ervaart en de overtuigingen die deze meningen en emoties voeden, heb ook jij een filosofie. Iets wat écht bij jou past, iets waarvan je voelt dat het waar is en wat je dolgraag in de wereld zou willen zetten. Die filosofie is jouw fundament, daar rust je op.

Als je daar regelmatig contact mee zou maken zou je leven direct veel mooier worden. Je zou meer vervulling en zingeving in het leven ervaren en meer kracht en energie hebben. Je zou echt van betekenis zijn in de wereld, omdat je precies doet waar je voor bedoeld bent.
In de retraite ‘Wat houdt je tegen om een stralend mens te zijn?’ reizen we laag voor laag naar de diepte van jouw wezen zodat je kunt ontdekken wat jouw filosofie is.

Interesse? Kijk dan op hier voor meer informatie.

Handelen in overeenstemming met je eigen natuur (2)

Sri Krishna geeft aan dat het gevaarlijk is om  van de plicht van een ander te doen. Het vijfendertigste vers van het derde hoofdstuk luidt:

‘Het is beter om je eigen plicht (svadharma) te doen, hoe gebrekkig dan ook, dan de plicht van een ander uit te voeren, hoe goed men dat ook kan. Het is beter om tijdens het uitvoeren van je eigen plicht te sterven, want de plicht van een ander is vol gevaar.’

Arjuna wilde, nadat hij zich vanaf zijn jeugd op deze strijd had voorbereid, het strijdveld verlaten om verder als bedelaar door het leven te gaan.

Van moeilijkheden kunnen we in het algemeen zeggen dat ze er zijn om opgelost te worden. Op de eerste plaats door onszelf. Zij dienen zich aan en daar staan wij dan. Al dan niet voorbereid. Met alles wat ons ter beschikking staat: onze kennis, ervaringen, vindingrijkheid, creativiteit, fysieke en geestelijke vermogens. Een moeilijkheid is een mogelijkheid deze in te zetten, ze waar mogelijk uit te breiden en erin te groeien. Als we er met een grote bocht omheen gaan, gaat deze mogelijkheid aan ons voorbij.

Dat bedoelt Sri Krishna denk ik te zeggen als hij Arjuna aanspoort zijn plicht te doen, en als krijger de strijd met demonische krachten aan te gaan.

Ik leerde als kind, tiener geen eigen keuzes te maken en daar verantwoording voor te nemen. Die mogelijkheid eiste ik ook niet op. Dus deed ik wat dat betreft geen kennis en ervaring op die later goed van pas kon komen.

In plaats daarvan leerde ik om als het ware ‘de plicht van een ander te doen’: de problemen van een ander op te lossen door die ander leidend te laten zijn in wat ik wel of niet deed. Dat is, heb ik ervaren, inderdaad gevaarlijk. Daarbij sloeg ik iets wezenlijks in mijzelf over. Daardoor ontstaat schade in de eigen ontwikkeling, in het vertrouwen in ons zelf. Dat is een lastige basis om de wereld in te stappen. Gelukkig heb ik daarna en tot op heden vele herkansingen gekregen. De filosofie en meditatie en zeker de Bhagavad Gita zijn mij hierbij tot grote steun.

De plicht van een ander doen. Hier gelden ook situaties als doen wat anderen zeggen of waarvan wij denken dat zij dat willen, waar we waardering voor krijgen, zonder te checken of dat voor ons goed voelt en past bij onze diepe ware natuur. Het leert ons af onze eigen lijn te leren kennen en te volgen. Reclames spelen hier graag op in.

Zelf schrok ik toen ik  van het begrip ‘achterbank-generatie’ hoorde: kinderen die door hun ouders overal met de auto heen gebracht en van gehaald worden. Het staat voor overbeschermde kinderen en daardoor in zeker opzichte verzwakt. Ik meende er alleen maar goed aan te doen door ze als het even kon te halen en brengen, vooral met slecht weer. Dit was zeker aangenaam voor mij als voor hen, maar ook altijd goed?

Het kan zijn dat in een bepaalde fase het ene aspect of het andere meer aandacht vraagt, maar het begrip ‘eigen natuur’ draagt m.i. ook een risico in zich. Namelijk het ons louter focussen op dat wat bij ons past en de rest niet. Op ons svadharma, onze zelf-wording. Dit is belangrijk, maar het mag niet tot een ‘ikke-ikke en de rest kan stikke’ leiden. Ook Krishna hield Arjuna daaraan. Naast dat het belangrijk is je eigen svadharma te volgen, geeft hij ook regelmatig, soms meteen daarna aan dat we moeten handelen met het welzijn van de wereld, van alle schepselen voor ogen.

Er zitten nog veel meer aspecten aan deze ‘eigen natuur’ maar dan zou ik nog verder afdwalen van mijn thema waar ik mee begon:

Stel dat wij yoga nu in deze context eens opvatten als het in verbinding te willen komen met de kwaliteit die omschreven kan worden als innerlijke rust, kalmte, gelijkmoedigheid en vrede. Door te doen, te handelen.

Ik hoop dat ik hier, ook voor u, herkenbare aspecten heb beschreven die in ons handelen, ons doen en laten, de rust, kalmte, gelijkmoedigheid en vrede kunnen bevorderen of juist verstoren.

De volgende twee uitspraken passen hier mijn inziens mooi bij:

  • ‘wees trouw aan je eigen zelf’

(de titel van een boek van Swami Krishnananda, ‘To thine own zelf be true’)

en:

  • ‘In de wereld, maar niet van de wereld’.

In mijn volgende blog zal ik stil staan bij een ander aspect van de karma-yoga, en hoe dit een rol kan spelen bij ‘het niet gehecht zijn aan handeling op zich en/of de resultaten ervan’.

Tot dan.

Wilt u reageren op deze blog? Dat kan met een mailtje naar: fam.nijs@quicknet.nl