In deze blog wil ik stilstaan bij het vieren van het Kerstfeest en de link die daarbij voor mij bestaat met het werk van de SFM. Dit is voor mij niet zomaar een link. Ik zal proberen uit te leggen waarom niet.
In de studies binnen de SFM bestuderen we onder meer het wordingsproces van de mens. Daarbij wordt geschetst dat dit proces er in eerste instantie een is van uiterste verfijning naar een steeds verdere verdichting. Verdichting van bewustzijn, van trilling, van substantie.
Toch kan de mens niet leven in deze steeds verdergaande verdichting en ontstaat er een heel diepe wens, een wens die steeds sterker wordt, namelijk de wens om terug te keren naar die oorspronkelijke verfijning. Naar wat we proberen te duiden met woorden als ‘de bron’, ‘het Absolute’, ‘het goddelijke’, ‘het innerlijk licht’, en nog veel meer. Ik bedacht me dat we dit misschien wel met Kerst vieren.
Met Kerst vieren we de geboorte van het kindje Jesus. Geboorte. Bij het vertalen uit het Engels, iets wat ik regelmatig gedaan heb, kwam ik soms het woordje “born” tegen. Ik verbaasde me dan over het palet van keuzemogelijkheden dat zich aandiende om als vertaling te gebruiken: geboren, voorbestemd, in de wieg gelegd, van nature, ontsproten, voorgekomen. De geboorte van een kindje is een mysterie, de belichaming van een wonder. Soms ‘met een rugzakje’, meer ‘werk in uitvoering’ dan dat het al is zoals het bedoeld was. Van het kindje Jezus wordt wel gezegd dat het ‘onbevlekt’ op aarde kwam. Ik denk dat daarmee bedoeld wordt ‘zonder dat er een vlekje aan zat’, ‘zuiver’, ‘gaaf’, zonder dat er nog iets aan ‘op te poetsen’ viel. Zo zuiver en gaaf dat het de wereld, de aarde met zijn schijnsel iets te bieden had. Alles te bieden had: Licht.
Mehdi schetst wel eens het beeld van een kind dat bij de geboorte op aarde een soort van dooierzakje met licht mee krijgt. Daar kan het een tijdje op teren. Maar dan, geleidelijk aan raakt het voorraadje licht op, terwijl er nog geen oplaadpunt gevonden is. Dan wordt het langzaam donkerder. En in mijn eigen woorden: er doet zich een duisternis voor die ij sommigen getuigt van een verlangen naar licht, een verlangen dat geen genoegen neemt met surrogaat, met afleiding, verdoving, zinloos gepraat, zinloos geleer. Dat getuigt van een op zoek zijn naar een ziel, bezieling, een passie. Naar dat waar je ’s nachts voor wakker gemaakt kan worden. Dat wat wij onze kinderen zouden kunnen voorhouden ‘opdat zij hoopvol uitzien naar de dag van morgen’.
Deze gevoeligheid, dit zoeken, zijn mijn inziens de kenmerken van een besef dat uitkijkt naar zuiverheid, de gaafheid van als het ware de geboorte van een zuiverheid, licht, een stralend kindje als het ware.
Er was eens een man die een tijdje de Sivananda-ashram in Rishikesh, India bezocht had. Toen het tijd werd dat hij naar huis moest gaan, was hij somber gestemd. Sivananda vroeg hem wat er aan de hand was. “Ik ben bang”, zei hij “dat ik daar geen leermeester, zal kunnen vinden”. Sivananda glimlachte echter. “Wees een goede leerling” zij hij geruststellend, “en de leermeester zal zeker komen.”
Dat is in mijn ogen Kerstmis. Stil staan bij een oprecht verlangen naar licht. Laten we hier allemaal die van binnen naar licht, het Licht met een hoofdletter, verlangen, bij stil staan. Dit verlangen koesteren en leven in blazen. Opdat het geboren zal worden.
Dat is waar Kerstmis lijkt mij voor bedoeld is en waarbij de geboorte, de manifestatie van dat licht, verpersoonlijkt wordt door het kindje Jezus.
Het kindje Jezus, ik zou willen zeggen ‘het al-kindje’. Want ‘kindje Jezus’ verkleint het misschien wel tot iets wat van de Christenen is. Maar het sluit alles en iedereen in zich.
En wat is voor mij de relatie hiermee met de SFM? Laten we nog even kijken naar het logo van de SFM. Het logo staat voor een Indiase uitdrukking, die bekend is als Arundhati-Darshana-Nyaya.
Arundhati is een kleine ster. Het verhaal gaat dat het aanschouwen van deze ster geluk brengt. Deze ster is moeilijk te zien en moeilijk aan te wijzen, omdat er zoveel sterren aan de hemel staan. Door te wijzen naar een boom, naar zijn takken, naar kleine takken en uiteindelijk naar zijn twijgjes kan je de ster aanwijzen. Veel tijd en zorg wordt besteed om de boom te beschrijven, terwijl je een ster wilt aanwijzen. Er is geen relatie tussen de ster en de boom; toch helpt de bestudering van de boom om de ster te vinden …
Hetzelfde geldt voor het filosofisch onderzoek. Veel aandacht en energie wordt geschonken aan dat wat je niet bent, om uiteindelijk de vraag te kunnen beantwoorden: “Wie ben ik?” Was het niet de ster van Bethlehem die de uiteindelijk naar het kindje Jezus wees?
Mehdi noemt regelmatig het drama van de mens. De mens is iets verloren. Het drama wordt nog heftiger omdat de mens ook nog eens vergeten is wat hij verloren is. Is dat dat Licht? Vertalen we dat met Kerst niet naar het met elkaar fijn willen hebben, vrede ervaren, geluk ervaren, een ander begrijpen, met licht, heel veel lichtjes. ‘Thuis’ willen komen?
Dit is in mijn ogen ook het ‘centerpoint’, het brandpunt van elke bijeenkomst en elke retraite die wij organiseren of faciliteren. Het is mensenwerk, binnen menselijke grenzen en mogelijkheden, met elkaar en voor elkaar. Maar mèt deze focus voor ogen. Laten we elkaar herinneren aan het Licht, elkaar naar dit Licht wijzen. Juist in deze tijd. Dat is niet het Lichtfeest van alleen de Bijbel, maar ook dat van de Bhagavad Gita, de Koran, Aurobindo’s Savitri en nog veel meer. Dat is het Licht der lichten.
Ik wens u allen een Gezegende Kerst, iedere dag van het komend jaar.
Reacties op deze blog zijn welkom. U kunt mij een mailtje sturen: hans8nijs@gmail.com